Parketnummers:
40289-04, 40310-04, 40263-04, 40355-04, 40262-04, 636024-05 en 40326-04
1 Partijen. Onderzoek van de zaak.
In de ter terechtzitting overeenkomstig artikel 285 van het wetboek van strafvordering gevoegde zaken onder voormelde parketnummers van de officier van justitie in het arrondissement Breda tegen:
[verdachte B.V.],
gevestigd te [vestigingsplaats],
heeft de economische politierechter van deze rechtbank het volgende vonnis gewezen.
De economische politierechter heeft de gedingstukken gezien en de zaak onderzocht ter terechtzitting. Zij heeft de vordering van de officier van justitie gehoord en het verweer dat naar voren is gebracht namens de verdachte en de raadslieden mrs. L.M. Schelstraete en R.A. Jong.
Raadsman mr. Schelstraete heeft in eerste instantie ter terechtzitting verzocht de zaken tegen verdachte aan te houden omdat hij onvoldoende in staat zou zijn geweest zich voor te bereiden op de terechtzitting. Gedurende de terechtzitting is door de verdediging aangegeven dat het in het belang van verdachte is om de zaken toch inhoudelijk af te doen. De economische politierechter is van oordeel dat het onderzoek ter terechtzitting volledig is geweest en dat de raadslieden van verdachte in staat zijn gebleken de verdediging te voeren.
Het aanvankelijk ter terechtzitting ingenomen standpunt dat de zaken verwezen dienen te worden naar de meervoudige kamer, heeft de verdediging verlaten.
2 De tenlastelegging.
De verdachte staat terecht, terzake dat
in de zaak met parketnummer 40289-04
zij op of omstreeks 23 juni 2004 te gemeente Baarle-Nassau eet- en/of
drinkwaren, te weten een aantal spuitbussen met op slagroom gelijkende waar
(nata Montada, azucarada UHT), heeft verhandeld en/of ten verkoop heeft
aangeboden en/of in voorraad heeft gehad en/of voorhanden heeft gehad, terwijl
de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en)
en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal was/waren gesteld;
art 23 Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen
in de zaak met parketnummer 40310-04
zij op of omstreeks 24 juli 2004 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland,,
voorverpakte eet- en/of drinkwaren en/of grondstoffen, te weten Jacques
kruidenboter met tuinkruiden en knoflook, welke gekoeld moeten worden bewaard
teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen
te gaan, zodanig heeft vervoerd en/of in voorraad gehouden dat de temperatuur
van die waar respectievelijk 18,5 graden Celsius, 19,9 graden Celsius en/of
18,5 graden Celsius bedroeg, in elk geval hoger dan de door de bereider
aangegeven temperatuur van maximaal 7 graden Celsius;
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
in de zaak met parketnummer 40263-04
zij op of omstreeks 05 maart 2005 in de gemeente Goirle eet- en/of drinkwaren,
te weten een aantal stukken kaas en/of kazen en/of een (aantal) verpakking(en)
vla en/of yoghurt, aanwezig heeft gehad in een verkoopwagen, zijnde een
mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte, waarbij zij, verdachte, niet de eisen
van artikel 22 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen heeft
nageleefd, inhoudende dat die mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte op
zodanige wijze werd schoongemaakt en/of onderhouden, dat het risico van
besmetting van eet- en/of drinkwaren en/of de aanwezigheid van ongedierte,
voor zover redelijkerwijze mogelijk was, werd uitgesloten, aangezien
- de vloer (gedeeltelijk) verontreinigd was met (oude)zwart gekleurde
etensresten en/of stukjes oud verpakkingsmateriaal en/of
- de achterwand van de verkoopwagen net boven de vloer (gedeeltelijk) vervuild
was met een zwart gekleurde aanslag en/of
- de bovenste plank voor de achterwand (gedeeltelijk) vervuild was met oude
drinkbekertjes en/of een zwart gekleurde schimmel en/of een (heel oud en
totaal) beschimmeld stuk harde korst kaas en/of
- het plafond boven de bovenste plank en een stuk zijwand zelf (gdeeltelijk)
verontreinigd was/waren met zwart gekleurde schimmelpunten;
art 22 lid 1 ahf/ond b Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen
zij op of omstreeks 26 maart 2005 in de gemeente Goirle eet- en/of
drinkwaren, te weten een aantal stukken kaas en/of kazen en/of een (aantal)
verpakking(en) vla en/of yoghurt, aanwezig heeft gehad in een verkoopwagen,
zijnde een mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte, waarbij zij, verdachte,
niet de eisen van artikel 22 van de Warenwetregeling Hygiëne van
levensmiddelen heeft nageleefd, inhoudende dat die mobiele en/of tijdelijke
bedrijfsruimte op zodanige wijze werd schoongemaakt en/of onderhouden, dat het
risico van besmetting van eet- en/of drinkwaren en/of de aanwezigheid van
ongedierte, voor zover redelijkerwijze mogelijk was, werd uitgesloten,
aangezien
- de vloer (gedeeltelijk) verontreinigd was met (oude)zwart gekleurde
etensresten en/of stukjes oud verpakkingsmateriaal en/of
- de achterwand van de verkoopwagen net boven de vloer (gedeeltelijk) vervuild
was met een zwart gekleurde aanslag en/of
- de bovenste plank voor de achterwand (gedeeltelijk) vervuild was met een
zwart gekleurde schimmel;
(parketnummer 040250-04)
art 22 lid 1 ahf/ond b Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen
zij op of omstreeks 18 juni 2004 te gemeente Goirle, voorverpakte eet- en/of
drinkwaren en/of grondstoffen, te weten (zachte) kaas, genaamd "Balkar", welke
gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei
van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en/of in
voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar respectievelijk 18,4 graden
Celsius (bovenste verpakking) en/of 17,6 graden Celsius (onderste verpakking)
bedroeg, in elk geval hoger dan de door de bereider aangegeven temperatuur van
10 graden Celsius maximaal;
(parketnummer 040273-04)
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
zij op of omstreeks 18 juni 2004 te gemeente Goirle eet- en/of drinkwaren, te
weten (zachte) kaas, genaamd "Balkar" en/of een aantal spuitbussen waar
kennelijk slagroom in zat, heeft verhandeld en/of ten verkoop heeft aangeboden
en/of in voorraad heeft gehad en/of voorhanden heeft gehad, terwijl de in het
Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en) en
vermelding(en) niet in de Nederlandse taal was/waren gesteld;
(parketnumer 040273-04)
art 23 Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen
zij op of omstreeks 24 september 2004 te gemeente Goirle, voorverpakte eet-
en/of drinkwaren en/of grondstoffen, te weten aardbei kwark en/of Boer'n vla
en/of geitenkaas (Chavroux) en/of geraspte kaas (Red Hot), welke gekoeld
moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van
pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en/of in voorraad
gehouden dat de temperatuur van die waar
respectievelijk 9,9 graden Celsius (aardbei kwark),
8,6 graden Celsius (Boer'n vla),
12,2 graden Celsius (geitenkaas) en/of
12,5 graden Celsius (geraspte kaas) bedroeg,
in elk geval hoger dan de door de bereider aangegeven temperatuur van
respectievelijk maximaal 7 graden Celsius voor wat betreft de aardbei kwark,
Boer'n vla en geraspte kaas
en/of
tussen +2 graden en +8 graden Celsius wat betreft de geitenkaas;
(parketnummer 040341-04)
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
zij op of omstreeks 24 september 2004 te gemeente Goirle, eet- en/of drinkwaren
en/of grondstoffen, te weten zachte witte kaas met ananas, brie met groene
kruiden en/of zachte witte kaas met peper, welke gekoeld moeten worden bewaard
teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen
te gaan, terwijl door de bereider geen bijzondere bewaartemperatuur op de
voorverpakking is vermeld of de waar niet is voorverpakt, zodanig heeft
vervoerd en/of in voorraad heeft gehouden dat de temperatuur van die waar
respectievelijk 10,3 graden Celsius (zachte witte kaas met ananas),
10,6 graden Celsius (brie met groene kruiden) en/of
10,7 graden Celcius (witte kaas met peper) bedroeg,
in elk geval meer dan 7 graden Celcius;
(parketnummer 040341-04)
art 15 lid 1 ahf/sub b Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
in de zaak met parketnummer 40355-04
zij op of omstreeks 06 november 2003 te Goes diverse soorten kwark voorhanden
heeft gehad en/of in voorraad heeft gehad en/of heeft afgeleverd,
(zulks) terwijl de datum van minimale houdbaarheid daarvan niet lag vóór die
waarop de waar aan de verbruiker werd afgeleverd en/of ten verkoop voorradig
was, aangezien de datum van minimale houdbaarheid ("ten minste houdbaar tot")
van die diverse soorten kwark 05 november 2003 was;
(artikel 2 lid 3 onder b van de Zuivelverordening 2003, melk en melk- en
zuivelproducten)
art 2 lid 3 ahf/ond b Zuivelverordening 1997, melk, melk- en zuivelproducten
zij op of omstreeks 06 november 2003 te Goes eet- en/of drinkwaren, te weten
een viertal spuitbussen, in elk geval een spuitbus, gelijkend op slagroom,
genaamd "Nata Montada, azucarada UHT", heeft verhandeld en/of ten verkoop
heeft aangeboden en/of in voorraad heeft gehad en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde
aanduiding(en) en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal was/waren gesteld;
art 23 Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen
zij op of omstreeks 07 november 2003 te gemeente Goes eet- en/of drinkwaren, te
weten een aantal spuitbussen met op slagroom gelijkende waar ("Nata Montada,
azucarada UHT) , heeft verhandeld en/of ten verkoop heeft aangeboden en/of in
voorraad heeft gehad en/of voorhanden heeft gehad, terwijl de in het
Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en) en
vermelding(en) niet in de Nederlandse taal was/waren gesteld;
(parketnummer 040296-04)
art 23 Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen
zij op of omstreeks 19 februari 2004 te Goes kwark voorhanden heeft gehad
en/of in voorraad heeft gehad en/of heeft afgeleverd,
(zulks) terwijl de datum van minimale houdbaarheid daarvan niet lag vóór die
waarop de waar aan de verbruiker werd afgeleverd en/of ten verkoop voorradig
was, aangezien de datum van minimale houdbaarheid ("ten minste houdbaar tot")
van die kwark 18 februari 2004 was;
(artikel 2 lid 3 onder b van de Zuivelverordening 2003, melk en melk- en
zuivelproducten)
(parketnummer 040354-04)
art 2 lid 3 ahf/ond b Zuivelverordening 1997, melk, melk- en zuivelproducten
zij op of omstreeks 19 februari 2004 te Goes eet- en/of drinkwaren, te weten
een tweetal spuitbussen, in elk geval een spuitbus, gelijkend op slagroom,
genaamd "Nata Montada, azucarada UHT", heeft verhandeld en/of ten verkoop
heeft aangeboden en/of in voorraad heeft gehad en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde
aanduiding(en) en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal was/waren gesteld;
(parketnummer 040354-04)
