ECLI:NL:RBBRE:2008:BC3416

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
30 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
811097-05
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Alferink
  • mr. Scheffers
  • mr. Schoenmakers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensensmokkel en veroordeling voor valsheid in geschrift in de M50-procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 30 januari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van mensensmokkel en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van mensensmokkel, omdat niet bewezen kon worden dat hij vreemdelingen hielp bij het verkrijgen van wederrechtelijk verblijf in Nederland. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door vreemdelingen te helpen bij het indienen van aanvragen voor verblijfsvergunningen via de M50-procedure, niet meewerkte aan hun wederrechtelijk verblijf, aangezien deze aanvragen hen tijdelijk rechtmatig verblijf verleenden in afwachting van de beslissing op hun aanvragen.

De rechtbank heeft echter wel vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift. Hij en zijn mededader vulden bij het aanvragen van verblijfsvergunningen onjuiste adressen in op de aanvraagformulieren, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van valselijk opgemaakte documenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader opzettelijk onjuiste informatie verstrekten, wat hen in staat stelde om de aanvragen te doen, ondanks dat de opgegeven adressen niet de werkelijke woon- of verblijfplaatsen van de betrokken vreemdelingen waren.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de media-aandacht en het tijdsverloop sinds de gepleegde feiten. De verdachte heeft eerder met politie en justitie te maken gehad, wat ook is meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector strafrecht
parketnummer: 811097-05
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 januari 2008
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
wonende te [adres]
raadsman mr. P. J.A. van de Laar, advocaat te Eindhoven.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 11, 15 en 16 januari 2008, waarbij de officier van justitie, mr. Van Delft, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1, feit 2 en feit 3
zich, al dan niet samen met anderen, (beroepsmatig) schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel;
Feit 4
meerdere keren, al dan niet samen met anderen, valsheid in geschrift heeft gepleegd;
Feit 5
de heer [slachtoffer 1], al dan niet samen met anderen, heeft opgelicht;
Feit 6
mevrouw [slachtoffer 2], al dan niet samen met anderen, heeft opgelicht.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis wordt gehecht.
4.2 De bewijsoverwegingen
Feit 1, 2 en 3
In de tenlastegelegde periode hadden vreemdelingen die niet in het bezit waren van een machtiging voorlopig verblijf (MVV) in Nederland de mogelijkheid om een verblijfsvergunning aan te vragen via de zogenaamde M50-procedure. Hoewel de procedure weinig tot geen kans van slagen had, leidde het doen van de aanvraag er wel toe dat de vreemdeling de beslissing op de aanvraag, die vaak pas na zes maanden door de IND werd genomen, in Nederland mocht afwachten. [verdachte] stond en staat al vele jaren vreemdelingen bij bij het indienen van M50-aanvragen, aanvankelijk als advocaat en later als jurist. De vraag die voorligt, is of een dergelijke bijstand kan worden gekwalificeerd als het zich (beroepsmatig) schuldig maken aan mensensmokkel, tenlastegelegd onder de feiten 1 en 2 van de tenlastelegging. Van het behulpzaam zijn bij de wederrechtelijke toegang of doorreis van vreemdelingen is niet gebleken. Het betreft bijstand aan vreemdelingen die reeds wederrechtelijk in Nederland verbleven. Heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan het behulpzaam zijn van deze vreemdelingen bij hun verblijf in Nederland?
De officier van justitie en de verdediging hebben, met een beroep op het arrest in de zaak ‘[een verdachte]’ van het gerechtshof te Den Bosch van 28 december 2007 (parketnummer 20-003343-06), tot vrijspraak gerekwireerd en gepleit.
Uit de Vreemdelingenwet 2000 volgt dat op het moment van indiening van een aanvraag en het verstrekken door de gemeente van de M50 sticker, een vreemdeling de beslissing op die aanvraag in Nederland mag afwachten en daarmee (tijdelijk) rechtmatig verblijf krijgt. Dit geldt ook indien die vreemdeling op het moment van het doen van de aanvraag wederrechtelijk in Nederland verbleef, zoals bij de op de tenlastelegging genoemde vreemdelingen het geval was. Gelet op dit wettelijk stelsel heeft verdachte, door vreemdelingen behulpzaam te zijn bij het doen van de aanvragen en het verkrijgen van een M50 sticker, niet meegewerkt aan hun wederrechtelijk verblijf, omdat die gedragingen er juist op gericht waren om, in afwachting van de beslissing op de aanvraag verblijfsvergunning, de vreemdelingen rechtmatig in Nederland te laten verblijven. Hierbij is irrelevant of de M50 aanvragen kansloos of oneigenlijk waren of dat op de aanvragen onjuiste verblijfadressen zouden zijn opgegeven. Die laatste omstandigheden spelen wel een rol bij de beoordeling van de aanvragen verblijfsvergunning, maar maakten het verblijf van de vreemdelingen bij het doen van de aanvraag niet wederrechtelijk.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van wederrechtelijk verblijf of dat hij daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, zodat hij ook daarvan wordt vrijgesproken.
Feit 3 betreft een vreemdeling die voor het doen van de M50-aanvraag direct uit het buitenland kwam. Niet is gebleken dat [verdachte] hiervan op de hoogte was zodat zijn hulp bij het doen van de aanvraag niet tevens kan worden gekwalificeerd als hulp bij de wederrechtelijke toegang tot Nederland. Verdachte wordt hiervan derhalve eveneens vrijgesproken.
Feit 4
Verdachte is onder feit 4 tenlastegelegd dat hij zich samen met anderen meermalen schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift.
Uit het onderzoek is het volgende gebleken. In 2004 is [verdachte] met medeverdachte [medeverdachte] gaan samenwerken en hielpen zij gezamenlijk de vreemdelingen bij het indienen van de M50 aanvragen. De aanvraag voor een verblijfsvergunning moest geschieden bij de gemeente waar de vreemdeling op dat moment woonachtig was. De vreemdeling was verplicht om het aanvraagformulier naar waarheid in te vullen en diende daarin ook zijn/haar verblijfsadres in Nederland te vermelden. Op het moment dat de aanvraag in behandeling werd genomen, verstrekte de gemeente een zogenaamde M50-sticker in het paspoort van de betreffende vreemdeling ten bewijze van het feit dat de vreemdeling deze procedure was gestart. In de praktijk bleek dat gemeenten de aanvragen niet op gelijke wijze behandelden. Zo waren er gemeenten die zonder verdere vragen een sticker verstrekten terwijl andere eisten dat er bewijs werd overgelegd van het feit dat de vreemdeling in hun gemeente verbleef in de vorm van een huurcontract dan wel een verklaring van geen bezwaar tegen inschrijving door de verhuurder. In de 4 grootste gemeenten werden op enig moment maatregelen getroffen teneinde op een veel kortere termijn dan de hiervoor aangegeven zes maanden op de aanvraag te beslissen. [verdachte] en [medeverdachte] wisten uit ervaring in welke gemeenten de aanvraag zonder veel problemen in behandeling werd genomen en welke de termijn was waarbinnen op de aanvraag werd beslist. Dit leidde tot “forumshopping”, dit wil zeggen dat zij een adres voor de vreemdeling zochten in een gemeente waar de aanvraag werd geaccepteerd zonder al te hoge eisen daaraan te stellen, waar, zo mogelijk, geen adrescontrole plaatsvond en waar niet op een hele korte termijn, en het liefst pas op een termijn van zes maanden, op de aanvraag werd beslist.
Naar het oordeel van de rechtbank diende op het aanvraagformulier voor de verblijfsvergunning de feitelijke woon- of verblijfplaats van de vreemdeling te worden vermeld. Het invullen van een adres waar de vreemdeling feitelijk niet woonde (ook al zou dit wel een postadres zijn) weerspiegelde niet de werkelijkheid. Er is in dat geval sprake van een valselijk opgemaakt aanvraagformulier, uitgaande van een aanvraagformulier dat voor het overige zodanig was ingevuld en ondertekend dat het als echt en onvervalst in het maatschappelijk verkeer kon worden gebruikt.
Uit de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte] blijkt dat één van hen het aanvraagformulier voor de vreemdeling invulde. Vervolgens gingen zij met de vreemdeling naar de gemeente en tekende de vreemdeling aldaar het aanvraagformulier waarna het, al dan niet tezamen met een huurcontract of een verklaring van geen bezwaar tegen inschrijving, werd ingediend.
Indien bij deze gang van zaken in gezamenlijke en nauwe samenwerking een onjuist verblijfadres op het aanvraagformulier werd ingevuld, is er sprake geweest van medeplegen van valsheid in geschrift.
De rechtbank stelt vast dat zulks voor een aantal adressen in aanvraagformulieren wettig en overtuigend is komen vast te staan. Derden, waaronder eigenaren en medebewoners, verklaren dat de betreffende vreemdeling nooit op het opgegeven adres gewoond heeft. Een aantal vreemdelingen bevestigen dit ook en verklaren dat [verdachte] en/of [medeverdachte] het adres voor hen geregeld hebben/heeft. [verdachte] zelf verklaart dat hij bij derden postadressen geregeld heeft, hetgeen door verstrekkers van postadressen wordt bevestigd. Bovendien geldt dat op sommige adressen meerdere vreemdelingen, die cliënt van [verdachte] of [medeverdachte] waren, stonden ingeschreven.
