ECLI:NL:RBBRE:2006:AY7102
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Partiële ontbinding van aannemingsovereenkomst en terugbetaling van aanneemsom
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 6 september 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over een aannemingsovereenkomst die op 31 mei 2005 was gesloten. [eiseres] vorderde een verklaring voor recht dat de overeenkomst partieel was ontbonden, omdat [gedaagde] zijn verplichtingen niet was nagekomen. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde], die niet had voldaan aan de overeengekomen werkzaamheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] in verzuim was geraakt door niet tijdig de werkzaamheden te voltooien, wat [eiseres] het recht gaf om de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.
De rechtbank heeft de vordering van [eiseres] tot terugbetaling van een bedrag van € 2.485,00 toegewezen, alsook een bedrag van € 1.118,75 ter zake de aanneemsom, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de expertisekosten van € 492,66 en buitengerechtelijke kosten van € 357,00 toegewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat de tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden niet van geringe betekenis waren. De kosten van de procedure zijn aan [gedaagde] opgelegd, aangezien hij in het ongelijk werd gesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van nakoming van contractuele verplichtingen en de gevolgen van tekortkomingen in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De rechtbank heeft de partijen in hun proceskosten veroordeeld, waarbij [gedaagde] de kosten van [eiseres] diende te vergoeden. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde] onmiddellijk aan de veroordelingen moet voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.