art 23 Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen
in de zaak met parketnummer 40262-04
zij op of omstreeks 24 april 2004 te gemeente Valkenswaard, voorverpakte eet-
en/of drinkwaren en/of grondstoffen, te weten "leverworst" en/of "Gelderse
gekookte" en/of "camembert, plaisir des campagnes" en/of "boeren leverworst",
welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de
uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en/of
in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar respectievelijk 13,0
graden Celsius ("leverworst") en/of 12,9 graden Celsius ("Gelderse gekookte")
en/of 9,6 graden Celsius ("camembert, plaisir des campagnes") en/of 13,8
graden Celsius ("boeren leverworst") bedroeg, in elk geval hoger dan de door
de bereider aangegeven temperatuur van 7 graden Celsius ( "leverworst",
"Gelderse gekookte" en/of "boeren leverworst") en/of +6/+4 graden Celsius
(camembert, plaisir des campagnes");
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
zij op of omstreeks 05 juni 2004 te gemeente Valkenswaard, voorverpakte eet-
en/of drinkwaren en/of grondstoffen, te weten "leverworst", "Gelderse
gekookte", "grillworst" en/of "Brabantse metworst", welke gekoeld moeten
worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene
bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en/of in voorraad gehouden dat
de temperatuur van die waar respectievelijk 10,2 graden Celsius ("leverworst")
en/of 11,8 graden Celsius ("Gelderse gekookte") en/of 9,6 graden Celsius
("Grillworst") en/of 9,8 graden Celsius ("Brabantse metworst") bedroeg, in elk
geval hoger dan de door de bereider aangegeven temperatuur van 7 graden
Celsius;
(parketnummer 040264-04)
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
zij op of omstreeks 10 juli 2004 te Valkenswaard, voorverpakte eet- en/of
drinkwaren en/of grondstoffen, te weten "Gelderse gekookte", "Grillworst"
en/of "Petit Camembert Royal", welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde
micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan,
zodanig heeft vervoerd en/of in voorraad gehouden dat de temperatuur van die
waar respectievelijk 12,4 graden Celsius ("Gelderse gekookte") en/of 13,6
graden Celsius ("Grillworst") en/of 16,7 graden Celsius ("Petit Camembert
Royal") bedroeg, in elk geval hoger dan de door de bereider aangegeven
temperatuur van 7 graden Celsius ("Gelderse gekookte" en "Grillworst") en/of
2-6 graden Celsius ("Petit Camembert Royal");
(parketnummer 040249-04)
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
zij op of omstreeks 11 september 2004 te Valkenswaard, voorverpakte eet- en/of
drinkwaren en/of grondstoffen, te weten Mon Chou en/of Milner Jong, welke
gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei
van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en/of in
voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar 21,5 graden Celcius bedroeg,
in elk geval hoger dan de door de bereider aangegeven temperatuur van maximaal
7 graden Celsius;
(parketnummer 040363-04)
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
in de zaak met parketnummer 636024-05
zij op of omstreeks 05 juni 2004 te Apeldoorn, voorverpakte eet- en/of
drinkwaren en/of grondstoffen, te weten voorverpakkingen pannenkoeken,
Alpendessert en/of voorverpakkingen roeryoghurt, welke gekoeld moeten worden
bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene
bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en/of in voorraad gehouden dat
de temperatuur van die waar respectievelijk 11,8 en 8,5 graden
Celsius(pannenkoeken), 12,7 graden Celsius(Alpendessert) en/of 10,5 graden
Celsius(Roeryoghurt) bedroeg, in elk geval hoger dan de door de bereider
aangegeven temperatuur van max 7 graden Celsius;
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
zij op of omstreeks 18 september 2004 te Apeldoorn, voorverpakte eet- en/of
drinkwaren en/of grondstoffen, te weten Boer'n vla bitterkoekjes en/of
aardbeien kwark, welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch
bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft
vervoerd en/of in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar 10,0
graden Celsius bedroeg, in elk geval hoger dan de door de bereider aangegeven
temperatuur van max 7 graden Celsius;
art 15 lid 1 ahf/sub a Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van
levensmiddelen
art 2 lid 1 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen
in de zaak met parketnummer 40326-04
zij op of omstreeks 05 december 2003 te Wijk en Aalburg als exploitant van een
levensmiddelenbedrijf, te weten een op het perceel [...] gelegen
opslagplaats, niet het bepaalde in artikel 30, tweede lid onder a van de
Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen in acht heeft genomen,
aangezien zij, verdachte, de data van de minimale houdbaarheid van een partij
bederfelijke eetwaar, welke gekoeld moest worden bewaard, te weten een partij
voorverpakte "Almhof creme caramel dessert" heeft verlengd, althans heeft doen
laten verlengen en/of daarbij niet de potentiële risico's heeft geanalyseerd
die gepaard gaan bij het verlengen van de data/datum van minimale houdbaarheid
van die bederfelijke eetwaar.
art 30 lid 2 ahf/ond a Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen
3 De geldigheid van de dagvaarding.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4 De bevoegdheid van de economische politierechter.
