ECLI:NL:RBBRE:2007:AZ8080
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep gegrond verklaard wegens onvoldoende motivering door de officier van justitie
Op 4 januari 2007 heeft de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans uitspraak gedaan in een beroepszaak die was ingediend door een betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betreft een beroep op basis van artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, die in persoon procedeerde, was niet verschenen op de zitting, hoewel zij behoorlijk was opgeroepen. Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Visser.
De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie van 6 april 2006 vernietigd. De rechter oordeelde dat de motivering van de bestreden beslissing niet voldoende was toegespitst op het geval van de betrokkene. Dit gebrek aan een deugdelijke motivering leidde ertoe dat de beslissing van de officier van justitie niet kon worden gehandhaafd. De kantonrechter heeft bepaald dat het bedrag dat de betrokkene aan zekerheid had gestort, aan haar dient te worden terugbetaald.
De uitspraak is gedaan in het kader van een openbare terechtzitting, waarbij de kantonrechter de processtukken en de mondelinge behandeling in overweging heeft genomen. De beslissing van de officier van justitie was niet aangepast tijdens de zitting, wat bijdroeg aan de conclusie dat het beroep gegrond was. De kantonrechter heeft in zijn beslissing ook aangegeven dat het instellen van hoger beroep tegen deze uitspraak niet mogelijk is, conform de bepalingen van de Wahv.