ECLI:NL:RBBRE:2007:BB9234
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om nakosten in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 4 december 2007, is een verzoekschrift ingediend door de besloten vennootschap LINDORFF B.V., voorheen TRANSFAIR B.V., met als gemachtigde gerechtsdeurwaarder M.G. de Jong. Het verzoek strekt tot het afgeven van een bevelschrift waarin de verwerende partij wordt bevolen om nakosten te betalen. De verwerende partij heeft in een eerdere procedure, zaaknummer 342980 CV EXPL 05-1065, een veroordeling gekregen tot betaling van proceskosten, die op € 550,10 zijn begroot, inclusief een bedrag van € 270,00 voor de gemachtigde van de verzoekende partij.
De verzoekende partij heeft gesteld dat er na de eerdere uitspraak kosten zijn gemaakt om de verwerende partij te bewegen tot nakoming van de verplichtingen uit het vonnis. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de verzoekende partij deze kosten gespecificeerd. De verwerende partij heeft echter aangevoerd dat er een betalingsregeling is getroffen en dat alle termijnen zijn voldaan. De verwerende partij is niet verschenen op de mondelinge behandeling, waardoor de werkzaamheden van de verzoekende partij niet zijn weersproken.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat, aangezien de werkzaamheden niet zijn betwist, het verzoek om nakosten moet worden toegewezen. De nakosten zijn vastgesteld op € 100,00, conform het geldende liquidatietarief. De beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. De verwerende partij is bevolen dit bedrag aan de verzoekende partij te betalen tegen behoorlijk bewijs van kwijting.