ECLI:NL:RBBRE:2008:BC6905
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake herziening arbeidsongeschiktheidsuitkering wegens onvoldoende motivering
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 1 februari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Boesjes, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 23 november 2006, waarbij haar arbeidsongeschiktheidsuitkering werd herzien. Eiseres was sinds november 2000 arbeidsongeschikt als gevolg van gewrichtsklachten en ontving een WAO-uitkering. De verzekeringsarts heeft in zijn rapporten de belastbaarheid van eiseres beoordeeld, maar de rechtbank constateert dat er aanzienlijke verschillen zijn in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 2002 en 2006 zonder adequate motivering van de verzekeringsarts. De rechtbank oordeelt dat de medische beoordeling van de schatting op een ontoereikende grondslag berust, waardoor het bestreden besluit vernietigd wordt. De rechtbank draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van eiseres, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het UWV veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 38,- aan eiseres. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, met een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.