ECLI:NL:RBBRE:2007:BB6539
Rechtbank Breda
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Beslissing over continuering VWO onderwijs op Merletcollege in Grave
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Breda op 26 oktober 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen ouders van leerlingen van het Merletcollege in Grave en de vereniging ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS (OMO). De ouders vorderden dat OMO de lessen in de bovenbouw VWO op de Merletlocatie te Grave zou continueren, ondanks het ontbreken van bekostiging door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De voorzieningenrechter oordeelde dat OMO verplicht is om het onderwijs aan de leerlingen in Grave voort te zetten, totdat er een onherroepelijke rechterlijke beslissing is genomen in de bodemprocedure die door de ouders is aangespannen. De rechter benadrukte het belang van de leerlingen, die anders geconfronteerd zouden worden met een abrupte beëindiging van hun onderwijs en de noodzaak om naar Cuijk te reizen voor hun lessen.
De voorzieningenrechter stelde vast dat OMO in het verleden geen toestemming had verkregen voor het aanbieden van VWO onderwijs in Grave, maar dat dit niet automatisch leidde tot een sluiting van de school. De rechter gaf aan dat de belangen van de leerlingen zwaarder wegen dan de zorgen van omliggende scholen over mogelijk leerlingenverlies. OMO werd veroordeeld tot het continueren van de lessen en kreeg een dwangsom opgelegd van € 5.000 per dag voor het geval zij niet aan het vonnis zou voldoen. Daarnaast werd OMO veroordeeld in de proceskosten van de ouders, die op € 1.064 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk moet worden nageleefd, ook al kan OMO in hoger beroep gaan.