ECLI:NL:RBBRE:2007:BB2018
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Breeman
- mr. Kooijman
- mr. Visser
- Rechtspraak.nl
Poging tot moord vanuit rijdende auto met vuurwapen
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 17 augustus 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 4 april 2007 in Tilburg heeft geprobeerd om drie personen van het leven te beroven. De verdachte, die eerder was geslagen, heeft vanuit een rijdende auto geschoten op de auto van de slachtoffers, die zich in een andere rijdende auto bevonden. Tijdens de achtervolging heeft de verdachte meerdere keren geschoten, waarbij hij de carrosserie van de auto van de slachtoffers heeft geraakt. Wonderwel zijn er geen slachtoffers gevallen, maar de rechtbank oordeelt dat de verdachte zich willens en wetens blootstelde aan de aanmerkelijke kans dat hij de slachtoffers zou doden. De rechtbank concludeert dat er sprake is van voorbedachten rade, aangezien de verdachte het wapen al had gepakt voordat hij begon te schieten. De verdachte heeft verklaard dat hij het derde schot in de lucht heeft gelost, maar de rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig en oordeelt dat hij op het hoofd van een van de slachtoffers heeft geschoten. De rechtbank rekent het feit zwaar aan, gezien de ernst van de poging tot moord en de impact op de slachtoffers, die psychische klachten hebben ondervonden door het gewelddadige optreden. De verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van voorarrest, en moet een schadevergoeding van €1500 betalen aan de benadeelde partijen.