ECLI:NL:RBBRE:2008:BF3650
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale bevoegdheid bij consumentenovereenkomst en ondeugdelijke prestatie in reparatieovereenkomst
In deze zaak, die voor de Rechtbank Breda is behandeld, heeft eiser, wonende te Tilburg, een vordering ingesteld tegen de NV Garage Adriaansen G., gevestigd te Poppel, België. De vordering betreft de ontbinding van een reparatieovereenkomst op grond van ondeugdelijke prestatie en de aansprakelijkheid van gedaagde voor schade die eiser heeft geleden na de diefstal van een leenauto. Eiser heeft zijn voertuig ter reparatie aangeboden aan gedaagde, maar na herhaalde klachten over dezelfde mankementen, heeft hij uiteindelijk een bedrag van € 606,76 betaald voor reparatie en stallingskosten, onder protest. Eiser stelt dat de reparatie niet deugde en dat hij als gevolg van het handelen van gedaagde ernstige gezondheidsproblemen heeft ondervonden.
De kantonrechter heeft zich in eerste instantie gebogen over de vraag of hij bevoegd was om van de zaak kennis te nemen, gezien het feit dat gedaagde in België is gevestigd. Eiser heeft zich beroepen op de EEX-Verordening, die bepaalt dat een consument een vordering kan instellen tegen een wederpartij die handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep, op grond waarvan zowel het gerecht van het grondgebied waar de consument woonplaats heeft als het grondgebied waar de wederpartij woonplaats heeft bevoegd is. Gedaagde heeft echter aangevoerd dat zij haar activiteiten niet op de Nederlandse markt richt en dat de kantonrechter daarom onbevoegd is.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat, hoewel gedaagde naar Nederland is gekomen op verzoek van eiser, dit niet voldoende is om te concluderen dat gedaagde zich op de Nederlandse markt richt. De kantonrechter heeft zich daarom onbevoegd verklaard om van de vordering kennis te nemen en eiser in de kosten van het geding verwezen. In de voorwaardelijke reconventie heeft de kantonrechter de vordering van gedaagde niet in behandeling genomen, omdat niet aan de voorwaarde voor bevoegdheid was voldaan. De uitspraak is gedaan op 3 september 2008 door kantonrechter J.M.J. Godrie.