ECLI:NL:RBBRE:2006:AX7123
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo
- M.J. van Balkom
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het anoniementarief en vergrijpboete bij loonbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 24 april 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de toepassing van het anoniementarief en de oplegging van een vergrijpboete in het kader van de loonbelasting. De inspecteur had een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften loonbelasting van belanghebbende over de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001. Uit dit onderzoek bleek dat van 24 werknemers geen afschriften van geldige identiteitsbewijzen in de loonadministratie waren opgenomen, wat leidde tot de toepassing van het anoniementarief. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht het anoniementarief had toegepast, aangezien belanghebbende niet had voldaan aan de wettelijke verplichtingen om de identiteit van de werknemers vast te stellen.
Daarnaast was er een geschil over de winstdelingsregeling die door belanghebbende werd toegepast. De rechtbank oordeelde dat het beroep op het vertrouwensbeginsel faalde, omdat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de inspecteur goedkeuring had gegeven voor de wijze van toepassing van de winstdelingsregeling. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van grove schuld bij belanghebbende, wat leidde tot de oplegging van een vergrijpboete van 25% van het belastingbedrag. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaafde de naheffingsaanslag en de boetebeschikking.
De rechtbank benadrukte dat de toepassing van het anoniementarief geen 'criminal charge' in de zin van artikel 6 EVRM oplevert, en dat er geen sprake was van dubbele bestraffing. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.