ECLI:NL:RBBRE:2007:BA8236
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Sutorius-Van Hees
- J. Janssen
- A. Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in cocaïne-invoeraanklacht
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 28 juni 2007, stond de verdachte terecht voor de invoer van 1000 gram cocaïne vanuit Uruguay naar Nederland. De cocaïne was verstopt in een pakket met babykleren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 16 januari 2007 vanuit Barcelona in Nederland arriveerde en op 19 januari 2007 een pakketje ontving dat door de douane werd gecontroleerd. Bij deze controle werd de cocaïne ontdekt, waarna de verdachte op 31 januari 2007 werd aangehouden toen hij het pakket kwam ophalen. De verdachte verklaarde dat hij niet op de hoogte was van de inhoud van het pakket en dat hij het alleen op verzoek van een kennis had opgehaald.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte betrokken was bij de handelingen die leidden tot de invoer van de cocaïne. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad en concludeerde dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan het ten laste gelegde feit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de aanklacht en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.