ECLI:NL:RBBRE:2007:BB9113
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J.J. Engel
- A.A. den Hartog
- G.H.C. Blommers
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 29 oktober 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting die op 30 maart 2005 was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000. Het beroep werd ingesteld bij brief van 13 december 2005, die op 20 december 2005 door de rechtbank was ontvangen. De rechtbank heeft een griffierecht van € 138 geheven voor de behandeling van het beroep.
Tijdens de zitting op 23 oktober 2006 te Breda heeft de belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, verklaard alle grieven ten aanzien van de naheffingsaanslag te laten varen. De rechtbank heeft geconstateerd dat, gezien deze verklaring, er geen gronden meer waren om het beroep te honoreren. De rechtbank heeft daarom het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. J.J.J. Engel en de rechters mr. A.A. den Hartog en mr.drs. G.H.C. Blommers. De uitspraak is op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. J.M.J.F. Jansen. Tegen deze uitspraak staat voor partijen de mogelijkheid open om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.