ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ6246
Rechtbank Breda
- Kort geding
- M. Slot
- A. van Oijen
- C. Gimbrère-Straetmans
- Rechtspraak.nl
Voorlopige geslachtsnaam en voornaam voor kind in afwachting van naturalisatieprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 12 mei 2006 uitspraak gedaan in een kort geding betreffende de naamgeving van een kind. Het Openbaar Ministerie had verzocht om verbetering van de geboorteakte van het kind, omdat de vader een namenreeks heeft en de moeder een geslachtsnaam en voornaam. Dit zou ertoe leiden dat het kind geen geslachtsnaam zou hebben, wat de rechtbank ongewenst achtte. De rechtbank heeft besloten om, in het belang van het kind, een voorlopige geslachtsnaam en voornaam vast te stellen, in afwachting van de naturalisatieprocedure van de vader. De rechtbank heeft hierbij artikel 1:5 lid 10 van het Burgerlijk Wetboek in overweging genomen en een termijn van 1,5 jaar verbonden aan deze voorlopige naamgeving. De ouders hadden verzocht om een definitieve naam, maar de rechtbank oordeelde dat het in het belang van het kind is om een voorlopige naam vast te stellen, zodat het kind niet zonder geslachtsnaam door het leven hoeft te gaan. De rechtbank heeft het verzoek van het Openbaar Ministerie afgewezen en het verzoek van de ouders om een definitieve naam niet gehonoreerd. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de belangen van het kind en de juridische context.