ECLI:NL:RBBRE:2005:AT2840
Rechtbank Breda
- Kort geding
- C.J.G.M. van der Weide
- D.G.E.C.Th. Schütz
- Rechtspraak.nl
Geschil over eigendom en bruikleen van beeldende kunstwerken tussen kunstenaar en vriend
In deze zaak staat ter beoordeling of eiser, een beeldend kunstenaar, twee beelden heeft geschonken aan gedaagde of dat er sprake was van bruikleen. Eiser heeft in 1983 drie beelden bij gedaagde achtergelaten en heeft in 1995 een van die beelden teruggekregen. In maart 2005 heeft eiser gedaagde gevraagd om de twee andere beelden af te staan voor een tentoonstelling in Portugal, waarop gedaagde aanvankelijk instemde. Echter, na een e-mail van de echtgenote van gedaagde, waarin zij haar bezorgdheid uitte over de afgifte van de beelden, ontstond er onduidelijkheid over de eigendomssituatie.
Eiser vordert in kort geding dat gedaagde de beelden binnen 48 uur na betekening van het vonnis aan hem teruggeeft, onder dreiging van een dwangsom. Gedaagde stelt dat de beelden aan hem zijn geschonken en dat hij slechts het betonnen beeld in bruikleen heeft gekregen. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde de beelden voor zichzelf houdt en dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn eigendomsrecht. De voorzieningenrechter oordeelt dat gedaagde de beelden moet afgeven, maar pas nadat eiser zekerheid heeft gesteld in de vorm van een bankgarantie van € 1.000,00. Gedaagde wordt veroordeeld in de kosten van het geding, omdat het ontstaan van het geschil aan zijn handelwijze is toe te rekenen.