ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ4673
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over oplevering en kosten voor het verwijderen van spullen uit gehuurde garage
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Breda op 30 augustus 2006, heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] een vordering ingesteld tegen [Y] wegens huurachterstand en kosten voor het leeggemaakt van een garage. [Y] had een garage gehuurd van [X] voor een maandelijkse huurprijs van € 55,00, maar heeft de huurpenningen over de maanden augustus 2005 tot en met januari 2006 niet betaald. [X] vorderde in totaal € 1.441,49, inclusief kosten voor het leeggemaakt van de garage, die door [Y] niet correct was opgeleverd. De vordering van [X] was gebaseerd op de huurovereenkomst die tussen partijen was gesloten.
[Y] voerde aan dat hij de huur aangetekend had opgezegd en de garage leeg had opgeleverd, maar kon geen schriftelijk bewijs overleggen. De rechtbank oordeelde dat de huurovereenkomst eindigde per einde januari 2006, zoals door [X] gesteld. De hoogte van de huurachterstand werd door [Y] niet betwist, waardoor het gevorderde bedrag van € 330,00 voor de huurachterstand werd toegewezen.
Wat betreft de kosten voor het leeggemaakt van de garage, betwistte [Y] de hoogte van deze kosten. De rechtbank besloot dat [X] in de gelegenheid moest worden gesteld om nader toe te lichten wat er uit de garage was verwijderd en waarom hiervoor een container nodig was. Tevens moest [X] onderbouwen dat er zes manuren nodig waren voor het verwijderen van de inhoud uit de garage. De zaak werd aangehouden in afwachting van deze toelichting.