RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Breda
zaaknummer : 469635 \ MB VERZ 07-486
CJIB-nummer: [nummer]
uitspraak: 21 maart 2008
Op de in het openbaar gehouden zitting van 21 maart 2008 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door mr. J.E.P.M. van Beukering als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door:
naam: : [betrokkene],
adres : [adres], nader ook te noemen: betrokkene,
gemachtigde : [bestuurder], tevens bestuurder,
adres : [adres].
Betrokkene en de gemachtigde van betrokkene zijn ter zitting verschenen in persoon.
Namens de officier van justitie is verschenen W.R. ter Horst, werkzaam bij het CVOM te Utrecht.
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden, welke aantekeningen worden geacht deel uit te maken van dit proces-verbaal.
Betrokkene heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld. Ter zitting heeft betrokkene medegedeeld de gronden van het beroep te handhaven.
1. De beoordeling
De kantonrechter heeft op grond van de navolgende overwegingen een beslissing genomen, welke beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Het beroep is ontvankelijk omdat het tijdig is ingesteld en er zekerheid is gesteld voor de betaling van de sanctie.
Op grond van artikel 7:26 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient de beslissing van de officier van justitie op het (administratief) beroepschrift van betrokkene te berusten op een deugdelijke motivering, die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld.
De beslissing van de officier van justitie bevat geen deugdelijke motivering, omdat betrokkene daaruit niet kan afleiden waarom het beroep ongegrond is verklaard en ook geen aanvullende verklaring van de verbalisant is opgevraagd waarnaar kan worden verwezen. Door betrokkene is uitgebreid verweer gevoerd. Betrokkene is echter niet gehoord. Bovendien is niet gebleken waarom betrokkene niet is staande gehouden door verbalisant en waarom betrokkene slechts ter zake één overtreding is geverbaliseerd, nu volgens verbalisant sprake was van een viertal achtereenvolgende overtredingen.
De zaak inhoudelijk bezien overweegt de kantonrechter als volgt.
De officier van justitie heeft meegedeeld de beslissing waarvan beroep is ingesteld, alsmede de verwerping van de bezwaren van betrokkene, te handhaven.
De door of namens betrokkene aangevoerde omstandigheden, -te weten dat betrokkene op de datum waarop de gedraging zou zijn geconstateerd weliswaar over de Lage Molenpolderweg heeft gereden, maar daarbij geen haast had, er geen ander verkeer op de weg was toen betrokkene daar reed en het levensgevaarlijk zou zijn om op de Lage Molenpolderweg de door verbalisant geconstateerde en in het zaakoverzicht genoteerde gedragingen te verrichten-, ondersteund door de door betrokkene overgelegde foto’s van de Lage Molenpolderweg, leiden tot het oordeel dat onvoldoende grond bestaat er van uit te gaan dat betrokkene de verweten gedraging heeft begaan. Dit betekent dat het beroep gegrond dient te worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. Overigens vormt de onzorgvuldigheid aan de zijde van het CVOM, waarbij in strijd is gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, reeds een grond om het beroep van betrokkene gegrond te verklaren.
De gestelde zekerheid dient aan betrokkene te worden terugbetaald als hierna bepaald.
2. De beslissing
De kantonrechter:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie;
- draagt de officier van justitie op het bedrag van de zekerheidstelling ter hoogte van € 130,= aan betrokkene terug te betalen.
Waarvan proces-verbaal,
De griffier, De kantonrechter,
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Breda, (90003 4800 PA Breda) en dient door degene die bij de sector kanton beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum toezending beslissing: