ECLI:NL:RBBRE:2008:BC3089

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
29 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
470179 ov 07-3642
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van een ondercuratelestelling en benoeming van opvolgend curatrices na overlijden curator

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 29 januari 2008, werd een verzoek ingediend tot wijziging van een ondercuratelestelling. Dit verzoek was noodzakelijk geworden door het overlijden van de eerder benoemde curator, [J.H. S]. De verzoekster, die de belangen van de betrokkene vertegenwoordigt, vroeg om de benoeming van twee opvolgend curatrices, mw. [A. M.] en [P. R.], beiden werkzaam bij de Stichting Prospor Beheer & Bewindvoeringen voor Zeeland. De kantonrechter, mr. W.E.M. Verjans, beoordeelde het verzoek en stelde vast dat er geen bezwaren waren van de belanghebbenden tegen de benoeming van de voorgestelde curatrices.

De kantonrechter benadrukte dat volgens artikel 1:383 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek de rechter in principe één curator benoemt. Dit uitgangspunt is bedoeld om onenigheid tussen curatoren te voorkomen. De kantonrechter verwees naar een arrest van de Hoge Raad uit 2000, waarin werd geoordeeld dat in uitzonderlijke gevallen meer dan één curator kan worden benoemd, maar dat deze situatie zich hier niet voordeed.

Uiteindelijk besloot de kantonrechter om mw. [A. M.] te benoemen tot opvolgend curatrice, aangezien zij zich bereid had verklaard het curatorschap te aanvaarden en er geen bezwaren tegen haar benoeming waren. De beschikking werd ter openbare terechtzitting uitgesproken, en een kopie van de beschikking zou worden gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage voor aantekening in het Curateleregister. De beslissing was in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en de belangen van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 470179 OV VERZ 07-3642
beschikking d.d. 29 januari 2008 op een verzoek tot wijziging van een ondercuratelestelling
ingediend door
[verzoekster],
wonende te Ede,
hierna te noemen verzoekster,
inzake:
[betrokkene], geboren op [datum],
verblijvende te Halsteren,
hierna te noemen betrokkene.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het, via Rechtbank Arnhem sector kanton locatie Wageningen, op 28 december 2007 ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 1:385 van het Burgerlijk Wetboek met bijlagen;
b. de beschikking van de rechtbank te Dordrecht van 14 mei 1986;
c. het uittreksel uit het curateleregister betreffende betrokkene;
d. het uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende betrokkene;
e. de bereidverklaring van de hierna te benoemen curatrice;
f. de verklaring van geen bezwaar van de officier van justitie;
g. het uittreksel uit het register van overlijden betreffende de laatstbenoemde curator.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
1.3 Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
a. betrokkene;
b. verzoekster;
c. [J.S.], zoon van de overleden curator [J.H. S];
d. de voorgestelde curatrices.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt tot benoeming van een andere curator/curatrice over betrokkene vanwege het overlijden van de curator. Geen van de belanghebbenden heeft zich tegen het verzoek verweerd.
3. De beoordeling
3.1 Per 1 mei 2007 is in werking getreden de Wet van 22 november 2006, Stb. 2006, 589 (de Wet Herschikking). Krachtens deze wet is de kantonrechter vanaf die datum bevoegd kennis te nemen van onder meer verzoeken tot wijziging van een ondercuratelestelling.
3.2 Bij beschikking van de Rechtbank te Breda is betrokkene op 1 september 1959 onder curatele gesteld met benoeming van [J.S. (oud)] tot curator. Vervolgens is bij beschikking van de Rechtbank te Dordrecht van 14 mei 1986 [J.S. (oud)] ontslagen als curator over betrokkene en is [J.H. S], laatstelijk wonende te Ede, benoemd tot opvolgend curator. Zoals blijkt uit het overgelegde uittreksel uit het register van overlijden is deze inmiddels (op 16 juli 2005) overleden zodat thans een andere curator/curatrice moet worden benoemd. Verzocht wordt (aanvankelijk) om [P. R.] en mw. [A. M.], beiden werkzaam bij de Stichting Prospor Beheer & Bewindvoeringen voor Zeeland, gevestigd te 4460 MH Goes, Postbus 2303, tot opvolgend curatrices te benoemen. De Officier van Justitie heeft aangegeven, dat geen bezwaren bestaan tegen de benoeming van beide voorgestelde personen.
3.3 De belanghebbenden genoemd onder punt 1.3 b, c en d hebben schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen het benoemen van de voorgestelde curatrices over betrokkene.
3.4 Uitgangspunt van de wet (art. 1:383, lid 1 BW) is dat de rechter, in casu de kantonrechter, één curator/curatrice benoemt. Het belang hiervan is het voorkomen van onenigheid tussen de curatoren. In zijn arrest van 1 december 2000 (NJ 2001, 390) heeft de Hoge Raad de benoeming van meer dan één curator mogelijk gemaakt. Het betrof hierbij echter een verzoek van beide ouders om hen beiden te benoemen tot curator over hun zoon. De Hoge Raad oordeelt in deze zaak, dat de in art. 383 boek 1 BW besloten regel -dat slechts één curator kan worden benoemd- een inmenging is in het gezinsleven van de ouders en de zoon, als bedoeld in lid 2 van art: 8 EVRM. Een dergelijke omstandigheid doet zich in de onderhavige zaak echter niet voor, zodat de kantonrechter hier vast wenst te houden aan het wettelijk uitgangspunt om één curatrice te benoemen.
Na overleg met de verzoekende partij zal hierna mw. [A. M.], voornoemd, worden benoemd tot opvolgend curatrice.
3.5 De nieuw te benoemen curatrice kan natuurlijk geen verantwoording afleggen over de periode waarin het curatorschap over betrokkene werd verzorgd door (wijlen) de heer [J.H. S] en de periode na diens overlijden.
De taak van de nieuwe curatrice vangt aan de dag nadat deze beslissing, houdende haar benoeming, is verstrekt of verzonden (art. 1:383 lid 4 BW).
3.6 Aangezien de voorgestelde curatrice zich bereid heeft verklaard het curatorschap te aanvaarden en ten aanzien van haar geen bezwaren zijn gebleken, zal de rechtbank haar in die functie benoemen.
3.7 De kantonrechter zal hierna voorts verstaan, dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
4. De beslissing
De kantonrechter:
- benoemt over de onder curatele gestelde [betrokkene], geboren te Gorinchem op [datum], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Bergen op Zoom, tot curatrice mw. [A. M.], werkzaam bij Stichting Prospor Beheer & Bewindvoeringen voor Zeeland, [geboortedatum en plaats], gevestigd te 4460 MH Goes, Postbus 2303;
- verstaat dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 januari 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.