ECLI:NL:RBBRE:2005:AU3839
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van gezamenlijk gezag over minderjarige in het kader van familierecht
In deze zaak verzoekt de vader, wonende te [woonplaats], om het gezag over zijn minderjarige kind [M.], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], te wijzigen zodat hij en de moeder gezamenlijk belast worden met het gezag. De vader heeft zijn verzoek ingediend op 3 augustus 2005, met een definitieve toevoeging en vertegenwoordiging door mr. J.F.M. van Weegberg. De moeder, wonende te [woonplaats], is vertegenwoordigd door mr. C.G.A. Mattheussens en is niet ter zitting verschenen. De rechtbank Breda heeft eerder een voorlopige omgangsregeling vastgesteld waarbij [M.] om de twee weken bij de vader verblijft. De vader stelt dat het gezag van rechtswege bij de moeder berust en dat hij ontvankelijk is in zijn verzoek op basis van een arrest van de Hoge Raad van 27 mei 2004.
Tijdens de zitting op 4 oktober 2005 is de Raad voor de Kinderbescherming ook aanwezig geweest. De gemachtigde van de moeder heeft gepleit voor aanhouding van de zaak tot de bodemprocedure is afgerond, wat de Raad voor de Kinderbescherming ondersteunt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er een samenhang is tussen de lopende procedures en dat het in het belang van [M.] en de proceseconomie is om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Breda, sector Familierecht, waar de bodemprocedure aanhangig is. De vader heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze verwijzing. De kantonrechter heeft de zaak derhalve verwezen naar de rechtbank Breda, met de opmerking dat partijen bij procureur dienen te verschijnen in de verdere procedure.