Op grond van het vorenstaande stelt de rechtbank vast dat de bij deze valse aanvragen gevoegde huurcontracten, eveneens valselijk zijn opgemaakt/opgesteld.
Ten aanzien van de tenlastegelegde valsheid in geschrift met betrekking tot de overige op de tenlastelegging genoemde adressen zal de rechtbank verdachte vrijspreken, nu daarvoor het wettig en overtuigend bewijs in het dossier ontbreekt.
Feit 5 en 6
Verdachte wordt in de feiten 5 en 6 verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. De officier van justitie en de raadsman hebben wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs tot vrijspraak gerekwireerd en gepleit.
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting onvoldoende is komen vast te staan dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting.
Weliswaar zijn er in het dossier aanwijzingen te vinden dat verdachte de personen niet op alle momenten duidelijk zou hebben voorgelicht, maar het dossier biedt onvoldoende bewijs omtrent onjuiste mededelingen en toezeggingen die door verdachte zouden zijn gedaan. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de onder beide feiten ten laste gelegde oplichting.
4.3 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 1 september 2003 tot en met
9 juni 2005 in de gemeentes Eindhoven en Tilburg
en Maastricht en Zwijndrecht enGouda enEnschede
en elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen,
meermalen, aanvraagformulieren verblijfsvergunning zonder MVV ¬Machtiging Voorlopig
Verblijf en/of (kamer)huurcontracten en/of huurovereenkomsten elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van
enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers
hebben verdachte en zijn mededaders telkens valselijk
- op dat/die aanvraagformulier¬en¬ verblijfsvergunning zonder MVV en/of
(kamer)huurcontract¬en¬ en/of huurovereenkomsten/fictieve adressen ingevuld
(Eindhoven: Woldberglaan 1, Tonnaertstraat 16, Piuslaan 107, Texelstraat 10,
Jan van der Heijdenstraat 22, Strijpsestraat 13 , Maastricht: Kasteel Liebeekstraat 21 (zaken 3 en 4), Eindhoven:
Neushoornstraat 310 (zaak 15),, Zwijndrecht:
Uranusstraat 1 (zaken 17, 27, 28, 29, 30), Vinkplein
28 (zaken 22 t/m 24), Tilburg: Poststraat 43 (zaken 31 t/m 35),
Gouda: Olympiadeplein 73 (zaak 40),
Enschede: Renbaanstraat 8 (zaak 47),
Eindhoven: Winkelstraat 10,
welke adressen zouden moeten doorgaan voor de adressen waar de
aanvragers van de verblijfsvergunning zonder MVV zouden (gaan) wonen en/of
verblijven en/of
- dat/die (kamer)huurcontracten en/of huurovereenkomsten
opgemaakt/opgesteld, wetende dat de in dat/die contracten en/of
overeenkomsten genoemde woningen/kamers feitelijk niet werden gehuurd
en/of verhuurd en/of
- dat/die contracten en/of overeenkomsten opgemaakt/opgesteld, als ware
dat/die contracten en/of overeenkomst en opgemaakt/opgesteld door de
verhuurders van de in dat/die contracten en/of overeenkomsten genoemde
kamers/woningen en/of
- handtekeningen onder dat/die contracten en/of overeenkomsten
geplaatst welke handtekeningen moesten doorgaan voor de handtekeningen
van de in dat/die contracten en/of overeenkomsten genoemde verhuurders
zulks telkens met het oogmerk om die/dat geschriften als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor alle feiten op de dagvaarding. Mocht de rechtbank echter tot een ander oordeel komen dan verzoekt de raadsman om bij bepaling van de strafmaat rekening te houden met het feit dat er nog maar een heel klein deel van de tenlastelegging is overgebleven, ook naar de mening van de officier van justitie, dat er al een lange tijd verstreken is tussen de aanhouding en de feitelijke behandeling van de zaak, dat de media-aandacht ook de nodige impact op verdachte heeft gehad en dat de vertragingen in de behandeling van deze zaak niet aan hem te wijten zijn. De raadsman acht een werkstraf passend. Hij vindt een voorwaardelijke straf gezien het tijdsverloop niet op zijn plaats.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich, naar het oordeel van de rechtbank, schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift met betrekking tot 14 adressen in Nederland. Van deze adressen staat immers vast dat het valse adressen betrof. Als een vreemdeling met behulp van verdachte en zijn mededader een aanvraag wilde doen voor een verblijfsvergunning, werd op het aanvraagformulier een adres ingevuld dat niet het werkelijke woon- of verblijfadres van de vreemdeling was. Door op deze manier te werk te gaan hebben verdachte en zijn mededader misbruik gemaakt van het vertrouwen dat normaal gesproken in deze documenten met bewijsbestemming wordt gesteld.
Verdachte is al eerder met politie en justitie in aanraking gekomen, ook wegens valsheid in geschrift. Hij is al eerder veroordeeld wegens het invullen van een vals adres op een huurcontract. De rechtbank neemt dit ten nadele van verdachte mee bij het bepalen van de strafmaat.
Bij het bepalen van de strafmaat neemt de rechtbank voorts in aanmerking de media-aandacht die aan de zaak is besteed. In de media is uitvoerig bericht dat het in deze ging om een zeer grote mensensmokkelzaak. Verdachte heeft hiervan naar eigen zeggen zowel privé als zakelijk veel schade ondervonden. Juist ten aanzien van dit deel van de verwijten wordt verdachte vrijgesproken. Voorts neemt de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat mee de omstandigheid dat verdachte geruime tijd op de inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft moeten wachten en het feit dat de bewezenverklaarde strafbare feiten al geruime tijd geleden gepleegd zijn. Gelet op deze omstandigheden, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie te hoog, mede gelet op de straffen die in soortgelijke zaken worden gevorderd en opgelegd.
Alles afwegend komt de rechtbank tot het oordeel dat voor het bewezenverklaarde dient te worden opgelegd een werkstraf van 150 uren.
Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte wel een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 2 maanden teneinde de ernst van de feiten te benadrukken en verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen.
7 Het beslag
7.1 De onttrekking aan het verkeer en teruggave aan verdachte
Op de beslaglijst staan onder één kopje diverse bescheiden vermeld. Het is de rechtbank uit het dossier niet duidelijk geworden welke bescheiden betrekking hebben op de bewezenverklaarde strafbare feiten.
De rechtbank is van oordeel dat de stukken, betrekking hebbend op de adressen zoals bewezenverklaard onder feit 4, vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer nu daarmee de strafbare feiten zijn begaan. Het bezit van valselijk opgemaakte stukken is bovendien in strijd met de wet en het algemeen belang.
De overige stukken kunnen geretourneerd worden aan verdachte.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 36b, 36c, 47, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2, 3, 5 en 6 tenlastegelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Feit 4
Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van twee (2) maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van honderdvijftig (150) uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast 75 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de uitvoering van de werkstraf naar rato van twee uur per dag;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
de stukken betrekking hebbend op de adressen zoals bewezen verklaard onder feit 4;
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen van alle overige stukken.
Dit vonnis is gewezen door mr. Alferink, voorzitter, mr. Scheffers en mr. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Kersten, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 30 januari 2008.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2004 tot en met
31 december 2004 in de gemeente(s) Tilburg en/of Eindhoven en/of Deventer
en/of Dordrecht en/of Heemskerk en/of Almelo en/of Venray en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, er
een beroep of gewoonte van heeft gemaakt om (telkens) een of meer
persoon/personen, te weten:
(vreemdelingen in startpv)
[vreemdeling], geboren op 1 januari 1981 te Palu, Turkse nationaliteit (blz.
186-200) en/of
[vreemdeling], geboren op 2 april 1975 te Aksaray, Turkse nationaliteit (blz.
201-213) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 juni 1978 te Karaman, Turkse nationaliteit (blz.
214-224) en/of
[vreemdeling], geboren op 20 augustus 1977 te Zarzis, Tunesische
nationaliteit (blz. 225-236) en/of
[vreemdeling], geboren op 5 november 1974 te Jiangsu, Chinese nationaliteit
(blz.237-241) en/of
[vreemdeling], geboren op 15 februari 1967 te Jalandhar, Indiase nationaliteit
(blz. 242-250) en/of
[vreemdeling], geboren op 8 september 1959 te Hussein Dey, Algerijnse nationaliteit
(blz. 251-261) en/of
[vreemdeling], geboren op 27 juli 1957 te Oran, Marokkaanse nationaliteit
(blz. 262-275) en/of
[vreemdeling], geboren op 3 augustus 1963 te Palu, Turkse nationaliteit (blz.
276-288) en/of
[vreemdeling], geboren op 7 juli 1967 te Karaman, Turkse nationaliteit (blz.
289-301) en/of
[vreemdeling] geboren op 1 januari 1966 te Elazig, Turkse nationaliteit (blz.
302-311) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 januari 1970 te Palu, Turkse nationaliteit (blz.
312-323) en/of
[vreemdeling], geboren op 19 januari 1981 te Gharbiya,
Egyptische nationaliteit (blz. 324-336) en/of
[vreemdeling], geboren op 27 september 1964 te El Gharbia,
Egyptische nationaliteit (blz. 337-348) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 februari 1966 te Aksaray, Turkse nationaliteit (blz.
349-373) en/of
[vreemdeling], geboren op 2 april 1973 te Tataouine, Tunesische
nationaliteit (blz. 374-389) en/of
[vreemdeling], geboren op 3 maart 1967 te Khamano Khurd, Indiase nationaliteit
(blz. 390-404) en/of
[vreemdeling], geboren op 20 oktober 1961 te Souma, Algerijnse nationaliteit
(blz. 405-423) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 juli 1954 te Beni Bouhklef, Marokkaanse nationaliteit
(blz. 424-436) en/of
[vreemdeling], geboren op 10 oktober 1965 te Dakahlia, Egyptische
nationaliteit (blz. 437-444) en/of
[vreemdeling] geboren op 1 juli 1975 te Mostaganem, Algerijnse nationaliteit
(blz. 445-453) en/of
(vreemdelingen in zaakdossiers)
[vreemdeling], geboren op 2 mei 1977 te Blida, Algerijnse nationaliteit (zaak 9,
blz. 1262-1296) en/of
[vreemdeling], geboren op 15 juni 1980 te Fujian, Chinese nationaliteit (zaak 13
blz. 1576-1610) en/of
[vreemdeling], geboren op 3 mei 1973 te Aksaray, Turkse nationaliteit (zaak 14,
blz. 1611-1701) en/of
[vreemdeling] geboren op 19 juli 1977 te Aksaray, Turkse nationaliteit (zaak 15,
blz. 1702-1811) en/of
[vreemdeling], geboren op 23 april 1961 te Bolay, Turkse nationaliteit (zaak 18,
blz. 2014-2100) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 februari 1974 te Ermenek, Turkse nationaliteit (zaak
31, blz. 2571-2656) en/of
[vreemdeling], geboren op 26 maart 1975 te Beni Bouyafrour, Marokkaanse
nationaliteit (zaak 32, blz. 2657-2732) en/of
[vreemdeling], geboren op 3 november 1965 te Rukum, Nepalese nationaliteit (zaak
33, blz. 2733-2789) en/of
[vreemdeling] geboren op 1 oktober 1973 te Chomrassen, Tunesische nationaliteit
(zaak 34, blz. 2790-2850) en/of
[vreemdeling], geboren op 26 november 1980 te Medenine, Tunesische nationaliteit
(zaak 35, blz. 2851-2908) en/of
[vreemdeling], geboren op 7 augustus 1959 te Mus, Turkse nationaliteit (zaak 45,
blz. 3797-3865) en/of
[vreemdeling] geboren op 20 januari 1955 te Dineksaray, Turkse nationaliteit
(zaak 46, blz. 3866-3958) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 juli 1951 te Druzhkopil, Oekraïense nationliteit (zaak
48, blz. 4031-4197)
althans telkens (een) ander(en), uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het
zich verschaffen van toegang tot of verblijven in Nederland of enige staat
welke was gehouden mede ten behoeve van Nederland grenscontrole uit te oefenen
en/of (telkens) die persoon/personen daartoe uit winstbejag gelegenheid,
middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat de toegang
of dat verblijf wederrechtelijk was, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn
mededader(s) (telkens)
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over het maken van (een)
afspraak/afspraken bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een)
verblijfsvergunning(en) zonder MVV (machtiging voorlopig verblijf) voor een of
meer van bovengenoemde personen en/of
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over wanneer verdachte
en/of zijn mededader(s) en/of die persoon/personen elkaar zouden ontmoeten
en/of
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) en/of met die persoon/personen (een)
prijsafspraak/prijsafspraken gemaakt, althans gesproken over (een)
geldbedrag(en) die door die persoon/personen aan verdachte en/of zijn
mededader(s) diende(n) te worden betaald voor het aanvragen van (een)
verblijfsvergunning(en) zonder MVV, althans voor te leveren en/of bewezen
diensten en/of
- (telefonisch) met die persoon/personen (een) afspraak/afspraken gemaakt
over datum en/of tijdstip waarop hij/zij vanuit het buitenland naar Nederland
zou(den) komen en/of
- die persoon/personen vanuit het buitenland naar Nederland vervoerd, althans
voor die persoon/personen het vervoer vanuit het buitenland naar Nederland
geregeld/verzorgd en/of
- voor die persoon/personen (telefonisch) (een) afspraak/afspraken gemaakt bij
(een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder
MVV en/of
- die persoon/personen aangemeld voor en/of begeleid en/of vergezeld naar
(een) gemeente(s) bij het indienen van (een) aanvraag/aanvragen
verblijfsvergunning zonder MVV en/of
- voor die persoon/personen het woord gevoerd bij (een) gemeente(s) bij het
aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder MVV, althans (daarbij) voor
die persoon/personen opgetreden als tolk/vertaler en/of
- voor die persoon/personen (een) aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning
zonder MVV ingevuld en/of
- voor die persoon/personen (fictieve) woonruimte en/of (een)
(fictief/fictieve) (verblijf)adres(sen) geregeld/verzorgd en/of
- die persoon/personen advies gegeven omtrent woonruimte en/of (een)
verblijfadres(sen) en/of
- voor die persoon/personen (een) (fictief/fictieve) huurcontract(en) geregeld
en/of verzorgd en/of opgemaakt/opgesteld
- in elk geval is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) die persoon/personen
behulpzaam geweest bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder
MVV bij (een) gemeente(s);
art 197a lid 1/3 sr (oud)
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 januari 2005 tot en met 7
juni 2005 in de gemeente(s) Bergen op Zoom en/of Alkmaar en/of Weert en/of
Gouda en/of Roermond en/of Zwijndrecht en/of Eindhoven en/of Helmond en/of
Venlo en/of Enschede en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met
(een) ander(en), althans alleen, er een beroep of gewoonte van heeft gemaakt
om (telkens) een of meer persoon/personen, te weten:
[vreemdeling], geboren op 4 januari 1964 te Bangalore, Indiase
nationaliteit (zaak 5, blz. 1046-1093) en/of
[vreemdeling] geboren op 27 juli 1978 te Lasi, Roemeneense nationaliteit (zaak
6, blz. 1094-1158) en/of
[vreemdeling], geboren op 25 januari 1977 te Akdagmadeni, Turkse nationaliteit
(zaak 7, blz. 1159-1230) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 april 1972 te Söke, Turkse nationaliteit (zaak 8, blz.
1231-1261) en/of
[vreemdeling], geboren op 30 september 1967 te Lale, Turkse nationaliteit (zaak
10, blz. 1297-1375) en/of
[vreemdeling], geboren op 11 januari 1986 te Douar Ait Said, Marokkaanse
nationaliteit (zaak 11, blz. 1376-1459) en/of
[vreemdeling] geboren op 21 juli 1973 te Horasan, Turkse nationaliteit (zaak 12,
blz. 1460-1575) en/of
[vreemdeling], geboren op 17 augustus 1982 te Tadjena Chlef, Algerijnse
nationliteit (zaak 17, blz. 1943-2013) en/of
[vreemdeling], geboren op 20 maart 1970 te Tafersit, Marokkaanse nationaliteit
(zaak 20, blz. 2151-2233) en/of
[vreemdeling], geboren op 6 juli 1979 te Bozkir, Turkse nationaliteit (zaak 21,
blz. 2234-2346) en/of
[vreemdeling], geboren op 5 augustus 1980 te Fes, Marokkaanse nationaliteit
(zaak 22, blz. 2347-2400) en/of
[vreemdeling], geboren op 28 april 1976 te Dellys, Algerijnse nationaliteit (zaak
23, blz. 2401-2438) en/of
[vreemdeling] geboren op 15 augustus 1973 te Khenchela, Algerijnse nationaliteit
(zaak 24, blz. 2439-2459) en/of
[vreemdeling], geboren op 1 juni 1975 te Tigzirt, Algerijnse nationaliteit
(zaak 27, blz. 2460-2478) en/of
[vreemdeling], geboren op 30 april 1981 te Istok, Joegoslavische
nationaliteit (zaak 28, blz. 2479-2503) en/of
[vreemdeling], geboren op 19 april 1977 te Ghomrassen, Tunesische nationaliteit
(zaak 29, blz. 2504-2544) en/of
[vreemdeling], geboren op 26 mei 1968 te Biskra, Algerijnse nationaliteit (zaak
30, blz. 2545-2570) en/of
[vreemdeling] geboren op 23 september 1978 te Taza, Marokkaanse nationaliteit
(zaak 39, blz. 3009-3341) en/of
[vreemdeling], geboren op 5 oktober 1974 te Gorum-Iskilip, Turkse nationaliteit
(zaak 40, blz. 3342-3577) en/of
[vreemdeling] geboren op 13 juli 1980 te Beni Hellal, Marokkaanse nationaliteit
(zaak 42, blz. 3578-3624) en/of
[vreemdeling], geboren op 20 oktober 1973 te Saka, Marokkaanse nationaliteit (zaak
44, blz. 3625-3796) en/of
[vreemdeling], geboren op 15 augustus 1977 te Bangelore, Indiase
nationaliteit (zaak 47, blz. 3959-4030) en/of
[vreemdeling], geboren op 10 juni 1976 te Douar Bniboukhlef, Marokkaanse
nationaliteit (zaak 49, blz. 4198-4260)
althans (telkens) (een) ander(en), uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het
zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de
Europese Unie, Ijsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op
15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van
migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15
november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale
georganiseerde misdaad en/of (telkens) die persoon/personen daartoe uit
