ECLI:NL:RBBRE:2007:BB9113

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
29 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 05/5012
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 29 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting die op 30 maart 2005 was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000. Het beroep werd ingesteld bij brief van 13 december 2005, die op 20 december 2005 door de rechtbank was ontvangen. De rechtbank heeft een griffierecht van € 138 geheven voor de behandeling van het beroep.

Tijdens de zitting op 23 oktober 2006 te Breda heeft de belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, verklaard alle grieven ten aanzien van de naheffingsaanslag te laten varen. De rechtbank heeft geconstateerd dat, gezien deze verklaring, er geen gronden meer waren om het beroep te honoreren. De rechtbank heeft daarom het beroep ongegrond verklaard.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. J.J.J. Engel en de rechters mr. A.A. den Hartog en mr.drs. G.H.C. Blommers. De uitspraak is op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. J.M.J.F. Jansen. Tegen deze uitspraak staat voor partijen de mogelijkheid open om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 05/5012
Uitspraakdatum: 29 oktober 2007
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende], wonende te [woonplaats], eiser,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Eiser en verweerder worden hierna ook aangeduid als respectievelijk belanghebbende en inspecteur.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 op 30 maart 2005 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd.
1.2. Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 13 december 2005, ontvangen bij de rechtbank op 20 december 2005, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 138.
1.3. De inspecteur heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.4. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 oktober 2006 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, zijn gemachtigde, alsmede de inspecteur,
2. Gronden
2.1. Ter zitting heeft belanghebbende uitdrukkelijk verklaard alle grieven ten aanzien van de naheffingsaanslag te laten varen.
2.2. Reeds gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
3. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
4. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 29 oktober 2007 door mr. J.J.J. Engel, voorzitter, mr. A.A. den Hartog en mr.drs. G.H.C. Blommers, rechters, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. J.M.J.F. Jansen, griffier.
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.