Krachtens de wettelijke bepalingen is de economische politierechter bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5 De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vervolging. Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat door de veelheid van controles die bij de bedrijven van [naam] hebben plaatsgevonden en de wijze waarop die controles hebben plaatsgehad, de beginselen van een goede procesorde zijn geschonden, waaronder het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van détournement de pouvoir. Daarnaast heeft de verdediging betoogd dat niet de strafrechtelijke weg, maar de bestuursrechtelijke weg gevolgd had dienen te worden.
De economische politierechter overweegt daaromtrent het volgende.
Vooropgesteld dient te worden dat aan het openbaar ministerie, gelet op het in het eerste en tweede lid van artikel 167 van het Wetboek van Strafvorderding neergelegde oppurtuniteitsbeginsel, een bepaalde mate van beleidsvrijheid toekomt bij de beoordeling van de vraag of tot vervolging dient te worden overgegaan. Indien het openbaar ministerie beslist dat hij tot vervolging overgaat dan staat die beslissing in het algemeen niet ter beoordeling van de rechter. Slechts indien de vervolging in strijd is met wettelijke of verdragsbepalingen of met beginselen van een goede procesorde –waaronder het gelijkheidsbeginsel- kan er sprake zijn van een verval van het recht tot strafvordering en een om die reden door de rechter uit te spreken niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
[naam] heeft een groot- c.q. markthandel in zuivel- en kaasproducten, ondergebracht in verschillende vennootschappen, waaronder verdachte.
Uit de documentatie en de thans voorliggende dossiers blijkt dat [naam] c.s. veelvuldig is gecontroleerd door de Keuringsdienst van Waren (hierna: KvW). Uit die veelheid van controles mag worden afgeleid dat [naam] en zijn bedrijven zeer regelmatig en naar alle waarschijnlijkheid ook vaker dan een gemiddelde kaashandelaar worden gecontroleerd door de KvW. Dat dit een zekere irritatie oproept bij [naam] is begrijpelijk en dat de verhoudingen met de KvW inmiddels danig zijn verstoord evenzeer, doch niet gezegd kan worden dat hierdoor gehandeld is in strijd met enig beginsel van een goede procesorde. De veelheid van de controles, zo begrijpt de economische politierechter uit met name de documentatie van (de bedrijven van) [naam], hangt samen met de wijze waarop [naam] zijn bedrijfsvoering kennelijk tot nu toe heeft gevoerd. Ook nu -blijkt uit de diverse voorliggende dossiers- hebben regelmatig hercontroles plaats gevonden, omdat diverse zaken niet in orde bleken te zijn. Het primaire verweer van de raadsman wordt om die reden verworpen.
Voor wat betreft de vraag of in casu de zaken niet bestuursrechtelijk hadden moeten worden afgedaan overweegt de economische politierechter het volgende.
Op 1 februari 2001 is artikel 32 a van de Warenwet in werking getreden en is de bestuurlijke boete in de handhaving van de Warenwet geïntroduceerd. De bestuursrechtelijke handhaving van de Warenwet is in het bijzonder opgedragen aan de KvW. In de richtlijn voor strafvordering Warenwet zijn tussen het openbaar ministerie enerzijds en de KvW anderzijds afspraken gemaakt ter uitwerking van artikel 32 a, vijfde lid, van de Warenwet. Niet gezegd kan worden, met name niet gelet op het recidiverend karakter van de ten laste gelegde overtredingen, dat het openbaar ministerie in strijd met deze richtlijn heeft gekozen voor de strafrechtelijke weg. Ook dit verweer van de raadsman dient derhalve te worden verworpen.
Nu bij het onderzoek ter terechtzitting ook overigens niet is gebleken van omstandigheden die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan, kan hij in zijn vordering worden ontvangen.
6 Schorsing der vervolging.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7 De bewezenverklaring.
7.1 Vrijspraak en de gronden daarvoor.
Door het onderzoek ter terechtzitting is naar het oordeel van de economische politierechter niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte
in de zaak met parketnummer 40263-04
ten aanzien van de feiten 5. en 6.
in de zaak met parketnummer 636024-05
ten aanzien van feit 2.
in de zaak met parketnummer 40326-04
is ten laste gelegd, zodat zij daarvan zal worden vrijgesproken. Hieromtrent overweegt de economische politierechter het volgende.
Met betrekking tot het meten van temperaturen van de in de marktwagens van verdachte aanwezige produkten is door de verdediging aangevoerd dat dat op onjuiste wijze is gebeurd.
Gesteld is dat de controleambtenaren de produkten uit de koeling hebben gehaald en eerst na enige (korte) tijd de temperatuur hebben gemeten. De verdediging stelt zich op het standpunt dat geen waarde gehecht mag worden aan de resultaten van deze onjuiste metingen.