winstbejag gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, immers
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over het maken van (een)
afspraak/afspraken bij (een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een)
verblijfsvergunning(en) zonder MVV (machtiging voorlopig verblijf) voor een of
meer van bovengenoemde personen en/of
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) gesproken over wanneer verdachte
en/of zijn mededader(s) en/of die persoon/personen elkaar zouden ontmoeten
en/of
- (telefonisch) met zijn/hun mededader(s) en/of met die persoon/personen (een)prijsafspraak/prijsafspraken gemaakt, althans gesproken over (een)
geldbedrag(en) die door die persoon/personen aan verdachte en/of zijn
mededader(s) diende(n) te worden betaald voor het aanvragen van (een)
verblijfsvergunning(en) zonder MVV, althans voor te leveren en/of bewezen
diensten en/of
- voor die persoon/personen (telefonisch) (een) afspraak/afspraken gemaakt bij
(een) gemeente(s) voor het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder
MVV en/of
- die persoon/personen aangemeld voor en/of begeleid en/of vergezeld naar
(een) gemeente(s) bij het indienen van (een) aanvraag/aanvragen
verblijfsvergunning zonder MVV en/of
- voor die persoon/personen het woord gevoerd bij (een) gemeente(s) bij het
aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder MVV, althans (daarbij) voor
die persoon/personen opgetreden als tolk/vertaler en/of
- voor die persoon/personen (een) aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning
zonder MVV ingevuld en/of
- voor die persoon/personen (fictieve) woonruimte en/of (een)
(fictief/fictieve) (verblijf)adres(sen) geregeld/verzorgd en/of
- die persoon/personen advies gegeven omtrent woonruimte en/of (een)
verblijfadres(sen) en/of
- voor die persoon/personen (een) (fictief/fictieve) huurcontract(en) geregeld
en/of verzorgd en/of opgemaakt/opgesteld
- in elk geval is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) die persoon/personen
behulpzaam geweest bij het aanvragen van (een) verblijfsvergunning(en) zonder
MVV bij (een) gemeente(s);
art. 197a lid 2/4 sr (nieuw)
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 8 juni 2005 tot en met 9
juni 2005 te Maastricht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging
met (een) ander(en), althans alleen, een ander, te weten [medeverdachte], geboren
op 1 mei 1969 te Ras Jebel, Tunesische nationaliteit, behulpzaam is/zijn
geweest bij het verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of
een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of
een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee
en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York
totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die
ander daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) [medeverdachte] met een auto
vanuit Frankrijk en/of Belgie, althans vanuit het buitenland, naar Nederland
vervoerd, althans laten vervoeren en/of met zijn mededader(s) (telefonisch)
afspraken gemaakt over het aanvragen van een verblijfsvergunning zonder MVV
(Machtiging Voorlopig Verblijf) voor [medeverdachte] en/of over de lokatie en/of de
datum en/of het tijdstip waarop hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of
[medeverdachte] elkaar zouden treffen; (zaak 3 blz. 1636-1855)
197a lid 1 sr (nieuw)
art 197a lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 september 2003 tot en met
9 juni 2005 in de gemeente(s) Bergen op Zoom en/of Eindhoven en/of Tilburg
en/of Dordrecht en/of Maastricht en/of Alkmaar en/of Zwijndrecht en/of Bergen
op Zoom en/of Etten-Leur en/of Gouda en/of Weert en/of Venlo en/of Enschede
en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer
aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning zonder MVV (Machtiging Voorlopig
Verblijf) en/of (kamer)huurcontract(en) en/of huurovereenkomst(en) en/of
verklaring(en) geen bezwaar tegen inschrijving, althans soortgelijke
verklaring(en), - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van
enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk
- op dat/die aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning zonder MVV en/of
(kamer)huurcontract(en) en/of huurovereenkomst(en) en/of verklaring(en) (een)
(fictief/fictieve) adres(sen) ingevuld
(Eindhoven: Woldberglaan 1, Tonnaertstraat 16, Piuslaan 107, Texelstraat 10,
