ECLI:NL:RBBRE:2007:BB4813
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van echtscheidingsadvocaatkosten in gemeenschap van goederen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 29 augustus 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen [B.] en [E.R.] over de betaling van kosten van rechtsbijstand in het kader van een echtscheidingsprocedure. De eiseres, [B.], had de overleden echtgenoot van gedaagde, [JdC], bijgestaan in de echtscheidingsprocedure. Na het overlijden van [JdC] vorderde [B.] betaling van de kosten van de verleende rechtsbijstand, die volgens haar in de gemeenschap van goederen tussen [JdC] en [E.R.] vielen. Gedaagde, [E.R.], betwistte deze vordering en stelde dat de kosten niet in de gemeenschap vielen, omdat [JdC] de advocaat had ingeschakeld voor zijn persoonlijke belangen en niet voor de 'gewone' huishouding. De kantonrechter oordeelde dat de kosten van de echtscheidingsadvocaat niet in de gemeenschap van goederen vielen, omdat deze kosten voortvloeiden uit de persoonlijke belangen van [JdC] in de echtscheidingsprocedure. De kantonrechter maakte een uitzondering op de hoofdregel van artikel 1:94 BW, die stelt dat schulden van een echtgenoot in gemeenschap van goederen vallen, en wees de vordering van [B.] af. Tevens werd [B.] veroordeeld in de proceskosten van zowel de hoofdzaak als het incident.