Ten aanzien van de feiten 5. en 6. in de zaak met partketnummer 40263-04 blijkt uit het proces-verbaal, nr. 280890573 van de controleambtenaar [naam] van de Voedsel en Waren Autoriteit, Keuringsdienst van Waren Zuid, dat de betreffende zuivelprodukten zich bevonden in de koelvitrine van de verkoopwagen. Aangegeven is dat de temperatuur van de produkten op de voorgeschreven wijze is gemeten met behulp van een gekalibreerde digitale thermometer. Op welke wijze de betreffende produkten exact zijn gemeten heeft de verbalisant niet aangegeven. Onduidelijk is of de betreffende produkten uit de koelvitrine zijn genomen en, zo ja, hoeveel tijd er tussen het uit de koeling halen en het meten van de temperatuur heeft gezeten. Gelet op deze onduidelijkheid in het proces-verbaal kan niet gezegd worden dat hetgeen door verdachte is aangevoerd onjuist is. Gelet op de bij de economische politierechter gerezen twijfel omtrent de juistheid van het meten van deze betreffende produkten dient verdachte het voordeel van de twijfel gegeven te worden. Verdachte zal dan ook in zoverre vrijgesproken moeten worden.
Ditzelfde geldt ten aanzien van feit 2. in de zaak met parketnummer 636024-05. Uit het terzake opgemaakte proces-verbaal, nr. 25061029 van de controleambtenaar [naam] blijkt dat de betreffende produkten in een koelkist opgeborgen waren. Op welke wijze vervolgens de temperatuur van de betreffende produkten is gemeten, blijkt niet uit het proces-verbaal. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dient verdachte ook in zoverre vrijgesproken te worden.
Met betrekking tot hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 40326-04 is tenlastegelegd is namens verdachte door de heer [naam] ter terechtzitting ontkend dat hij degene is geweest die de data van de minimale houdbaarheid van een partij “Almof creme caramel dessert” heeft verlengd.
Los van het antwoord op de vraag wie van de gedagvaarde rechtspersonen verantwoordelijk moet worden gehouden voor de ten laste gelegde handeling overweegt de economische politierechter hieromtrent het volgende.
Uit het proces-verbaal, nr. 280560454 van de controleambtenaren [namen] blijkt dat op 5 december 2004 in de opslagplaats van de verdachte een aantal verpakkingen “Almhof” stond. Geconstateerd werd dat op de deksels van deze verpakkingen was gekrast op de plaats waar de houdbaarheidsdatum normaliter vermeld staat. Op een aantal van deze verpakkingen was een sticker geplaatst met daarop een nieuwe houdbaarheidsdatum. Uit het hiervoor aangehaalde proces-verbaal is de economische politierechter gebleken dat genoemde verbalisanten nader onderzoek hebben verricht naar de herkomst van de in geding zijnde produkten. De betreffende “Almhof” is geproduceerd namens [naam producent] te [vestigingsplaats]. Een vertegenwoordiger van [naam producent] heeft verklaard dat de onderhavige “Almhof” is geleverd aan de firma [naam afnemer] te [vestigingsplaats]. Voorts is verklaard dat door of namens [naam producent] de oorspronkelijke datum niet is verwijderd en vervangen door een nieuwe datum.
Vervolgens is onderzoek verricht bij de firma [naam afnemer]. Door een van de vennoten van [naam afnemer] is verklaard dat geen produkten van “Almhof” worden voorzien van een nieuwe houdbaarheidsdatum.
Uit de verklaring die is afgelegd namens de firma [naam afnemer] blijkt niet of en zo ja, aan welk bedrijf door [naam afnemer] “Almhof” is geleverd. In ieder geval is niet verklaard dat rechtstreeks is geleverd aan verdachte. Het valt derhalve niet uit te sluiten dat er nog een derde persoon/bedrijf betrokken is geweest bij leveranties van de betreffende “Almhof” waarop de in geding zijnde wijzigingen van de houdbaarheidsdatum zijn aangebracht. Gelet hierop dient verdachte dan ook te worden vrijgesproken van hetgeen haar is tenlastegelegd met betrekking tot het verlengen van houdbaarheidsdata nu niet met zekerheid vastgesteld kan worden dat het verdachte is geweest die de houdbaarheidsdata heeft verlengd.
7.2 Hetgeen bewezen is.
Door het onderzoek ter terechtzitting is evenwel naar het oordeel van de economische politierechter wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte
in de zaak met parketnummer 40289-04
op 23 juni 2004 te gemeente Baarle-Nassau eetwaren, te weten een aantal spuitbussen met op slagroom gelijkende waar (nata Montada, azucarada UHT), ten verkoop heeft aangeboden en in voorraad heeft gehad en voorhanden heeft gehad, terwijl de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en) en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal waren gesteld;
in de zaak met parketnummer 40310-04
op 24 juli 2004 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, voorverpakte eetwaren , te weten Jacques kruidenboter met tuinkruiden en knoflook, welke gekoeld moeten worden bewaard
teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar hoger bedroeg dan de door de bereider
aangegeven temperatuur van maximaal 7 graden Celsius;
in de zaak met parketnummer 40263-04
op 05 maart 2005 in de gemeente Goirle eet- en drinkwaren, te weten een aantal stukken kaas en kazen en een aantal verpakkingen vla en yoghurt, aanwezig heeft gehad in een verkoopwagen, zijnde een mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte, waarbij zij, verdachte, niet de eisen van artikel 22 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen heeft
nageleefd, inhoudende dat die mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte op zodanige wijze werd schoongemaakt en/of onderhouden, dat het risico van besmetting van eet- en/of drinkwaren en/of de aanwezigheid van ongedierte, voor zover redelijkerwijze mogelijk was, werd uitgesloten, aangezien - de vloer gedeeltelijk verontreinigd was met (oude)zwart gekleurde
etensresten en stukjes oud verpakkingsmateriaal en - de achterwand van de verkoopwagen net boven de vloer gedeeltelijk vervuild was met een zwart gekleurde aanslag en
- de bovenste plank voor de achterwand gedeeltelijk vervuild was met oude
drinkbekertjes en een zwart gekleurde schimmel en een beschimmeld stuk harde korst kaas en
- het plafond boven de bovenste plank en een stuk zijwand zelf gdeeltelijk
verontreinigd waren met zwart gekleurde schimmelpunten;
op 26 maart 2005 in de gemeente Goirle eet- en drinkwaren, te weten een aantal stukken kaas en kazen en een aantal verpakkingen vla en yoghurt, aanwezig heeft gehad in een verkoopwagen, zijnde een mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte, waarbij zij, verdachte,
niet de eisen van artikel 22 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen heeft nageleefd, inhoudende dat die mobiele en/of tijdelijke bedrijfsruimte op zodanige wijze werd schoongemaakt en/of onderhouden, dat het risico van besmetting van eet- en/of drinkwaren en/of de aanwezigheid van ongedierte, voor zover redelijkerwijze mogelijk was, werd uitgesloten, aangezien
- de vloer gedeeltelijk verontreinigd was met zwart gekleurde etensresten en stukjes oud verpakkingsmateriaal en
- de achterwand van de verkoopwagen net boven de vloer gedeeltelijk vervuild
was met een zwart gekleurde aanslag en
- de bovenste plank voor de achterwand gedeeltelijk vervuild was met een
zwart gekleurde schimmel;
op 18 juni 2004 te gemeente Goirle, voorverpakte eetwaren , te weten zachte kaas, genaamd "Balkar", welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar hoger bedroeg dan de door de bereider aangegeven temperatuur van 10 graden Celsius maximaal;
op 18 juni 2004 te gemeente Goirle eetwaren, te weten zachte kaas, genaamd "Balkar" en een aantal spuitbussen waar kennelijk slagroom in zat, ten verkoop heeft aangeboden en in voorraad heeft gehad en voorhanden heeft gehad, terwijl de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en) en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal waren gesteld;
in de zaak met parketnummer 40355-04
op 06 november 2003 te Goes diverse soorten kwark voorhanden heeft gehad en in voorraad heeft gehad, zulks terwijl de datum van minimale houdbaarheid daarvan niet lag vóór die
waarop de waar ten verkoop voorradig was, aangezien de datum van minimale houdbaarheid ("ten minste houdbaar tot") van die diverse soorten kwark 05 november 2003 was;
op 06 november 2003 te Goes eetwaren, te weten een viertal spuitbussen, gelijkend op slagroom, genaamd "Nata Montada, azucarada UHT", ten verkoop heeft aangeboden en in voorraad heeft gehad en voorhanden heeft gehad, terwijl de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en) en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal waren gesteld;
op 07 november 2003 te gemeente Goes eetwaren, te weten een aantal spuitbussen met op slagroom gelijkende waar ("Nata Montada, azucarada UHT), ten verkoop heeft aangeboden en in voorraad heeft gehad en voorhanden heeft gehad, terwijl de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en) en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal waren gesteld;
op 19 februari 2004 te Goes kwark voorhanden heeft gehad en in voorraad heeft gehad ,
zulks terwijl de datum van minimale houdbaarheid daarvan niet lag vóór die waarop de waar ten verkoop voorradig was, aangezien de datum van minimale houdbaarheid ("ten minste houdbaar tot") van die kwark 18 februari 2004 was;
op 19 februari 2004 te Goes eetwaren, te weten een tweetal spuitbussen, gelijkend op slagroom, genaamd "Nata Montada, azucarada UHT", ten verkoop heeft aangeboden en in voorraad heeft gehad en voorhanden heeft gehad, terwijl de in het Warenbesluit Etikettering van levensmiddelen bedoelde aanduiding(en) en vermelding(en) niet in de Nederlandse taal waren gesteld;
in de zaak met parketnummer 40262-04
op 24 april 2004 te gemeente Valkenswaard, voorverpakte eetwaren , te weten "leverworst" en "Gelderse gekookte" en "camembert, plaisir des campagnes" en "boeren leverworst",
welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar hoger bedroeg dan de door de bereider aangegeven temperatuur van 7 graden Celsius ( "leverworst", "Gelderse gekookte" en "boeren leverworst") en +6/+4 graden Celsius (camembert, plaisir des campagnes");
op 05 juni 2004 te gemeente Valkenswaard, voorverpakte eetwaren , te weten "leverworst", "Gelderse gekookte", "grillworst" en "Brabantse metworst", welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar hoger bedroeg dan de door de bereider aangegeven temperatuur van 7 graden Celsius;
op 10 juli 2004 te Valkenswaard, voorverpakte eetwaren , te weten "Gelderse gekookte", "Grillworst" en "Petit Camembert Royal", welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde
micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar hoger bedroeg dan de door de bereider aangegeven temperatuur van 7 graden Celsius ("Gelderse gekookte" en "Grillworst") en 2-6 graden Celsius ("Petit Camembert Royal");
op 11 september 2004 te Valkenswaard, voorverpakte eetwaren , te weten Mon Chou en Milner Jong, welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar hoger bedroeg dan de door de bereider aangegeven temperatuur van maximaal 7 graden Celsius;
in de zaak met parketnummer 636024-05
op 05 juni 2004 te Apeldoorn, voorverpakte eet- en drinkwaren , te weten voorverpakkingen pannenkoeken, Alpendessert en voorverpakkingen roeryoghurt, welke gekoeld moeten worden bewaard teneinde micro-biologisch bederf of de uitgroei van pathogene bacteriën tegen te gaan, zodanig heeft vervoerd en in voorraad gehouden dat de temperatuur van die waar hoger bedroeg dan de door de bereider aangegeven temperatuur van max 7 graden Celsius;
Hetgeen hiervoor meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de economische politierechter niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
