ECLI:NL:RBBRE:2007:BB3960
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering wegens niet-nakoming verplichtingen onder de WWB
In deze zaak heeft de rechtbank Breda geoordeeld over de intrekking van de bijstandsuitkering van eiser op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Eiser had niet deelgenomen aan drie geplande gesprekken met het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn (IMW), wat volgens verweerder een schending van de verplichtingen onder artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de WWB inhield. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verplichting tot deelname aan het project Budgetbegeleiding van het IMW niet gericht was op het verstrekken van inlichtingen, maar op het begeleiden van eiser in zijn financiële problemen. Hierdoor kon niet worden geconcludeerd dat eiser ook de inlichtingenplicht van artikel 17 van de WWB had geschonden.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van verweerder vernietigd, omdat deze niet op een deugdelijke motivering berustte, zoals vereist door artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de intrekking van de bijstandsuitkering niet gerechtvaardigd was, aangezien de verplichtingen van eiser niet in de context van de inlichtingenplicht konden worden geplaatst. Eiser had weliswaar niet aan de oproepen voldaan, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet automatisch leidde tot intrekking van de bijstandsuitkering.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is bepaald dat de gemeente Breda het griffierecht aan eiser dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 juli 2007, en partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.