ECLI:NL:RBBRE:2007:AZ8080

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
4 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
418727 MB 06-144
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep gegrond verklaard wegens onvoldoende motivering door de officier van justitie

Op 4 januari 2007 heeft de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans uitspraak gedaan in een beroepszaak die was ingediend door een betrokkene tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betreft een beroep op basis van artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, die in persoon procedeerde, was niet verschenen op de zitting, hoewel zij behoorlijk was opgeroepen. Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Visser.

De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie van 6 april 2006 vernietigd. De rechter oordeelde dat de motivering van de bestreden beslissing niet voldoende was toegespitst op het geval van de betrokkene. Dit gebrek aan een deugdelijke motivering leidde ertoe dat de beslissing van de officier van justitie niet kon worden gehandhaafd. De kantonrechter heeft bepaald dat het bedrag dat de betrokkene aan zekerheid had gestort, aan haar dient te worden terugbetaald.

De uitspraak is gedaan in het kader van een openbare terechtzitting, waarbij de kantonrechter de processtukken en de mondelinge behandeling in overweging heeft genomen. De beslissing van de officier van justitie was niet aangepast tijdens de zitting, wat bijdroeg aan de conclusie dat het beroep gegrond was. De kantonrechter heeft in zijn beslissing ook aangegeven dat het instellen van hoger beroep tegen deze uitspraak niet mogelijk is, conform de bepalingen van de Wahv.

Uitspraak

Rechtbank Breda
Sector kanton Bergen op Zoom
PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING, TEVENS
HOUDEND AANTEKENING MONDELINGE UITSPRAAK
Kantonnummer: 418727 MB VERZ 06-144
CJIB-nummer : 89205319
Uitspraak van de kantonrechter mr. W.E.M. Verjans van 4 januari 2007 op het beroepschrift ex artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) van:
naam : [betrokkene]
geboren : [datum]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
procederend in persoon.
Het beroep is behandeld ter openbare terechtzitting van donderdag 4 januari 2007, waarbij het Openbaar Ministerie (OM) werd vertegenwoordigd door mr. J. Visser. Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden.
SANCTIEGEGEVENS
Betrokkene is de sanctie opgelegd ter zake de gedraging als vermeld en nader omschreven in het zaakoverzicht van 14 mei 2006, dat deel uitmaakt van het dossier, dat door betrokkene kon worden ingezien.
BEOORDELING
Betrokkene is tijdig tegen de beslissing van de officier van justitie in beroep gekomen, zodat zij daarin kan worden ontvangen.
De inhoud van de processtukken, bezien in samenhang met wat tijdens de mondelinge behandeling ter zitting is gebleken, leidt tot het volgende oordeel.
De beslissing van de officier van justitie van 28 maart 2006 vermeldt geen deugdelijke motivering omdat deze motivering niet is toegespitst op het geval van betrokkene. Nu ter zitting de motivering niet is aangepast, kan de beslissing van de officier van justitie niet worden gehandhaafd. De kantonrechter zal het beroep van betrokkene dan ook gegrond verklaren en de beslissing van de officier van justitie vernietigen.
BESLISSING
Verklaart het beroep gegrond.
Vernietigt de beslissing van de officier van justitie van 6 april 2006.
Bepaalt dat aan betrokkene het bedrag dat zij aan zekerheid heeft gestort, aan haar dient te worden terugbetaald.
De kantonrechter,
Verzonden op:
Ingevolge de bepalingen van de Wahv is het instellen van hoger beroep tegen deze beslissing niet mogelijk.