ECLI:NL:RBBRE:2007:BB9233

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
4 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
458043 ov 07-2858
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot betaling van nakosten na rechterlijke uitspraak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 4 december 2007, is een verzoekschrift ingediend door de besloten vennootschap WEHKAMP B.V. tegen een verwerende partij, die in persoon procedeerde. Het verzoek strekte tot het afgeven van een bevelschrift voor de betaling van nakosten, voortvloeiend uit een eerdere uitspraak van de kantonrechter. In een eerdere procedure, met zaaknummer 356321 CV EXPL 05-3210, had de kantonrechter op 22 juni 2005 de vordering van verzoekende partij toegewezen en verwerende partij veroordeeld in de proceskosten, die toen waren vastgesteld op € 441,43, inclusief een bedrag van € 175,00 voor de gemachtigde van verzoekende partij.

Tijdens de mondelinge behandeling op 27 november 2007 heeft verzoekende partij gespecificeerd welke werkzaamheden zijn verricht om verwerende partij tot nakoming van haar verplichtingen te bewegen. De verwerende partij heeft erkend dat deze werkzaamheden zijn uitgevoerd, maar voerde aan dat er inmiddels een betalingsregeling was getroffen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de erkenning van de verrichte werkzaamheden, het verzoek tot betaling van nakosten toewijsbaar was.

De kantonrechter heeft in zijn beschikking de nakosten vastgesteld op € 87,50, conform artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De verwerende partij is bevolen dit bedrag aan verzoekende partij te betalen tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Deze beslissing is genomen door mr. W.E.M. Verjans en uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 458043 OV VERZ 07-2858
beschikking d.d. 4 december 2007
op een verzoekschrift van
de besloten vennootschap WEHKAMP B.V.,
gevestigd te Zwolle,
verzoekende partij,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder M.G. de Jong te Arnhem,
tegen
[verweerder],
wonende te [adres],
verwerende partij,
procederend in persoon.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit:
- het op 12 september 2007 ter griffie binnengekomen verzoekschrift, met bijlagen,
- het verweerschrift;
- de akte houdende bewijs ten behoeve van mondelinge behandeling van de zijde van verzoekende partij;
- de aantekeningen van de griffier tijdens de mondelinge behandeling van 27 november 2007.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. Het verzoek en de beoordeling
2.1 Het verzoek strekt tot het afgeven van een bevelschrift, waarin verwerende partij wordt bevolen om aan verzoekende partij een bedrag ter zake van nakosten te betalen.
2.2 In de procedure tussen partijen met zaaknummer 356321 CV EXPL 05-3210 heeft de kantonrechter bij vonnis van 22 juni 2005 de vordering van verzoekende partij toegewezen en verwerende partij volledig veroordeeld in de proceskosten, tot aan de datum van de uitspraak begroot op € 441,43, waarvan € 175,00 aan salaris voor de gemachtigde van verzoekende partij.
2.3 Verzoekende partij heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat na deze rechterlijke uitspraak kosten in de zin van artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) zijn gemaakt teneinde verwerende partij tot nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van het vonnis te bewegen. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft verzoekende partij die werkzaamheden bij akte gespecificeerd.
2.4 De verwerende partij heeft aangevoerd dat tussen partijen inmiddels een betalingsregeling is getroffen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij erkend dat verzoekende partij de gestelde werkzaamheden heeft verricht.
2.5 Nu vaststaat dat de door verzoekende partij gestelde werkzaamheden zijn verricht zal het verzoek worden toegewezen. Het nasalaris van de gemachtigde van verzoekende partij zal conform het geldende liquidatietarief worden vastgesteld op
€ 87,50.
3. De beslissing
De kantonrechter:
- wijst het verzoek toe en stelt de nakosten, zoals bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv, vast op € 87,50;
- beveelt verwerende partij dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan verzoekende partij te betalen.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 december 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.