ECLI:NL:RBBRE:2005:AT7101
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Foutieve pleeglocatie en sanctiematiging in verkeershandhaving
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 12 mei 2005, ging het om een beroep tegen een beslissing van de Officier van Justitie in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene had een sanctie opgelegd gekregen voor een verkeersgedraging, maar stelde dat de pleeglocatie onjuist was vermeld in de processtukken. De kantonrechter, mr. W.E.M. Verjans, oordeelde dat de pleeglocatie abusievelijk als Molenstraat te Oudenbosch was vermeld, terwijl dit Vaartweg te Oudenbosch had moeten zijn. Ondanks deze fout, die voor herstel vatbaar was, werd het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard.
De kantonrechter oordeelde dat de verweten gedraging wel degelijk had plaatsgevonden, wat door betrokkene ook erkend werd. Echter, gezien de omstandigheden, waaronder de gemaakte fouten en de slordigheid van de verbalisanten, besloot de kantonrechter de opgelegde sanctie te matigen tot nihil. Dit was ook te rechtvaardigen omdat betrokkene voor de tweede keer was verschenen. Het beroep werd voor het overige ongegrond verklaard, en de kantonrechter bepaalde dat het bedrag dat betrokkene aan zekerheid had gestort, moest worden terugbetaald.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de handhaving van verkeersvoorschriften en de mogelijkheid tot matiging van sancties in geval van fouten door de autoriteiten. Aangezien de opgelegde sanctie minder dan € 70,00 bedroeg, was hoger beroep tegen deze beslissing niet mogelijk volgens de WAHV.