Jan van der Heijdenstraat 22, Strijpsestraat 13 (allen zaak 1), Geldrop:
Wielstraat 14 (zaak 1), Maastricht: Kasteel Liebeekstraat 21 (zaken 3 en 4),
Heerhugowaard: Liede 33 (zaak 5), Alkmaar: Amalia van Solmsstraat 164 (zaak
7), Breitnerhof 64 (zaak 8), Dordrecht: Schuilenburg 29 (zaak 13), Eindhoven:
Neushoornstraat 310 (zaak 15), Enschede: De Klomp 103 (zaak 15), Zwijndrecht:
Jupiterlaan 12 (zaak 17), Uranusstraat 1 (zaken 17, 27, 28, 29, 30), Vinkplein
28 (zaken 22 t/m 24), Eindhoven: Woenselsemarkt 41 (zaak 18), Bergen op Zoom :
Prins Mauritsstraat 6 (zaak 21), Tilburg: Poststraat 43 (zaken 31 t/m 35),
Etten-Leur: Triangeldreef 51 (zaak 39), Gouda: Olympiadeplein 73 (zaak 40),
Weert: Friezenstraat 21 (zaak 42), Pastoor Frantzenstraat 15 (zaak 49),
Blerick: Kloosterstraat 56a (zaak 44), Enschede: Renbaanstraat 8 (zaak 47),
Eindhoven: Winkelstraat 10, Kalverstraat 22, Jan Heinslaan 143, Hobbemastraat
24, Bredalaan 133, Edisonstraat 150a, Zebrastraat 22 (allen bijlage 2, blz.
185 ev), Geldrop: Mierloseweg 92 I (bijlage 2, blz. 185 ev)),
welk(e) adres(sen) zou(den) moeten doorgaan voor het/de adres(sen) waar de
aanvrager(s) van de verblijfsvergunning zonder MVV zou(den) (gaan) wonen en/of
verblijven en/of
- op dat/die aanvraagformulier(en) verblijfsvergunning zonder MVV een
(standaard)grond(en) en/of (een) andere grond(en) dan de werkelijke grond(en)
(redenen voor verblijf in Nederland van de aanvrager(s)) ingevuld en/of
- dat/die (kamer)huurcontract(en) en/of huurovereenkomst(en
opgemaakt/opgesteld, wetende dat de in dat/die contract(en) en/of
overeenkomst(en) genoemde woning(en)/kamer(s) feitelijk niet werd(en) gehuurd
en/of verhuurd en/of
- dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) opgemaakt/opgesteld, als ware
dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) opgemaakt/opgesteld door de
verhuurder(s) van de in dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) genoemde
kamer(s)/woning(en) en/of
- (een) handtekening(en) onder dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en)
geplaatst welke handtekening(en) moest(en) doorgaan voor de handtekening(en)
van de in dat/die contract(en) en/of overeenkomst(en) genoemde verhuurder(s)
en/of
- (een) handtekening(en) geplaatst onder die verklaring(en) geen bezwaar
tegen inschrijving, althans (een) soortgelijke verklaring(en), welke
handtekening(en) moest(en) doorgaan voor die van de bewoner(s) van de/het in
die verklaring(en) genoemde adres(sen),
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in de periode van 1 januari 2004 tot en met 9 juni 2005 te Eindhoven
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, F. [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van
(ongeveer) 785,50 euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte
en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
zich voor die [slachtoffer 1] voorgedaan als advocaat, althans voor die [slachtoffer 1]
verzwegen dat hij, verdachte, geen advocaat meer was en/of die [slachtoffer 1]
toegezegd/beloofd dat hij, verdachte, voor [vreemdeling] (zwager van F.
[slachtoffer 1]) een verblijfsvergunning zou regelen en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat
die [slachtoffer 1] de nota moest betalen, waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot
bovenomschreven afgifte; (pv blz. 9545-9547)
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in de periode van 1 augustus 2003 tot en met 31 december 2003 te Eindhoven
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, S. [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van
(ongeveer) 636,50 euro, in elk geval van enig geldbedrag, hebbende verdachte
en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
tegen die [slachtoffer 2] en/of haar vriend, genaamd [vreemdeling], gezegd,
althans de indruk gewekt, dat hij, verdachte, voor [vreemdeling] een
verblijfsvergunning kon regelen/verzorgen en/of dat [vreemdeling] voor een MVV
(Machtiging Voorlopig Verblijf) niet naar Marokko hoefde en/of dat alles hier
(in Nederland) te regelen was en/of die [slachtoffer 2] en/[vreemdeling] niet (volledig)
ingelicht over het MVV-vereiste en/of de procedure tot het aanvragen en/of
verkrijgen van een MVV, waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte; (pv blz. 9548-9550)
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht