ECLI:NL:RBBRE:2008:BD0173

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
23 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
472023 cv 08-363
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van opposanten in verzet tegen verstekvonnis

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 23 april 2008, zijn de opposanten, vertegenwoordigd door mr. M.P.M. Meuwese, in verzet gekomen tegen een verstekvonnis van 22 augustus 2007. De geopposeerde, de stichting Woningstichting Soomland, werd vertegenwoordigd door Buys & Partners Gerechtsdeurwaarders. De kern van de zaak draait om de vraag of de opposanten tijdig in verzet zijn gekomen. De kantonrechter oordeelde dat de opposanten niet binnen de wettelijk vereiste termijn van vier weken na betekening van het verstekvonnis in verzet zijn gekomen. De betekening van het verstekvonnis vond plaats op 6 september 2007, en de opposanten hebben pas op 9 januari 2008 verzet aangetekend. Dit werd door de kantonrechter als te laat beschouwd, aangezien de opposanten al eerder op de hoogte waren van het verstekvonnis. De kantonrechter heeft daarom geoordeeld dat de opposanten niet-ontvankelijk zijn in hun verzet en hen veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die zijn begroot op € 175,00 voor de gemachtigde van de geopposeerde. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 472023 CV EXPL 08-363
vonnis bij vervroeging d.d. 23 april 2008
inzake
1. [opposant], en
2. [opposante],
beiden wonende te [adres],
opposanten, procederend krachtens civiele toevoeging nr. 1EB9435,
gemachtigde: mr. M.P.M. Meuwese, advocaat te Waalwijk,
tegen
de stichting Woningstichting Soomland,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te (4613 AK) Bergen op Zoom, aan het Boerenverdriet 20,
geopposeerde,
gemachtigde: Buys & Partners Gerechtsdeurwaarders te Tholen.
1. Het verdere verloop van het geding
In oppositie:
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
1.1 het incidenteel vonnis van 5 maart 2008 en de in dat vonnis genoemde processtukken;
1.2 de conclusie van repliek in oppositie tevens antwoordakte inzake de eiswijziging, met productie;
1.3 het audiëntieblad d.d. 2 april 2008, waaruit blijkt dat de zaak opnieuw verwezen is voor vonnis.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. De verdere beoordeling
In oppositie:
2.1 Bij genoemd incidenteel vonnis heeft de kantonrechter beslist, dat het beroep op niet-ontvankelijkheid niet in het incident maar in het verzet zelf diende te worden beslist omdat voor een beslissing op een niet-ontvankelijkheidsverweer in het incident geen plaats is.
Tijdigheid verzet?
2.2 Bij verzetdagvaarding van 9 januari 2008 zijn opposanten in verzet gekomen tegen het verstekvonnis van de Rechtbank Breda, sector Kanton, locatie Bergen op Zoom, van 22 augustus 2007 tussen geopposeerde, toen eiseres, en opposanten, toen gedaagden, gewezen onder zaak/rolnummer 454468 CV EXPL 07-4719.
2.3 Allereerst is aan de orde de beantwoording van de vraag of opposanten tijdig in verzet zijn gekomen. Op grond van artikel 143, tweede lid, Rv, dient het verzet te worden ingesteld binnen 4 weken nadat het (verstek)vonnis is betekend, dan wel op een andere wijze kenbaar is geworden. Namens geopposeerde is in kopie de betekening d.d. 6 september 2007 overgelegd, waaruit blijkt dat opposanten op die datum bekend zijn geworden met de inhoud van bovengenoemd verstekvonnis. Daarnaast is niet betwist, dat opposant sub 1 naar aanleiding van het gewezen verstekvonnis op 28 augustus 2007 telefonisch contact heeft opgenomen met de gemachtigde van geopposeerde in welk telefoongesprek nog eens is bevestigd dat deze kennis heeft genomen van het verstekvonnis. Gelet hierop betwist geopposeerde terecht, dat opposanten pas op 2 januari 2008 kennis zouden hebben genomen van genoemd verstekvonnis.
2.4 Door eerst bij verzetdagvaarding van 9 januari 2008 op te komen tegen dit verstekvonnis zijn opposanten te laat in verzet gekomen en dienen zij om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun verzet.
2.5 Opposanten zullen als niet-ontvankelijk te verklaren partij worden veroordeeld in de kosten van deze verzetprocedure. Aan verdere beslissingen komt de kantonrechter niet toe.
3. De beslissing
De kantonrechter:
in oppositie:
verklaart opposanten niet-ontvankelijk in hun verzet;
veroordeelt opposanten in de kosten van dit geding, aan de zijde van geopposeerde tot deze uit¬spraak begroot op € 175,00, als salaris voor de gemachtigde van geopposeerde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en bij vervroeging uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 23 april 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.