ECLI:NL:RBBRE:2005:AV9121
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo
- L. Abbing-van Kleef
- Rechtspraak.nl
Bepaling of een Mercedes Unimog als landbouwtrekker kwalificeert voor vrijstelling van motorrijtuigenbelasting
In deze zaak heeft de rechtbank Breda op 10 oktober 2005 uitspraak gedaan in een geschil over de kwalificatie van een Mercedes Unimog 406 van belanghebbende. De Unimog was door de fabriek geleverd als landbouwvoertuig en werd door belanghebbende gebruikt voor verschillende landbouwactiviteiten, waaronder het transport van een schranklader, fouragetransport, en incidenteel voor hooien en mestmixen. De centrale vraag was of de Unimog als landbouwtrekker moest worden aangemerkt, waarvoor geen motorrijtuigenbelasting verschuldigd is, of als vrachtauto, waarvoor deze belasting wel van toepassing is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Unimog voldoet aan de definitie van een landbouwtrekker zoals vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994 en het Voertuigreglement. De rechtbank oordeelde dat het voertuig voornamelijk bestemd is voor tractiedoeleinden en dat het feitelijk gebruikt wordt in de landbouw. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de naheffingsaanslag en de boete vernietigd, en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke gebruiksdoeleinden van voertuigen in de beoordeling van hun belastingstatus, en bevestigt dat voertuigen die voldoen aan de criteria voor landbouwtrekkers vrijgesteld zijn van motorrijtuigenbelasting. De rechtbank heeft ook de kosten van de procedure toegewezen aan de Staat der Nederlanden, die deze aan belanghebbende moet vergoeden.