ECLI:NL:RBBRE:2006:AY9336
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op basis van bedrijfseconomische redenen en de beoordeling van kennelijke onredelijkheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 11 oktober 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over de kennelijke onredelijkheid van een ontslag. [eiseres] was sinds 1 juli 1998 in dienst bij [gedaagde] als huishoudelijk en verzorgend assistente. Op 30 augustus 2005 heeft [gedaagde] de arbeidsovereenkomst opgezegd, na toestemming van het CWI, wegens bedrijfseconomische redenen. [eiseres] heeft vervolgens gevorderd dat het ontslag kennelijk onredelijk was en heeft verzocht om herstel van de dienstbetrekking of een schadevergoeding van € 13.164,85 bruto, vermeerderd met wettelijke rente en kosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] zich niet heeft bediend van een valse of voorgewende reden bij de ontslagaanvraag. [gedaagde] heeft aangevoerd dat de functie van [eiseres] een zogenaamde ID-baan betrof, en dat de gemeentelijke subsidie voor deze functie was komen te vervallen. [eiseres] heeft betwist dat zij op de hoogte was van het gesubsidieerde karakter van haar functie, maar de rechtbank oordeelde dat uit verschillende brieven aan [eiseres] bleek dat zij wel degelijk op de hoogte was van de ID-regeling.
De rechtbank heeft ook de gevolgen van het ontslag voor [eiseres] in overweging genomen. Hoewel [eiseres] stelde dat de gevolgen van het ontslag te ernstig waren in verhouding tot de belangen van [gedaagde], oordeelde de rechtbank dat [gedaagde] voldoende maatregelen had getroffen om de gevolgen voor [eiseres] te beperken. [eiseres] was na haar ontslag op een wachtlijst geplaatst voor een functie bij de Sociale Werkvoorziening, met behoud van salaris en een garantie op een functie binnen drie jaar.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het ontslag niet kennelijk onredelijk was en heeft zij de vorderingen van [eiseres] afgewezen. [eiseres] werd als de in het ongelijk gestelde partij verwezen in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde].