ECLI:NL:RBBRE:2007:BA8588

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
7 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
md 06-67 t/m md 06-77 en md 07-112 t/m 07-114
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen tot gijzeling wegens betalingsonmacht en betalingsregeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda op 7 juni 2007 uitspraak gedaan over de vorderingen van de officier van justitie te Leeuwarden, die het dwangmiddel van gijzeling had gevorderd tegen de betrokkene in verband met onbetaalde administratieve sancties. De betrokkene, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.R. Moes, heeft verzocht om afwijzing van deze vorderingen en om de mogelijkheid om de openstaande sancties middels een betalingsregeling te voldoen. De officier van justitie had gevorderd om de betrokkene voor een periode van 98 dagen te gijzelen, omdat eerdere pogingen om de sancties te innen niet succesvol waren geweest.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene in het verleden veertien administratieve sancties had ontvangen voor strafbare gedragingen met verschillende vervoersmiddelen in de jaren 2004 en 2005. De betrokkene heeft aangetoond dat zij in een situatie van betalingsonmacht verkeert en dat er geen sprake is van betalingsonwil. In dit kader heeft de gemachtigde van de betrokkene een brief overgelegd waarin het CJIB akkoord gaat met een betalingsregeling van 12 termijnen van € 50,00 per maand.

Gezien de omstandigheden van de betrokkene en het feit dat zij bereid is om haar verplichtingen na te komen via een betalingsregeling, heeft de kantonrechter besloten de vorderingen van de officier van justitie af te wijzen. De rechter heeft aanbevolen dat het CJIB een betalingsregeling aanbiedt die aansluit op de reeds lopende regeling. De beslissing is genomen in het belang van de betrokkene, die blijk geeft van de intentie om haar schulden te voldoen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
CJIBnrs. 64315420 / 68397836 / 71067574 / 71130498 / 71258916 / 72135614 / 73031957
80749464 / 85267360 / 85654856 / 85699717 / 84504022 / 85266718 / 87744560
Kantonnrs. MD 0-67 tot en met MD 06-77 en MD 07-112 tot en met MD 07-114
Beslissing op de vorderingen met bovengenoemde nummers als bedoeld in artikel 28 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
aangaande
[betrokkene],
wonend [adres]r,
nader te noemen “betrokkene”,
gemachtigde mr. E.R. Moes, advocaat te Bergen op Zoom.
1. De procesgang
Het verloop van de procedure blijkt uit de vorderingen van de officier van justitie met bovengenoemde nummers.
De vorderingen zijn behandeld op de terechtzitting van donderdag 7 juni 2007, waar
betrokkene is verschenen, vergezeld van mr. Moes.
2. De beoordeling
2.1 Vaststaat dat aan betrokkene een veertiental administratieve sancties is opgelegd terzake van in de jaren 2004 en 2005 verrichte strafbare gedragingen met een aantal verschillende vervoersmiddelen.
2.2 De officier van justitie te Leeuwarden heeft op grond van artikel 28 Wahv gevorderd
hem te machtigen in genoemde 14 zaken tegen betrokkene het dwangmiddel van gijzeling toe te passen telkens voor de duur van 7 dagen, derhalve in totaal voor de duur van 98 dagen.
Hij stelt daartoe -kort gezegd- dat de aan betrokkene opgelegde sancties en de daarop gevallen verhogingen geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven en dat toepassing van minder ingrijpende dwangmiddelen niet tot resultaat heeft geleid.
2.3 Van de zijde van betrokkene is verzocht de vorderingen van de officier van justitie af te wijzen en haar toe te staan de openstaande sancties middels een betalingsregeling te mogen voldoen. De gemachtigde van betrokkene heeft in dat kader een brief d.d. 6 november 2006 overgelegd, waarin het CJIB naar aanleiding van een beschikking d.d. 20 oktober 2006 van de kantonrechter te Breda aan betrokkene mededeelt akkoord te gaan met een betalingsregeling, bestaande uit 12 termijnen van € 50,00 per maand. Betrokkene heeft verzocht voor de zaken, waar het thans omgaat, die betalingsregeling te mogen voortzetten.
2.4 Gelet op de door betrokkene geschetste omstandigheden waarin zij thans leeft en het feit dat bij betrokkene geen sprake is van betalingsonwil maar betalingsonmacht, zal de kantonrechter beslissen als door betrokkene verzocht en zal hij de vorderingen van de officier van justitie afwijzen. Naar het oordeel van de kantonrechter verdient het aanbeveling dat het CJIB aan betrokkene een betalingsregeling aanbiedt die aansluit op de thans lopende, in punt 2.3 vermelde betalingsregeling.
3. De beslissing
De kantonrechter, op de vorderingen als hiervoor vermeld:
- wijst de vorderingen van de officier van justitie af.
Deze beslissing is gegeven te Bergen op Zoom door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 juni 2007 in het bijzijn van de griffier.
Verzonden: