ECLI:NL:RBBRE:2007:BJ9430
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke uitspraak inzake naheffingsaanslag omzetbelasting en vergrijpboete
Op 12 december 2007 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een naheffingsaanslag omzetbelasting en een vergrijpboete van 25% opgelegd aan de belanghebbende, een handelsonderneming in antiek en kunstvoorwerpen. De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag voor het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2002, na een controle door de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had de naheffingsaanslag opgelegd omdat de belanghebbende de margeregeling had toegepast en omzetbelasting had voldaan naar het verlaagde tarief van 6%, terwijl de inspecteur van mening was dat het algemene tarief van 17,5% van toepassing was.
Tijdens de zitting op 28 november 2007 heeft de gemachtigde van de belanghebbende, verbonden aan Buijssen Adviesgroep, de argumenten uiteengezet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur in zijn reactie op een brief van de belanghebbende geen toezegging heeft gedaan over het te hanteren omzetbelastingtarief. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur slechts algemene informatie had verstrekt en dat de belanghebbende hieraan geen rechten kon ontlenen.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de inspecteur ten onrechte had nageheven naar een tarief van 19% in plaats van 17,5%, maar dat het beroep op interne compensatie door de inspecteur slaagde. De rechtbank verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. drs. M.H. van Schaik, en partijen werden op 21 december 2007 aangetekend van de uitspraak op de hoogte gesteld.