Uitspraak
RECHTBANK BREDA
1.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 200.000,- en vermindert de aanslag onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 10,12, en wijst de [Gemeente X] aan als de rechtspersoon die dit bedrag aan belanghebbende moet vergoeden;
- gelast dat de [Gemeente X] het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 39,- aan deze vergoedt.
2.Gronden
1 januari 2005 (hierna: de waardepeildatum), voor het tijdvak van 1 januari 2007 tot 1 januari 2008 vastgesteld op € 230.000,-. In het desbetreffende geschrift is ook de aanslag onroerende-zaakbelastingen over het jaar 2007 bekend gemaakt. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder de waarde gehandhaafd.
2.14. Na toetsing van hetgeen partijen over en weer in het geding hebben aangedragen en met inachtneming van al hetgeen hiervoor is overwogen, met name in 2.7, 2.10, 2.11 en 2.12, is de rechtbank van oordeel dat de waardering van de woning op de waardepeildatum op geen van de door beide partijen voorgestane waarden juist kan worden geacht. Nu in het geding de waarde van de woning niet duidelijk is geworden, bepaalt de rechtbank de waarde op de waardepeildatum in goede justitie op € 200.000,-.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;