ECLI:NL:RBBRE:2007:BB7581
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot instelling van meerderjarigenbewind afgewezen wegens gebrek aan lichamelijk of geestelijk gebrek
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 6 november 2007 een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind afgewezen. Het verzoek was ingediend door [WvG], die aangaf problemen te hebben met schuldeisers en begeleiding te willen van de voorgestelde bewindvoerder, Bewindvoering Brabant vof. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een lichamelijk of geestelijk gebrek, zoals vereist volgens artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek. Tijdens de mondelinge behandeling verklaarde [WvG] dat hij ongeveer € 8.000,00 à € 9.000,00 aan schulden had, voornamelijk ontstaan door een lening voor de aanschaf van een auto. Hij stond echter niet onder doktersbehandeling en enkel het hebben van schulden werd door de kantonrechter als onvoldoende beschouwd voor toewijzing van het verzoek tot onderbewindstelling.
De kantonrechter benadrukte dat er een lichamelijke of geestelijke stoornis moet zijn die een behoorlijk vermogensbeheer in de weg staat. Aangezien dit niet het geval was, werd het verzoek afgewezen. De rechtbank merkte op dat de wettelijke beschermingsmaatregel niet mag worden toegepast met het doel om schuldensanering te bereiken, aangezien er andere mogelijkheden zijn, zoals de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) of schuldensanering via de Gemeentelijke Kredietbank. De kantonrechter concludeerde dat er geen grond was voor onderbewindstelling en wees het verzoek af.
De beschikking werd gegeven door mr. W.E.M. Verjans en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak of betekening.