zaak/rolnr.: 462865 OV VERZ 07-3260
beschikking d.d. 13 december 2007 op een verzoek tot ondercuratelestelling
[A] en [B], beiden wonende te [adres],
hierna te noemen verzoekers,
[betrokkene], geboren op [datum] te ‘s Gravenhage,
wonende te [adres],
hierna te noemen betrokkene.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 23 oktober 2007 ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 1:379 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
b. de geneeskundige verklaring betreffende betrokkene;
c. de uittreksels uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens betreffende betrokkene en de hierna te benoemen curatoren;
d. de akkoordverklaringen van de hierna te noemen belanghebbenden;
e. de bereidverklaringen van de hierna te benoemen curatoren;
f. de verklaring van geen bezwaar van de officier van justitie, ter griffie ontvangen op 2 november 2007;
g. de op 13 december 2007 ontvangen uitgebreide verklaring van de curatoren waarom zij ondercuratelestelling verzoeken, terwijl betrokkene reeds onder bewind staat.
1.2 De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
1.3 Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
a. betrokkene;
b. de broers en zussen van betrokkene;
c. de curatrice.
Het verzoek strekt tot wijziging van het, bij beschikking van de kantonrechter te Zevenbergen op 23 februari 1984, ingestelde bewind in ondercuratelestelling van betrokkene.
3.1 Per 1 mei 2007 is in werking getreden de Wet van 22 november 2006, Stb. 2006, 589 (de Wet Herschikking). Krachtens deze wet is de kantonrechter vanaf die datum bevoegd kennis te nemen van onder meer verzoeken tot wijziging van een ondercuratelestelling.
3.2 Uit de gedingstukken, waaronder de medische verklaring, blijkt dat betrokkene wegens een geestelijke stoornis - al dan niet met tussenpozen - niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen.
Het verzoek tot ondercuratelestelling wordt dan ook toegewezen. Het huidige bewind eindigt ex art. 1:449, lid 1 BW door ondercuratelestelling van rechthebbende.
3.3 De belanghebbenden hebben schriftelijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen de ondercuratelestelling van betrokkene en benoeming van de voorgestelde curatoren.
3.4 Aangezien de voorgestelde curatoren zich bereid hebben verklaard het curatorschap te aanvaarden en ten aanzien van deze geen bezwaren zijn gebleken, zal de kantonrechter hen in die functie benoemen.
3.5 Artikel 383, lid 1, van Boek 1 BW kent (helaas) nog steeds de wettelijke beperking dat slechts één curator kan worden benoemd. In zijn arrest van 1 december 2001 (NJ 2001,390) heeft de Hoge Raad toegestaan, dat beide ouders benoemd worden als curator over hun kind onder overeenkomstige toepassing van de wettelijke regels inzake de gezamenlijke voogdij. Met verwijzing naar art. 8 EVRM wordt inmiddels het benoemen van twee bewindvoerders in het kader van onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen (art. 1 431 e.v. BW) mogelijk geacht. Dit geldt ook voor het benoemen van twee mentoren bij mentorschap ten behoeve van meerderjarigen (art. 1:450 e.v BW). De kantonrechter verwijst naar de Aanbevelingen van het Landelijk Overleg Kantonsectorvoorzitters (LOK). Voorwaarde is steeds dat het belang van betrokkene zich niet tegen deze benoeming verzet. De wet geeft voorts zowel bij curatele, meerderjarigenbewind als ook bij mentorschap aan, dat de te benoemen curator, bewindvoerder en mentor bij voorkeur moet worden gezocht binnen kort gezegd- de (naaste) familiekring. In deze zaak verzoeken de broer van betrokkene en zijn partner te worden benoemd tot curatoren over betrokkene. De overige broers en zusters van betrokkene sluiten zich aan bij dit verzoek. De kantonrechter concludeert dat binnen de familie overeenstemming is over de te benoemen curatoren, die in de toekomst gezamenlijk de zorg voor betrokkene wensen te gaan dragen. Dit is een goede zaak en zeker in het belang van betrokkene. De kantonrechter zal hierna de voorgestelde curatoren dan ook in hun functie benoemen.
3.6 De kantonrechter zal hierna voorts verstaan, dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
3.7 Ex art. 1:390 BW zijn de curatoren gehouden om deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen te publiceren in de Staatscourant alsmede in twee door de kantonrechter aan te wijzen dagbladen. Ingeval de curatoren daarmede nalatig zijn, zijn zij zelf hoofdelijk gehouden aan derden de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden. Curatoren dienen zo spoedig mogelijk na publicatie aan de griffier van deze rechtbank bewijsstukken te sturen waaruit blijkt dat zij aan bovengenoemde publicatieverplichting hebben voldaan.
- stelt onder curatele [betrokkene], geboren te ‘s-Gravenhage op [datum], ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente [X];
- benoemt over deze tot curatoren:
[A], geboren te ‘s-Gravenhage op [datum] en
[B], geboren te Tietjerksteradeel op [datum], beiden wonende te [adres]
- bepaalt dat verzoekers deze uitspraak tot ondercuratelestelling binnen tien dagen publiceert in de Staatscourant en wijst aan als dagbladen waarin deze uitspraak door verzoekers moet worden bekend gemaakt:
- het dagblad "Algemeen Dagblad" te Rotterdam en
- het dagblad "BN-De Stem" te Breda;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- verstaat dat een kopie van deze beschikking wordt gezonden aan de Griffier van de Rechtbank te ’s-Gravenhage in verband met aantekening in het Curateleregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 december 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.