ECLI:NL:RBBRE:2004:AR8257

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
3 december 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
139661/KG ZA 04-615
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.M. Steenbeek
  • K. Weijers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicaties door regionale dagblad over maaltijdvoorziening ziekenhuis

In deze zaak staat de vraag centraal of de publicaties van het regionale dagblad BN/DeStem over de problemen binnen de maaltijdvoorziening van het Amphia Ziekenhuis onrechtmatig zijn jegens de eiseres, Sortrans. Sortrans vordert rectificatie van de artikelen die op 17 en 19 november 2004 zijn gepubliceerd, waarin zij worden beschuldigd van het niet voldoen aan de eisen voor de temperatuur van maaltijden. De voorzieningenrechter overweegt dat de publicaties niet onzorgvuldig zijn, ook al bevat de eerste publicatie slechts een summier deel van het ter zitting besprokene. De rechter stelt dat de journalist de vrijheid heeft om te bepalen wat relevant is voor zijn lezerspubliek. Sortrans heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de publicaties onjuist of misleidend zijn, en de rechter wijst de vordering tot rectificatie af. De voorzieningenrechter concludeert dat de publicaties niet onzorgvuldig zijn geweest, mede omdat de mening van Sortrans ook in de tweede publicatie is opgenomen, en de rectificatietekst als lezersbrief is gepubliceerd.

Uitspraak

139661/KG ZA 04-615 RECHTBANK BREDA
Sector Handelsrecht
3 december 2004
Voorzieningenrechter
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de besloten vennootschap
SORTRANS BV,
gevestigd te Breda,
e i s e r e s bij dagvaarding van 22 november 2004,
procureur: mr. M.F.Y.J. Kramer,
advocaat: mr. J.P. van Asten,
t e g e n :
1. de besloten vennootschap
UITGEVERIJ BN/DE STEM BV,
2. de besloten vennootschap
BN/DE STEM/PZC BV,
beiden gevestigd en kantoorhoudende te Breda,
g e d a a g d e n,
procureur: mr. E.P. Elink Schuurman,
advocaat: mr. A. Robustella.
1. Het verloop van het geding.
Dit blijkt uit de navolgende door partijen ter vonniswijzing overgelegde stukken:
- de dagvaarding;
- de door mr. Van Asten in het geding gebrachte producties, genummerd 1 - 12;
- de door mr. Robustella in het geding gebrachte producties, genummerd A - C;
- de pleitnota van mr. Van Asten;
- de pleitnota van mr. Robustella.
Partijen hebben voorts ter zitting hun stellingen mondeling nader toegelicht.
2. Het geschil.
Eiseres, verder te noemen Sortrans, vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad gedaagden, verder gezamenlijk te noemen BN/De Stem c.s., hoofdelijk te bevelen tot plaatsing van de als productie 8 aan de dagvaarding gehechte rectificatietekst, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen rectificatietekst, in dezelfde kopgrootte als het eerste gewraakte artikel d.d. 17 november 2004, zulks op dezelfde prominente plaats op de voorpagina van de eerste editie van De Stem, verschijnende na betekening van het in deze te wijzen vonnis, een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag, dat BN/DeStem c.s. hiermee in gebreke blijven, met veroordeling van BN/DeStem c.s. – hoofdelijk – in de proceskosten.
BN/DeStem c.s. hebben de vorderingen bestreden.
3. De voorlopige beoordeling en de gronden daarvoor.
3.1
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
a. Op 16 november 2004 vond bij deze rechtbank een kort geding plaats tussen Sortrans en Amphia, een stichting die meerdere ziekenhuiscomplexen in beheer heeft. Sortrans vorderde veroordeling van Amphia tot het sluiten van een overeenkomst voor de levering van voedselverdeelwagens met Sortrans dan wel tot voortzetting van de onderhandelingen hiertoe. Subsidiair vorderde Sortrans dat Amphia de aanschaf van voedselverdeelwagens via een Europese aanbestedingsprocedure gaat aanbesteden.
b. De ter zitting overgelegde en uitgesproken pleitnota van mr. Essers, de raadsman van Amphia, bevat, voor zover relevant, de navolgende zinsneden:
(..)
De temperatuur over- en onderschrijdingen die op 4 maart 2003 door de Keuringsdienst van Waren werden geconstateerd betroffen maaltijden die uit voedselverdeelwagens van Sortrans werden geserveerd.
(..)
De ervaringen van Amphia in de marktverkenning zijn tot nu toe niet onverdeeld positief. Een aantal systemen is afgevallen vanwege hoge onderhoudskosten of vanwege de slechte kwaliteit van de maaltijden ten gevolge van het regeneratieproces (uitdroging). Bij andere systemen, waaronder dat van Sortrans, bestaan twijfels over de temperatuur van de maaltijden na regeneratie.
(..)
c. Een journalist van het dagblad BN/DeStem, de heer J. Reijnders, was bij de zitting van het kort geding aanwezig.
d. Op de voorpagina van het dagblad BN/DeStem is op 17 november 2004 een artikel verschenen over het kort geding, dat, voor zover relevant, het navolgende inhield:
Problemen met eten in Amphia
Door Jan Reijnders
Breda – Het Amphia Ziekenhuis in Breda worstelt met zijn maaltijdvoorziening. Het bestuur is zeer geschrokken van een proces-verbaal van de Keuringsdienst voor Waren en heeft de bouw van een grote centrale keuken opgeschort. In de tussentijd hoopt Amphia de problemen met de temperatuur van maaltijden op te lossen.
(..)
Volgens de raadsman van Amphia, mr. M. Essers, is het ziekenhuis tegen een bekeuring aangelopen, omdat de keuringsdienst vaststelde dat in de locatie aan de Galderseweg in Breda bij meting aan geen van de twee vereisten werd voldaan. (..)
“Maar de maaltijden waar de keuringsdienst op stootte, kwamen via Sortrans. We willen garanties dat we dit soort problemen met nieuwe wagentjes niet meer hebben”, aldus Essers. (..)
Volgens Amphia is Sortrans afgevallen in verband met twijfels over de temperatuur en uitdroging van maaltijden, met alle gezondheidsrisico’s vandien. “Volgens onze testen voldoet Sortrans niet aan de eis van zeven graden voor de desserts.”
Sortrans verwijt de maaltijdproblemen bij Amphia aan ‘verkeerd gebruik’ door het Amphia-personeel zelf. “Er is daar enorm veel verloop, waardoor zaken in de soep lopen.” (..)
e. Naar aanleiding van deze publicatie heeft tussen Sortrans en de hoofdredacteur van het dagblad BN/DeStem een telefonisch gesprek plaatsgevonden waarin Sortrans heeft aangedrongen op rectificatie.
f. Sortrans heeft vervolgens bij fax en email van 18 november 2004 een tekst voor rectificatie aan de hoofdredacteur toegezonden.
g. Vervolgens heeft de heer Reijnders bij email van 18 november 2004 aangegeven in de editie van 19 november 2004 terug te komen op het kort geding.
h. De raadsman van Sortrans heeft, in reactie op de email van de heer Reijnders, bij brief van 18 november 2004 BN/DeStem c.s. gesommeerd over te gaan tot rectificatie.
i. Op 19 november 2004 is op een middenpagina van het dagblad BN/DeStem een tweede artikel over de voedselproblematiek verschenen, welke, voor zover relevant, het navolgende inhield:
Amphia: ‘Maaltijden zijn wel in orde’
Door Jan Reijnders
(..)
Vorig jaar maakte deze dienst, de vroegere Keuringsdienst van Waren, proces-verbaal op, omdat bij een controle op de locatie Galderseweg werd geconstateerd dat bij het uitserveren van warme maaltijden er problemen waren met de temperatuur. De warme componenten waren te koud en de koude componenten waren te warm. ,, Het betrof maaltijden die uit voedselverdeelwagens van Sortrans werden geserveerd”, zo meldde Amphia-raadsman M. Essers tijdens een deze week door het Bredase bedrijf Sortrans aangespannen kort geding.
(..)
Amphia voelt daar niet voor, ‘omdat voortzetting van de onderhandelingen met Sortrans zou leiden tot een gedwongen aanschaf van wagens die niet voldoen aan de eisen en wensen van Amphia’.
