ECLI:NL:RBBRE:2008:BQ8730

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
29 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/2408
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.A. den Hartog
  • M.J. van Balkom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen aanslag premie Ziekenfondswet 2003

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 29 april 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen de aanslag premie Ziekenfondswet (ZFW) voor het jaar 2003. De eiser, een belanghebbende wonende te [woonplaats], had bezwaar aangetekend tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Venlo, die op 27 april 2007 de aanslag had opgelegd. De zitting vond plaats op 17 april 2008 te Tilburg, waar de gemachtigde van de eiser, mr. [gemachtigde], en een vertegenwoordiger van de inspecteur aanwezig waren. Tijdens de zitting zijn ook andere zaken behandeld die samenhangen met de onderhavige zaak, met instemming van beide partijen.

De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank overwoog dat de aanslag ZFW terecht was gehandhaafd door de inspecteur, omdat er geen bewijs was dat de aanslag onterecht of te hoog was vastgesteld. De rechtbank verwees naar een andere uitspraak van dezelfde dag, waarin het beroep van de eiser inzake de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2003 gegrond was verklaard. Dit had echter geen invloed op de hoogte van de aanslag ZFW, aangezien het maximum premie-inkomen voor dat jaar niet werd overschreden.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.J. van Balkom, en een afschrift van de uitspraak is op 7 mei 2008 aangetekend verzonden aan de partijen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep kunnen instellen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 07/2408
Uitspraakdatum: 29 april 2008
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende], wonende te [woonplaats],
eiser,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Venlo,
verweerder.
Eiser en verweerder worden hierna aangeduid als respectievelijk belanghebbende en de inspecteur.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van de inspecteur van 27 april 2007 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan belanghebbende voor het jaar 2003 opgelegde aanslag premie Ziekenfondswet (ZFW).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 april 2008 te Tilburg.
Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, zijn gemachtigde mr. [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] B.V. te [plaats], alsmede namens de inspecteur, [gemachtigde]. Tegelijk met de onderhavige zaak zijn, met instemming van partijen, behandeld de zaken bij de rechtbank bekend onder de procedurenummers 07/2409, 07/2410, 07/2411, 07/2412 en 07/2413.
1.Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
2.Gronden
2.1. De rechtbank heeft bij uitspraak van heden in de zaak met procedurenummer 07/2410, betreffende het beroep van belanghebbende inzake de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2003, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht, beslist en dat beroep gegrond verklaard. In die procedure is de aanslag, en daarmee het belastbaar inkomen uit werk en woning, vermindert tot een berekend naar een inkomen uit werk en woning van € 30.139 en een inkomen uit sparen en beleggen van € 1.284. Het bij de aanslag premie ZFW vastgestelde premie-inkomen moet dan met eenzelfde bedrag worden verminderd derhalve tot (€ 33.478 minus € 2.100 plus € 45 is) € 31.423. Gezien de hoogte van het maximum premie-inkomen voor het onderhavige jaar van € 20.250, heeft dit geen gevolgen voor de hoogte van de aanslag premie ZFW. Nu overigens gesteld noch gebleken is dat de onderhavige aanslag ZFW onterecht of tot een te hoog bedrag is vastgesteld, is die aanslag in bezwaar terecht door de inspecteur gehandhaafd.
2.2. Het beroep is daarom ongegrond verklaard.
2.3. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan op 29 april 2008 door mr A.A. den Hartog, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M.J. van Balkom, griffier.
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op: 7 mei 2008
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.