ECLI:NL:RBBRE:2007:BB9233
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot betaling van nakosten na rechterlijke uitspraak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 4 december 2007, is een verzoekschrift ingediend door de besloten vennootschap WEHKAMP B.V. tegen een verwerende partij, die in persoon procedeerde. Het verzoek strekte tot het afgeven van een bevelschrift voor de betaling van nakosten, voortvloeiend uit een eerdere uitspraak van de kantonrechter. In een eerdere procedure, met zaaknummer 356321 CV EXPL 05-3210, had de kantonrechter op 22 juni 2005 de vordering van verzoekende partij toegewezen en verwerende partij veroordeeld in de proceskosten, die toen waren vastgesteld op € 441,43, inclusief een bedrag van € 175,00 voor de gemachtigde van verzoekende partij.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 november 2007 heeft verzoekende partij gespecificeerd welke werkzaamheden zijn verricht om verwerende partij tot nakoming van haar verplichtingen te bewegen. De verwerende partij heeft erkend dat deze werkzaamheden zijn uitgevoerd, maar voerde aan dat er inmiddels een betalingsregeling was getroffen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de erkenning van de verrichte werkzaamheden, het verzoek tot betaling van nakosten toewijsbaar was.
De kantonrechter heeft in zijn beschikking de nakosten vastgesteld op € 87,50, conform artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De verwerende partij is bevolen dit bedrag aan verzoekende partij te betalen tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Deze beslissing is genomen door mr. W.E.M. Verjans en uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van de griffier.