8 Het bewijs.
De overtuiging van de economische politierechter, dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
8.2 De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs.
Namens verdachte is ter terechtzitting met betrekking tot de spuitbussen slagroom gesteld dat door [naam] kaartjes zijn geschreven met daarop de tekst “slagroom” met daarbij de vermelding van de prijs van het produkt. Voorts is ter terechtzitting namens verdachte verklaard dat etiketten zijn gedrukt met daarop de vermelding “slagroom”.
Hieromtrent overweegt de economische politierechter het volgende.
Uit de diverse opgemaakte processen-verbaal blijkt niet dat dergelijke kaartjes en/of etiketten door de betreffende controleambtenaren zijn aangetroffen. Nu verdachte heeft nagelaten haar stelling nader te onderbouwen houdt de economische politierechter het ervoor dat dergelijke kaartjes en/of etiketten welke voldoen aan de in het Warenbesluit Etikettering van levenmiddelen gestelde eisen, niet aanwezig zijn geweest. Gelet hierop dient het terzake gevoerde verweer te worden verworpen.
In de zaak met parketnummer 40310-04 is namens verdachte ter terechtzitting aangevoerd dat de betreffende kruidenboter niet bestemd was voor de verkoop. Voorts is ter terechtzitting de onderzoeksmethode met betrekking tot het meten van de temperatuur in twijfel getrokken.
Hieromtrent overweegt de economische politierechter het volgende.
Uit het terzake opgemaakte proces-verbaal blijkt dat de bereider van de kruidenboter op de verpakking van het produkt heeft aangegeven dat het produkt gekoeld bewaard moet worden op een temperatuur van maximaal 7 graden Celcius. Voorts blijkt uit het proces-verbaal dat de aanwezige verkoper heeft verklaard dat de koeling op dat moment vol was en dat hij de kruidenboter onder de koeling heeft gezet. De verkoper noemt dit zelf een slordigheidje.
Wat er ook zij van de wijze van meten, vastgesteld moet worden dat de betreffende kruidenboter buiten de koeling is bewaard zodat niet is voldaan aan de in het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen gestelde eisen.
Ook in de zaak met parketnummer 40263-04 ten aanzien van feit 3. is namens verdachte de onderzoeksmethode met betrekking tot het meten van de temperatuur in twijfel getrokken. Uit het terzake opgemaakte proces-verbaal is de economische politierechter gebleken dat ook de Balkar-kaas buiten de koeling werd bewaard terwijl deze volgens de bereider gekoeld bewaard diende te worden.
Ten aanzien van de feiten 1., 2. en 3. in de zaak met parketnummer 40262-04 is ter terechtzitting namens verdachte verklaard dat de koelvitrine kapot was. Ook terzake deze feiten dient derhalve geconcludeerd te worden dat de betreffende produkten niet gekoeld werden bewaard conform de in het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen gestelde eisen.
Ten aanzien van feit 4. in de zaak met laatstgenoemd parketnummer overweegt de economische politierechter dat uit het terzake opgemaakte proces-verbaal van de controleambtenaar weliswaar niet blijkt dat de betreffende produkten buiten de koelvitrine bewaard werden, echter de geconstateerde temperaturen van de betreffende produkten, te weten 21,5 graden Celcius, duiden er op dat deze buiten de koeling bewaard werden.
Ten aanzien van feit 1. in de zaak met parketnummer 636024-05 overweegt de economische politierechter dat uit het terzake opgemaakte proces-verbaal van de controleambtenaar blijkt dat de temperatuur van de pannenkoeken zijn gemeten in de koelvitrine. Deze wijze van meten van de temperatuur acht de economische politierechter juist.
De andere in de tenlastelegging genoemde produkten, te weten het Alpendessert en de voorverpakkingen roeryoghurt werden wederom buiten de koeling aangetroffen zodat geconcludeerd moet worden dat deze produkten niet conform de daarvoor gestelde eisen werden bewaard.
9 De strafbaarheid van het bewezene.
Het ten laste van verdachte bewezen verklaarde levert de volgende misdrijven op:
in de zaak met parketnummer 40289-04
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 8, eerste lid, van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon;
in de zaak met parketnummer 40310-04
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 5, eerste lid, van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon;
in de zaak met parketnummer 40263-04
ten aanzien van feiten 1. tot en met 3. telkens:
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 5, eerste lid, van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon;
ten aanzien van feit 4.
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 8, eerste lid, van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon;
in de zaak met parketnummer 40355-04
ten aanzien van de feiten 1. en 4. telkens:
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 5, eerste lid, aanhef en onder d van de Instellingsverordening Produkschap Zuivel, begaan door een rechtspersoon;
ten aanzien van de feiten 2., 3. en 5. telkens
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 8, eerste lid, van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon;
in de zaak met parketnummer 40262-04
ten aanzien van de feiten 1. tot en met 4. telkens
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 5, eerste lid, van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon;
in de zaak met parketnummer 636024-05
ten aanzien van feit 1.
overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens artikel 5, eerste lid, van de Warenwet, begaan door een rechtspersoon;
10 De strafbaarheid van verdachte.
Verdachte is strafbaar voor hetgeen te harer laste bewezen is verklaard, nu niet is gebleken van enige omstandigheid die haar strafbaarheid zou opheffen.
11 De straffen en maatregelen.
11.1 De algemene overwegingen omtrent de straf.
Op grond van de aard van het bewezene alsmede op grond van de omstandigheden waaronder dit is gepleegd, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, is de economische politierechter van oordeel dat aan verdachte de straffen behoren te worden opgelegd, die zij hierna zal bepalen.
11.2 De bijzondere overwegingen omtrent de straf.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te veroordelen tot geldboetes, variërend van € 400,00 tot € 800,00 per overtreding.
[naam] heeft een handel in zuivel- en kaasprodukten welke handel hij heeft ondergebracht in een drietal vennootschappen. Verdachte is een van die vennootschappen.
De ondernemingen van [naam] hebben zich schuldig gemaakt aan zeer veel overtredingen, gesteld krachtens de Warenwet. Vele malen heeft verdachte bederfelijke eet- en/of drinkwaren niet voldoende gekoeld te koop aangeboden c.q. in voorraad gehad in haar marktwagens, met alle risico’s voor de volksgezondheid van dien. Dat bederfelijke eet- en/of drinkwaren gekoeld dienen te worden spreekt voor zich.
Ook heeft verdachte vele malen verzuimd de door haar in haar marktwagens aangeboden produkten te voorzien van een Nederlandse etikettering. Het betrof hier weliswaar telkens spuitbussen slagroom van een zelfde partij, echter telkens weer heeft verdachte die slagroom te koop aangeboden, ook na daartoe diverse malen op gewezen te zijn door controleambtenaren van de Keuringsdienst voor Waren. Dat aangeboden eet- en/of drinkwaren voorzien dienen te zijn van een in het Nederlands gesteld etiket mag ook voor zich spreken, immers een consument moet weten wat hij koopt en hoe het produkt gebruikt moet worden.
Daarnaast hebben controleambtenaren geconstateerd dat de marktwagens van verdachte diverse malen niet schoon waren.
Gelet op de veelheid van overtredingen moet het er voor gehouden worden dat verdachte het niet zo nauw neemt waar het aankomt op Warenwetregelingen.
De door de officier van justitie gevorderde geldboetes passen binnen de Richtlijn voor strafvordering warenwet, zoals deze geldt sedert 1 november 2003. De economische politierechter ziet echter aanleiding om per overtreding een lagere geldboete op te leggen dan gevorderd is door de officier van justitie, zulks gelet op het grote aantal op te leggen geldboetes en de draagkracht van verdachte, voorzover dit ter zitting is gebleken. Voorts heeft de economische politierechter rekening gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Na te melden straffen acht de economische politierechter passend.
12 De toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing berust op
de artikelen 23, 24, 51, 62, 63 en 91 van het Wetboek van Strafrecht,
de artikelen 1, 2, 6 en 87 van de Wet op de economische delicten,
de artikelen 5, 8 en 37 van de Warenwet,
de artikelen 2, 5, 23 en 35 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen,
de artikelen 2, 15 en 21 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen,
de artikelen 22 en 42 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen,
de artikelen 5 en 12 van de Instellingsverordening Produktschap Zuivel en
de artikelen 2 en 9 van de Zuivelverordening 2003, melk en melk- en zuivelprodukten.
13 De beslissing.
RECHTDOENDE beslist de economische politierechter als volgt.
Zij verklaart de officier van justitie ontvankelijk in zijn vordering.
Zij verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte
in de zaak met parketnummer 40263-04
ten aanzien van de feiten 5. en 6.
in de zaak met parketnummer 636024-05
ten aanzien van feit 2.
in de zaak met parketnummer 40326-04
is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Zij verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 7.2 is omschreven.
Zij verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Zij verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Zij verstaat dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de onder 9 vermelde strafbare feiten.
Zij verklaart de verdachte deswege strafbaar.
in de zaak met parketnummer 40289-04
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 300,= (zegge: driehonderd euro).
in de zaak met parketnummer 40310-04
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
in de zaak met parketnummer 40263-04
ten aanzien van feit 1.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
ten aanzien van feit 2.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
ten aanzien van feit 3.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
ten aanzien van feit 4.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
in de zaak met parketnummer 40355-04
ten aanzien van feit 1.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 300,= (zegge: driehonderd euro).
ten aanzien van feit 2.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 300,= (zegge: driehonderd euro).
ten aanzien van feit 3.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 300,= (zegge: driehonderd euro).
ten aanzien van feit 4.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 300,= (zegge: driehonderd euro).
ten aanzien van feit 5.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 300,= (zegge: driehonderd euro).
in de zaak met parketnummer 40262-04
ten aanzien van feit 1.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
ten aanzien van feit 2.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
ten aanzien van feit 3.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
ten aanzien van feit 4.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
in de zaak met parketnummer 636024-05
ten aanzien van feit 1.
Zij veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete ten bedrage van € 400,= (zegge: vierhonderd euro).
Dit vonnis is gewezen door mr. Janssen, economische politierechter, in tegenwoordigheid van de griffier Van den Goorbergh en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 1 augustus 2005.