ECLI:NL:RBBRE:2007:BB6128

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
18 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
457989 ov 07-2842
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevelschrift tot betaling van nakosten in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 18 oktober 2007, is een verzoekschrift ingediend door de besloten vennootschap WEHKAMP B.V. met het verzoek om een bevelschrift tot betaling van nakosten. Het verzoekschrift is op 12 september 2007 ter griffie ingediend, waarbij de verwerende partij de gelegenheid heeft gekregen om binnen twee weken een verweerschrift in te dienen. Deze termijn is verstreken zonder enige reactie van de verwerende partij.

Het verzoek is gebaseerd op artikel 237 lid 4 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv), waarin wordt gesteld dat de verwerende partij verplicht is om nakosten te betalen na een eerdere uitspraak. In een eerdere procedure met zaaknummer 426650 CV EXPL 06-8289 heeft de kantonrechter op 10 januari 2007 de vordering van verzoekende partij toegewezen en de verwerende partij veroordeeld in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op € 469,82.

De verzoekende partij heeft aangevoerd dat er na de uitspraak kosten zijn gemaakt om de verwerende partij te bewegen tot nakoming van zijn verplichtingen. Aangezien de verwerende partij de gestelde werkzaamheden niet heeft weersproken en het verzoek niet onrechtmatig of ongegrond lijkt, heeft de kantonrechter besloten het verzoek toe te wijzen. Het nasalaris van de gemachtigde van verzoekende partij is vastgesteld op € 100,00, conform het geldende liquidatietarief.

De kantonrechter heeft in zijn beslissing bepaald dat de verwerende partij het bedrag van € 100,00 aan verzoekende partij moet betalen tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 457989 OV VERZ 07-2842
beschikking d.d. 18 oktober 2007
op een verzoekschrift van
de besloten vennootschap WEHKAMP B.V., gevestigd te Zwolle,
verzoekende partij,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder M.G. de Jong te Arnhem,
tegen
[verweerder],
wonende te [adres],
verwerende partij,
niet verschenen.
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit het op 12 september 2007 ter griffie binnengekomen verzoekschrift op grond van artikel 237 lid 4 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv), met bijlagen, waarvan de inhoud geldt als hier ingelast.
1.2 De griffier van deze rechtbank heeft verwerende partij bij brief van 13 september 2007 een afschrift van het verzoekschrift toegezonden en verwerende partij daarbij de gelegenheid geboden om binnen twee weken een verweerschrift in te dienen. Tevens is in deze brief vermeld dat in beginsel op de stukken zal worden beschikt, tenzij de verwerende partij tijdig aangeeft dat zij de voorkeur geeft aan een mondelinge behandeling van het verzoekschrift. Deze termijn is inmiddels verstreken zonder dat een reactie van verwerende partij is ontvangen.
2. Het verzoek en de beoordeling
2.1 Het verzoek strekt tot het afgeven van een bevelschrift, waarin verwerende partij wordt bevolen om aan verzoekende partij een bedrag ter zake van nakosten te betalen.
2.2 In de procedure tussen partijen met zaaknummer 426650 CV EXPL 06-8289 heeft de kantonrechter bij vonnis van 10 januari 2007 de vordering van verzoekende partij toegewezen en verwerende partij volledig veroordeeld in de proceskosten, tot aan de datum van de uitspraak begroot op € 469,82, waarvan € 200,00 aan salaris voor de gemachtigde van verzoekende partij.
2.3 Verzoekende partij heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat na deze rechterlijke uitspraak kosten in de zin van artikel 237 lid 4 Rv zijn gemaakt teneinde verwerende partij tot nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van het vonnis te bewegen.
2.4 Nu de verwerende partij de door verzoekende partij gestelde werkzaamheden niet heeft weersproken en het verzoek de kantonrechter overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal het verzoek ter zake van het nasalaris worden toegewezen.
2.5 Het nasalaris van de gemachtigde van verzoekende partij zal conform het geldende liquidatietarief worden vastgesteld op € 100,00.
3. De beslissing
De kantonrechter:
- stelt de nakosten, zoals bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv, vast op € 100,00;
- beveelt verwerende partij dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan verzoekende partij te betalen.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 oktober 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.