ECLI:NL:RBBRE:2007:BB7632
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstel van uitspraak inzake monumentenvergunning voor beschermd rijksmonument Benedenkade 11 te Willemstad
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 1 oktober 2007 uitspraak gedaan over de aanvraag van Venstuco B.V. voor een monumentenvergunning voor het afbreken en herbouwen van het als beschermd rijksmonument aangewezen pand aan de Benedenkade 11 te Willemstad. De aanvraag was eerder afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, omdat verweerder de adviezen van de commissie Welstandszorg Noord-Brabant en de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten niet zonder meer aan het besluit ten grondslag had mogen leggen. Hierdoor is de aanvraag opengevallen, wat betekent dat de vergunning geacht wordt te zijn verleend, omdat de termijn van vier maanden na ontvangst van de adviezen is verstreken.
De rechtbank heeft de uitspraak van 1 oktober 2007 hersteld, omdat in het dictum een onjuistheid was vermeld. De rechtbank heeft nu bepaald dat verweerder een nieuw besluit moet nemen op de aanvraag van eiseres, en dat één van de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijft. Dit houdt in dat de vergunning geacht wordt te zijn verleend, omdat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken. De rechtbank heeft ook bepaald dat de gemeente Moerdijk het door eiseres betaalde griffierecht van € 285,-- moet vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van eiseres moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 644,--.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J.L. Woerdeman, rechter, en in tegenwoordigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, in het openbaar uitgesproken. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de procedure rondom monumentenvergunningen en de gevolgen van het niet tijdig beslissen door het bestuursorgaan verduidelijkt.