ECLI:NL:RBBRE:2009:BH1509
Rechtbank Breda
- Raadkamer
- A. Poerink
- M. van Kralingen
- J. Prenger
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep getuige tegen beslissing rechter-commissaris inzake status van bedreigde getuige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door de raadsman van een getuige, aangeduid als 'Tolk 2', tegen de beslissing van de rechter-commissaris van 31 december 2008. De rechter-commissaris had geweigerd om de getuige de status van bedreigde getuige te verlenen. De rechtbank Breda heeft op 27 januari 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. De raadsman stelde dat de procedure voor het instellen van hoger beroep niet correct was gevolgd, aangezien dit rechtstreeks bij de griffie was gedaan in plaats van via de Officier van Justitie. De rechtbank oordeelde echter dat de getuige ontvankelijk was in het hoger beroep, omdat de afwijking van de voorgeschreven procedure niet in de weg stond aan de ontvankelijkheid.
De rechtbank heeft vervolgens de feiten van de zaak beoordeeld. In de megazaak 'Azuriet' had de rechter-commissaris getuigen opgeroepen, waaronder de tolken. De tolken hadden aangegeven de status van bedreigde getuige te willen aanvragen. De rechter-commissaris had echter geoordeeld dat de getuige geen recht had op deze status. De raadsman voerde aan dat de rechter-commissaris een fout had gemaakt door de namen van de tolken aan de verdediging door te geven, wat de anonimiteit van de getuigen in gevaar zou hebben gebracht.
De rechtbank oordeelde dat de verdediging al op de hoogte was van de namen van de tolken en dat het niet meer mogelijk was om de identiteit van de getuige te verbergen. Bovendien was er geen bewijs dat de getuige daadwerkelijk bedreigd zou worden door de verdachten. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en bekrachtigde de beslissing van de rechter-commissaris. De rechtbank benadrukte dat de bescherming van de identiteit van de getuige niet alleen afhankelijk is van de status van bedreigde getuige, maar ook van de feitelijke omstandigheden van de zaak.