ECLI:NL:RBBRE:2007:BA7537
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing officier van justitie in verkeershandhaving
Op 26 april 2007 heeft de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans uitspraak gedaan in een beroepszaak die was ingesteld op grond van artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betrof een beroep van een betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie, genomen op 30 augustus 2006. De betrokkene, die in persoon procedeerde, was niet verschenen op de zitting, evenmin als het Openbaar Ministerie (OM), dat niet vertegenwoordigd was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep gegrond was, omdat het dossier incompleet was en er sprake was van schending van het motiveringsbeginsel. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het bedrag dat de betrokkene aan zekerheid had gesteld, aan hem moest worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan in het kader van de verkeershandhaving, waarbij de betrokkene tijdig in beroep was gekomen tegen de beslissing van de officier van justitie. De kantonrechter oordeelde dat het OM niet voldoende had gereageerd op het verweer van de betrokkene en dat het CVOM niet de benodigde documenten had overgelegd. Hierdoor was de behandeling van de zaak niet aan te houden en kon de kantonrechter direct tot een beslissing komen. De uitspraak is definitief, aangezien hoger beroep tegen deze beslissing op grond van de Wahv niet mogelijk is.