ECLI:NL:RBBRE:2006:AW4226
Rechtbank Breda
- Voorlopige voorziening
- M.M. Steenbeek
- D.G.E.C.Th. Schütz
- Rechtspraak.nl
Bevoorschotting zorgverzekeraar aan apotheekhoudende huisarts na invoering Zorgverzekeringswet
In deze zaak vorderde de apotheekhoudende huisarts Johannes Lambertus Plas een bevoorschotting van zorgverzekeraar OZ Zorgverzekeringen U.A. naar aanleiding van de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006. Door deze wet ontstonden er administratieve achterstanden en betalingsproblemen voor huisartsen, waaronder Plas, die voornamelijk patiënten had die verzekerd waren bij OZ. Plas had aanvankelijk geen voorschot aangevraagd, maar deed dit later in maart 2006, waarbij hij een bedrag van € 179.320,-- per kwartaal vroeg. OZ weigerde dit voorschot, met het argument dat de afspraken van 9 februari 2006, gemaakt tussen de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN), niet op farmacie van toepassing waren en dat Plas niet voldeed aan de eis om elektronisch te declareren.
De voorzieningenrechter oordeelde dat OZ wel degelijk verplicht was om Plas een voorschot te verstrekken, ook voor de farmaciekosten, omdat de afspraken van 9 februari 2006 bedoeld waren om liquiditeitsproblemen bij huisartsen te voorkomen. De rechter stelde vast dat de administratieve problemen die voortvloeiden uit de nieuwe wet het voor Plas moeilijk maakten om elektronisch te declareren, en dat OZ niet van hem kon verlangen dat hij dit deed. Uiteindelijk werd de vordering van Plas toegewezen tot een bedrag van € 150.000,--, met de verplichting voor OZ om de kosten van het geding te vergoeden. Dit vonnis werd uitgesproken op 20 april 2006 door voorzieningenrechter M.M. Steenbeek, in aanwezigheid van waarnemend griffier D.G.E.C.Th. Schütz.