ECLI:NL:RBBRE:2008:BC4125

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
24 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
456410 mz 07-25
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verhaal zonder dwangbevel in verkeerszaken

Op 24 januari 2008 vond een openbare zitting plaats bij de Rechtbank Breda, sector kanton, waar de kantonrechter W.E.M. Verjans de behandeling leidde van een verzetschrift van de betrokkene. De zaak betrof een verzet tegen een schriftelijke kennisgeving tot verhaal van een administratieve sanctie, opgelegd door het openbaar ministerie. De betrokkene was niet ter zitting verschenen, maar had wel kennisgenomen van de stukken in het dossier. De kantonrechter verklaarde dat het verzet tijdig was ingesteld en dat het griffierecht was voldaan, waardoor de betrokkene ontvankelijk was in zijn verzet.

De betrokkene voerde verweer tegen de sanctie die was opgelegd in verband met een verkeersgedrag, zoals vermeld in de kennisgeving van verhaal. Het CJIB had op 18 december 2007 commentaar gegeven op het verzet van de betrokkene, die eerder beroep had ingesteld bij de officier van justitie. Dit beroep was ongegrond verklaard, en de betrokkene had geen hoger beroep ingesteld, waardoor de initiële beslissing onherroepelijk was geworden. De kantonrechter oordeelde dat inhoudelijk niet meer op de opgelegde sanctie kon worden ingegaan.

De kantonrechter merkte op dat de betrokkene alle relevante stukken van het CJIB had ontvangen. Het bezwaar van de betrokkene betrof de tenaamstelling in de kennisgeving van verhaal, die correct was, maar niet in de aanmaningen. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene als kentekenhouder van het voertuig had moeten begrijpen dat de poststukken voor hem bestemd waren. Aangezien er geen verweer was gevoerd tegen de tenuitvoerlegging van de kennisgeving van verhaal, werd het verzet ongegrond verklaard. De beslissing werd vastgelegd in een proces-verbaal.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
Kantonnummer: 456410 MZ VERZ 07-25
CJIB-nummer : 29089129555
Proces-verbaal terechtzitting (verzet tegen verhaal zonder dwangbevel) d.d.
24 januari 2008, tevens houdend aantekening mondelinge uitspraak
Ter openbare zitting van 24 januari 2008, bestemd voor de behandeling van zaken ingevolge de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV), is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter te Bergen op Zoom, bijgestaan door A.H.J.M. Peijen als griffier, overgegaan tot de behandeling van het verzetschrift van:
[betrokkene] (hierna te noemen betrokkene)
[adres],
gericht tegen de schriftelijke kennisgeving tot verhaal op gelden van betrokkene d.d. 24 augustus 2007 als bedoeld in artikel 27 lid 1 WAHV, door het openbaar ministerie dat met de inning van onder bovengenoemd CJIB-nummer opgelegde de administratieve sanctie is belast.
Betrokkene is, met kennisgeving, niet ter zitting verschenen.
De kantonrechter verklaart ter zitting kennis te hebben genomen van de zich in het dossier bevindende bescheiden en bepaalt dat de op schrift te stellen beslissing op termijn van (ongeveer) twee weken zal worden uitgesproken, alsmede dat een afschrift van die beslissing zo spoedig mogelijk daarna aan betrokkene en de officier van justitie te Leeuwarden zal worden gestuurd.
Sanctiegegevens
Aan betrokkene is de sanctie opgelegd ter zake de gedraging als vermeld in de door de officier van justitie verzonden kennisgeving van verhaal d.d. 24 augustus 2007, die deel uitmaakt van het dossier dat door de betrokkene kon worden ingezien. Omdat niet (tijdig) en/of volledig is betaald zal de officier overgaan tot verhaal van het bedrag op de rekening van betrokkene als vermeld in de kennisgeving.
Beoordeling
De kantonrechter acht het verzet tijdig ingesteld. Nu voorts het griffierecht is voldaan, is betrokkene ontvankelijk in zijn verzet.
Betrokkene voert in het verzetschrift verweer tegen de bij kennisgeving van verhaal met bovenvermeld CJIB-nummer door de officier van justitie opgelegde sanctie.
Desgevraagd heeft het CJIB op 18 december 2007 commentaar gegeven op het door betrokkene gedane verzet. Blijkens dat commentaar heeft betrokkene beroep ingesteld bij de officier van justitie, die dat beroep ongegrond heeft verklaard. Tegen deze beslissing van de officier van justitie heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, welk beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Hiertegen heeft betrokkene geen hoger beroep ingesteld, waardoor de initiële beslissing onherroepelijk is geworden. Inhoudelijk kan dan ook niet meer op het al dan niet terecht opgelegd zijn van de sanctie worden ingegaan.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog het volgende op. Uit het dossier van betrokkene blijkt dat betrokkene in elk geval alle door het CJIB aan hem toegezonden relevante stukken heeft ontvangen. Het voornaamste bezwaar van betrokkene is dat de tenaamstelling in de kennisgeving van verhaal correct is, doch dat gold niet voor het betalingsoverzicht en de eerste en tweede aanmaning die hij van het CJIB ontving. Daarop stond alleen de naam “Deijkers” op vermeld en op zijn adres wonen drie mensen van die naam. Wat daarvan ook mogen zijn, betrokkene was de kentekenhouder van het betreffende voertuig, zodat naar het oordeel van de kantonrechter het voor hem duidelijk had moeten zijn dat de poststukken van het CJIB voor hem bestemd waren.
Aangezien aangaande de tenuitvoerlegging van de kennisgeving van verhaal geen verweer is gevoerd en de kantonrechter ook overigens geen gronden zijn gebleken die zouden moeten leiden tot vernietiging van de kennisgeving van verhaal, moet de conclusie luiden dat de kennisgeving terecht is uitgevaardigd en het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Beslissing
De kantonrechter verklaart het verzet van betrokkene ongegrond.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze kan betrokkene binnen een week na de betekening van de kennisgeving van verhaal hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.
Het beroepschrift moet onder vermelding van het kantonnummer en voorzien van een handtekening worden ingediend bij rechtbank Breda, sector kanton, locatie Bergen op Zoom, Postbus 118, 4600 AC Bergen op Zoom.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij uitdrukkelijk wordt aangegeven dat betrokkene zijn hoger beroep mondeling wenst toe te lichten.
Verzenddatum: