ECLI:NL:RBBRE:2007:BA8577

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
27 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
443994 cv 07-3028
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis en ambtshalve verwijzing naar sector Civiel van de rechtbank Breda

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Breda op 27 juni 2007, heeft de kantonrechter een verstekvonnis gewezen tegen de gedaagde, die niet is verschenen. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. L.G.M. Delahaije, vorderde een betaling van € 1.150,00, vermeerderd met wettelijke rente, en daarnaast een bedrag dat voortvloeit uit een eerdere veroordeling jegens de Coöperatieve Rabobank "Roosendaal" U.A. De totale waarde van de vordering overschrijdt de bevoegdheidsgrens van de kantonrechter, wat aanleiding gaf tot ambtshalve verwijzing naar de sector Civiel van de rechtbank.

De procesgang omvatte een exploot van dagvaarding, audiëntiebladen en een akte waarin eiseres haar standpunt over de absolute bevoegdheid van de kantonrechter uiteenzette. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering niet onder de bevoegdheid van de kantonrechter valt, zoals bepaald in artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarom is de zaak ambtshalve verwezen naar de sector Civiel van de rechtbank, waar partijen zich opnieuw moeten laten vertegenwoordigen door een procureur.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak op 8 augustus 2007 opnieuw zal worden behandeld in de sector Civiel, en dat eiseres de gedaagde op de hoogte moet stellen van deze verwijzing. De rechter in de sector Civiel zal ook beslissen over de proceskosten in deze procedure. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de inhoud van de processtukken is als ingelast beschouwd.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Bergen op Zoom
zaak/rolnr. : 443994 CV EXPL 07-3028
vonnis d.d. 27 juni 2007
inzake
[eiseres], wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: mr. L.G.M. Delahaije, advocaat te Breda,
tegen
[gedaagde], wonende te [adres],
gedaagde, niet verschenen.
1. Het verloop van het geding
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
1.1 het exploot van dagvaarding van 11 mei 2007, met producties;
1.2 het audiëntieblad d.d. 23 mei 2007, waaruit blijkt dat gedaagde niet is verschenen alsmede de beslissing van rolkantonrechter dat eiseres zich bij akte dient uit te laten m.b.t. de absolute bevoegdheid van de kantonrechter en m.b.t. ambtshalve verwijzing naar (de sector Civiel van) de rechtbank;
1.3 de akte uitlating absolute bevoegdheid (en inzake ambtshalve verwijzing) van de zijde van eiseres;
1.4 het audiëntieblad d.d. 13 juni 2007, waaruit blijkt dat deze zaak verwezen is voor vonnis.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. Het geschil
Eiseres vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 1.150,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 november 2004 tot de dag van de algehele voldoening en voorts aan haar te betalen al hetgeen waartoe zij bij vonnis van 24 mei 2006 is veroordeeld jegens de Coöperatieve Rabobank “Roosendaal” U.A., met inbegrip van de kostenveroordeling en executiekosten, al deze bedragen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de momenten, waarop zij zal hebben betaald, en met veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding.
Gedaagde is -hoewel behoorlijk opgeroepen- niet verschenen. Tegen gedaagde is verstek verleend.
3. De beoordeling
3.1 Eiseres is door de rolkantonrechter in de gelegenheid gesteld om zich wat betreft haar vordering uit te laten over de absolute bevoegdheid van de kantonrechter en de (mogelijke) ambtshalve verwijzing van de zaak naar de sector Civiel van deze rechtbank.
3.2 In haar akte zegt eiseres te beseffen, dat haar vordering betrekking kan hebben op een bedrag dat boven de bevoegdheidsgrens van de kantonrechter zal kunnen blijken te liggen en eiseres verzoekt derhalve om ambtshalve verwijzing naar de (sector Civiel van ) rechtbank.
3.3 Eiseres vordert in deze procedure niet alleen veroordeling van gedaagde tot betaling van een bedrag van € 1.150,00 maar ook de veroordeling tot betaling door gedaagde van al wat zij krachtens vonnis van 24 mei 2006 moet betalen aan al genoemde Rabobank. Eiseres stelt dat de totale hoofdsom van laatstgenoemde veroordeling, met rente en kosten, berekend tot eind oktober 2006, € 5.603,48 bedraagt. De totale waarde van de vordering van eiseres, niet zijnde een aardvordering, bedraagt hiermee meer dan € 5.000,00.
De kantonrechter is niet bevoegd (art. 93 Rv) om van een dergelijke vordering kennis te nemen en zal de zaak hierna op voet van art. 71 lid 1 Rv ambtshalve verwijzen naar de sector Civiel van deze rechtbank.
3.4 Nu tegen gedaagde verstek is verleend, dient deze ingevolge art. 71, lid 4 Rv door eiseres bij exploot aan gedaagde te worden aangezegd onder betekening van de beslissing tot verwijzing. De kantonrechter zal intern zorgdragen voor inschrijving op de rol van de sector Civiel van deze rechtbank. Partijen zullen bij de sector Civiel alsnog procureur moeten stellen.
4. De beslissing
De kantonrechter:
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de sector Civiel van de rechtbank te Breda, gevestigd aan het Cosunpark 20-24, op
woensdag 8 augustus 2007 te 11.00 uur;
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure vertegenwoordigd dienen te worden door een procureur;
beveelt eiseres de datum van de hiervoor vermelde rolzitting bij exploot aan te zeggen aan de gedaagde tegen wie verstek is verleend, onder betekening van deze beslissing tot verwijzing;
wijst partijen erop dat de rechter van de sector Civiel zal beslissen over de proceskosten in deze procedure.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 27 juni 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.