ECLI:NL:RBBRE:2006:AX0804
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.A.F.M. Stassen
- P.J.A.M. van Sleuwen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag in het recht van successie na overlijden van verkoper van onroerende zaak
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een aanslag in het recht van successie, die is opgelegd na het overlijden van de verkoper van een onroerende zaak. De belanghebbende, [X], en haar echtgenoot hebben in 1994 een koopovereenkomst gesloten met de verkoper, waarbij is afgesproken dat de eigendomsoverdracht en de betaling van de koopsom uiterlijk drie maanden na het overlijden van de verkoper zouden plaatsvinden. De akte van levering is uiteindelijk op 24 juni 2003 verleden, waarbij de koopsom is voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat na de verkoop in 1994 de eigendom, het economische belang en het risico van de woning bij de verkoper zijn gebleven. Hierdoor is er volgens de rechtbank geen sprake van een omzetting van een vermogensbestanddeel in een genotsrecht dat eindigt bij het overlijden van de verkoper, waardoor artikel 10 van de Successiewet 1956 niet van toepassing is.
De rechtbank heeft de uitspraak van de inspecteur van 13 juni 2005 vernietigd, die een aanslag had opgelegd op basis van een verkrijging van € 352.889. De rechtbank heeft de aanslag verlaagd tot een verkrijging van € 199.444 en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 644. Tevens is de Staat der Nederlanden gelast het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 37 te vergoeden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verkoop van de woning in 1994 niet heeft geleid tot een fictieve verkrijging in de zin van artikel 10 van de Successiewet 1956, omdat de eigendom bij de verkoper is gebleven tot aan zijn overlijden.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij schriftelijk instemt. De rechtbank heeft de uitspraak op 21 april 2006 gedaan en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.