Met betrekking tot de geschiktheid van eiseres voor het eigen werk geldt verder het volgende.
De functie van verzekeringsadviseur heeft de arbeidsdeskundige Van de Ven in zijn rapportage van 15 januari 2004 onder meer als volgt omschreven:
“Het thuis bezoeken van toekomstige en bestaande cliënten met als doel een diversiteit aan verzekeringen af te sluiten cq schaden af te wikkelen.
Taken:
- bestaande klanten bezoeken per auto
- acquisitie plegen
- telefoneren en administreren
- offertes maken
- schade formulieren invullen en verwerken
- de gestelde doelen (omzet) halen
Werktijden: 8 uur dagdienst.
(…)
Aard van het werk qua mobiliteit: het werk kan wat mobiliteit betreft het best worden omschreven als overwegend zittend en lopend.
(…)
Tijdsdruk: er wordt regelmatig gewerkt onder zeer grote tijdsdruk.
Dwingend werktempo: er wordt gewerkt in dwingend werktempo.
(…)”
De belastbaarheid van eiseres ten aanzien van zitten tijdens het werk is blijkens de FML van 4 april 2006 beperkt tot de helft van de werkdag (ongeveer 4 uren), en tot 6-8 uur per dag, indien korter dan een ½ uur achtereen gezeten wordt.
Uitgaande van de hierboven genoemde beschrijving van de functie-inhoud heeft de bezwaararbeidsdeskundige [naam bezwaararbeidsdeskundige] in zijn rapport van 28 april 2006 het volgende overwogen:
“ (…) dat de functionaris bij de uit te voeren maatmanwerkzaamheden op kantoor en thuis, naar eigen inzicht en behoefte het zitten, staan en lopen af kan wisselen. Dit is kenmerkend voor administratieve arbeid, zeker ook voor thuisarbeid, en daarbij behoeft de belastbaarheid niet overschreden te worden. Ook bij het vereiste autorijden (overwogen is dat binnen een eigen rayon rondom de eigen woonplaats wordt gewerkt), kan de functionaris rekening houden met zijn belastbaarheid door goed te plannen en de autorit naar behoefte kort te onderbreken en zich vertreden. Daarmee kan dan binnen de belastbaarheid van zitten worden gebleven (indien korter dan 1/2e uur achtereen wordt gezeten mag dit 6 tot 8 uur per dag). Het zitten bij klanten thuis of in een vergadering kan normaliter meer dan een half uur achtereen voorkomen, doch indien de functionaris bij aanvang van de bijeenkomst aangeeft dat deze geregeld moet vertreden om niet te lang achtereen te zitten, is uit eigen ervaring vastgesteld dat dit geen noemenswaardige invloed heeft op de doelstelling van de bijeenkomst. Hierdoor wordt overwogen dat dit van de functionaris mag worden gevraagd en de belastbaarheid daarmee niet wordt overschreden.”
Uit de functie-inhoud blijkt dat in de maatmanfunctie, die gekenmerkt wordt door het veelvuldige zitten, regelmatig gewerkt wordt onder zeer grote tijdsdruk, dat er een dwingend werktempo geldt en dat de functionaris de gestelde doelen (omzet) dient te halen. Onder deze omstandigheden, die in onderling verband en samenhang moeten worden bezien, acht de rechtbank de overweging van de bezwaararbeidsdeskundige, dat tijdens autoritten en bij klanten thuis of in een vergadering binnen de belastbaarheid van het zitten kan worden gebleven omdat er, zo begrijpt de rechtbank, een (grote) vrijheidsgraad aanwezig is, een ontoelaatbare relativering die niet wordt gestaafd door de stukken. Steun voor deze opvatting vindt de rechtbank ook in de door eiseres overgelegde, door verweerder niet weersproken, verklaring van de SNS Bank van 31 mei 2006. De voormalig werkgever van eiseres verklaart daarin onder meer het volgende:
“In de praktijk betekende dit voor u en uw collega’s dat u ingezet werd waar het kantoor commerciële kansen zag. Dit kon de gehele regio West Nederland zijn. De bezoeken vonden plaats zowel overdag als in de avonduren. Een bezoek bestond uit het inventariseren van de behoeftes waarop een advies gemaakt werd. Gezien de prestatiedruk was het van belang om binnen één bezoek tot verkoop te komen en de klant van het voorstel te overtuigen. De afspraken werden door kantoor ingepland in vaste blokken van twee en halfuur inclusief reistijd. Gezien de complexiteit van pensioen- en hypotheekadviezen werden deze blokken geregeld overschreden.”
Ook acht de rechtbank nog van belang dat gesteld noch gebleken is dat de bezwaararbeidsdeskundige voor zijn oordeelsvorming overleg heeft gehad met de bezwaarverzekeringsarts [naam bezwaarverzekeringsarts]. Dat overleg had naar het oordeel van de rechtbank bepaald voor de hand gelegen, nu de bezwaarverzekeringsarts in haar rapport met geen woord melding maakte van de geschiktheid van eiseres voor het eigen werk.
De conclusie van het bovenstaande is dat verweerder de rechtbank er niet van heeft kunnen overtuigen dat in het eigen werk van verzekeringsadviseur de belastbaarheid van eiseres niet op ontoelaatbare wijze wordt overschreden.
Reeds omdat de senior bezwaararbeidsdeskundige [naam bezwaararbeidsdeskundige] in zijn memo van 19 juli 2006 uitsluitend het aspect zitten (rubriek 4 “dynamische handelingen” aspect 1 van de FML van 4 april 2006) bespreekt terwijl het in dit geding veeleer gaat over het aspect zitten tijdens het werk (rubriek 4 “dynamische handelingen” aspect 2 van de FML van 4 april 2006), leidt dit memo van de senior bezwaararbeidsdeskundige de rechtbank niet tot een ander oordeel.