ECLI:NL:RBBRE:2006:AY7107

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
13 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
400305 CV 06-3485
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Rechtbank Breda in geschil over overeenkomst en scheidsgerecht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Breda zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het geschil tussen de eiseres, een besloten vennootschap, en de gedaagden, drie besloten vennootschappen en een vennootschap onder firma. Het geschil betreft een overeenkomst die in april 2004 is gesloten, waarbij de eiseres roerende zaken heeft verkocht aan de gedaagden voor een totaalbedrag van € 16.620,62. De algemene voorwaarden van de eiseres zijn van toepassing verklaard, waarin is opgenomen dat geschillen voortvloeiend uit de overeenkomst met uitsluiting van de gewone rechter aan een scheidsgerecht moeten worden voorgelegd.

De gedaagden hebben een bedrag van € 1.000,00 onbetaald gelaten en hebben de rechtbank verzocht zich onbevoegd te verklaren, omdat de geldvordering van de eiseres betwist wordt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een onbetwiste geldvordering, aangezien de gedaagden de vordering betwisten. Hierdoor is de Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en -Handel bevoegd om het geschil te beslechten, zoals bepaald in de algemene voorwaarden.

De eiseres heeft aangevoerd dat de juridische aard van het geschil zich niet leent voor beslechting door een scheidsgerecht en dat een verwijzing onnodig kostenverhogend en vertragend zou zijn. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat dit verweer niet ter zake doende is, gezien de inhoud van de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft zich derhalve onbevoegd verklaard en de eiseres veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 150,00 aan salaris voor de gemachtigde.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie [woonplaats]
zaak/rolnr.: 400305 CV 06-3485
vonnis d.d. 13 september 2006
inzake
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres],
eiseres,
gevestigd te [woonplaats],
gemachtigde: J.K.M. Vissers, gerechtsdeurwaarder te [woonplaats],
tegen:
1. de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1].,
gevestigd te [vestigingsadres],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde sub 2].,
gevestigd te [vestigingsadres],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde sub 3]
gevestigd te [vestigingsadres],
gedaagden,
gemachtigde: mr. A.J.A. Dielissen, advocaat te [woonplaats].
Partijen worden hierna aangeduid als [eiseres] en [gedaagden].
1. Het verloop van het geding
in de hoofdzaak en in het incident
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
1.1 de dagvaarding d.d. 12 mei 2006, met producties;
1.2 de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid, met producties;
1.3 de conclusie van antwoord in bevoegdheidsincident.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. Het geschil
in het incident
[gedaagden] heeft in het incident geconcludeerd dat de rechtbank Breda, sector Kanton, locatie Bergen op Zoom onbevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
[eiseres] heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd.
3. De beoordeling
in de hoofdzaak en in het incident
3.1
Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
- tussen partijen is omstreeks april 2004 een overeenkomst gesloten, waarbij [eiseres] aan [gedaagden]. roerende zaken heeft verkocht en geleverd voor een totaalbedrag van € 16.620,62;
- op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing verklaard;
- artikel 20 van deze algemene voorwaarden ziet op het ‘toepasselijk recht en forumkeuze’ en luidt -voor zover van belang- als volgt:
20.2 Onbetwiste geldvorderingen voortvloeiend uit een overeenkomst waar deze voorwaarden op van toepassing zijn, zullen ter incasso worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter die bevoegd is in de vestigingsplaats van opdrachtnemer, tenzij dit in strijd is met het dwingend recht. Opdrachtnemer mag van deze bevoegdheidsregel afwijken en de wettelijke bevoegdheidsregels hanteren.
20.3 Alle overige geschillen voortvloeiend uit een overeenkomst waar deze voorwaarden op van toepassing zijn zullen met uitsluiting van de gewone rechter worden onderworpen aan het oordeel van een scheidsgerecht.
20.4 Het in lid 3 genoemde scheidsgerecht wordt benoemd overeenkomstig de statuten van de Stichting Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en -Handel, en doet met inachtneming van de statuten van die Raad uitspraak;
- [gedaagden] heeft op de totale hoofdsom een bedrag van € 1.000,00 onbetaald gelaten.
3.2
[gedaagden] stelt zich op het standpunt dat de Rechtbank Breda, Sector Kanton, locatie Bergen op Zoom onbevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen. Aangezien [gedaagden] de geldvordering van [eiseres] betwist, is -gelet op het bepaalde in de algemene voorwaarden- de Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en -Handel bij uitsluiting bevoegd.
3.3
[eiseres] heeft aangevoerd dat de voornamelijk juridische aard van het geschil zich onvoldoende leent voor beslechting door een scheidsgerecht en dat een eventuele verwijzing slechts onnodig kostenverhogend en vertragend werkt.
3.4
De kantonrechter te Bergen op Zoom is niet bevoegd van het onderhavige geschil kennis te nemen. Nu [gedaagden] de tussen partijen overeengekomen prijs niet volledige heeft betaald, is er geen sprake van een onbetwiste geldvordering. Gezien het bepaalde in artikel 20 van de tussen partijen van toepassing zijnde voorwaarden, zoals hierboven onder 3.1. weergegeven, zijn dergelijke geschillen als het onderhavige met uitsluiting van de gewone rechter onderworpen aan het oordeel van een scheidsgerecht. Het door [eiseres] gevoerde verweer dat de voornamelijk juridische aard van het geschil zich onvoldoende leent voor beslechting door een scheidsgerecht en dat een eventuele verwijzing slechts onnodig kostenverhogend en vertragend werkt, is -gezien de inhoud van de algemene voorwaarden- niet ter zake doend. De kantonrechter zal zich derhalve onbevoegd verklaren tot kennisneming van het geschil.
3.5
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres] worden veroordeeld in de kosten aan de zijde van [gedaagden] gevallen.
4. De beslissing
in de hoofdzaak en in het incident
De kantonrechter:
- verklaart zich onbevoegd tot kennisneming van het onderhavige geschil;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure aan de zijde van [gedaagden] gevallen en tot op heden begroot op een bedrag van € 150,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 september 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.