ECLI:NL:RBBRE:2007:AZ8083
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring beroep tegen beslissing officier van justitie in verkeerszaak
Op 4 januari 2007 heeft de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans uitspraak gedaan in een beroepszaak die was ingediend door betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie. Het beroep was ingesteld op basis van artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene, vertegenwoordigd door zijn moeder, had beroep aangetekend tegen een sanctie die hem was opgelegd. Tijdens de openbare terechtzitting was het Openbaar Ministerie vertegenwoordigd door mr. J. Visser.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie niet is ingegaan op het verweer van betrokkene. Betrokkene ontkende de hem verweten gedraging en stelde dat hij op het tijdstip van de vermeende overtreding op school was in Heerjansdam. De vertegenwoordiger van het OM heeft ter zitting voorgesteld het beroep gegrond te verklaren, omdat er geen inhoudelijke reactie was gegeven op het verweer van betrokkene. De kantonrechter heeft dit voorstel overgenomen en het beroep gegrond verklaard.
De beslissing van de officier van justitie, gedateerd 29 juni 2006, is vernietigd en het bedrag dat betrokkene als zekerheid had gesteld, wordt gerestitueerd. De kantonrechter heeft in zijn oordeel de processtukken en de verklaringen van het OM in overweging genomen. Het instellen van hoger beroep tegen deze beslissing is niet mogelijk volgens de bepalingen van de Wahv. De uitspraak is openbaar gemaakt en de griffier heeft aantekeningen gehouden van het verhandelde ter zitting.