Sortrans is het met die kritiek niet eens. ,,De toenmalige geconstateerde problemen met temperaturen van maaltijden staan geheel los van de kwaliteit die de voedselregenereerwagens van Sortrans. Er zijn thans geen problemen met de temperatuur van de maaltijden. Het staat absoluut niet ter discussie, ook niet bij Amphia, dat met de wagens binnen de wettelijke vereisten kan worden gewerkt en maaltijden van goede kwaliteit kunnen worden verstrekt.” Overigens benadrukt Sortrans nog dat zij geen maaltijden, maar grootkeukenapparatuur levert.
(..)
“De ervaringen van Amphia in de marktverkenning zijn tot nu toe niet onverdeeld positief. Een aantal systemen is afgevallen vanwege hoge onderhoudskosten of vanwege de slechte kwaliteit van de maaltijden ten gevolge van uitdroging. Bij andere systemen, waaronder dat van Sortrans, bestaan twijfels over de temperatuur van de maaltijden na regeneratie. (..) ”, aldus mr. Essers tijdens het geding. (..)
j. Naast dit tweede artikel was onder de kop ‘LEZERSBRIEVEN’ de door Sortrans bij fax en email van 18 november 2004 voor rectificatie toegezonden tekst in haar geheel gepubliceerd.
3.2
Sortrans legt aan haar vordering ten grondslag dat BN/DeStem c.s. jegens haar onzorgvuldig heeft gehandeld door in het dagblad BN/DeStem in de editie van 17 november 2004 en de editie van 19 november 2004 een tweetal onjuiste, onvolledige en misleidende artikelen te publiceren. Volgens Sortrans zijn de publicaties onjuist, onvolledig en misleidend nu zij enkel een summier deel van het kort geding vertegenwoordigen. Voorts is bij de lezers door de zinsneden “Maar de maaltijden waar de keuringsdienst op stootte, kwamen via Sortrans.” en “Volgens Amphia is Sortrans afgevallen in verband met twijfels over de temperatuur en uitdroging van maaltijden, met alle gezondheidsrisico’s vandien.” ten onrechte de indruk gewekt dat de voedselverdeelwagens van Sortrans niet voldoen, aldus Sortrans. Tenslotte is het beginsel van hoor en wederhoor niet correct toegepast aangezien enkel een pleitnota van Amphia is opgevraagd alvorens tot publicatie van het tweede artikel over te gaan, aldus Sortrans. Op grond hiervan stelt Sortrans recht te hebben op een rectificatie in het dagblad BN/DeStem conform de door Sortrans opgestelde tekst.
3.3
BN/DeStem c.s. verweert zich primair door te stellen dat Sortrans geen belang bij haar vordering heeft aangezien BN/DeStem c.s. geen bevoegdheid heeft een door de voorzieningenrechter opgelegd rectificatieverbod in de krant te plaatsen nu alleen de hoofdredacteur en niet de uitgeverij van het dagblad de verantwoordelijkheid voor de redactionele inhoud draagt. Subsidiair voert BN/DeStem c.s. ten verwere aan dat de onderhavige publicaties niet onjuist, onvolledig dan wel misleidend zijn aangezien de publicaties enkel bestaan uit een juiste en volledige weergave van de door partijen ter zitting gedane uitlatingen omtrent de voedselproblematiek van Amphia. Dat alleen maar over de voedselproblematiek is geschreven, is de vrije keuze van een journalist, aldus BN/DeStem c.s. Voorts betoogt BN/DeStem c.s. dat het niet opvragen van de pleitnota van Sortrans niet in strijd is met het beginsel van hoor en wederhoor aangezien voorafgaand aan publicatie van het tweede artikel de mening van Sortrans over de voedselproblematiek reeds duidelijk was door de fax en e-mail van 18 november 2004. Tenslotte voert BN/DeStem c.s. aan dat Sortrans geen belang meer bij de vordering tot rectificatie heeft nu de door Sortrans daartoe opgestelde tekst als lezersbrief naast het tweede artikel in de editie van 19 november 2004 reeds is gepubliceerd.
3.4
Omtrent het primaire verweer van BN/DeStem c.s. overweegt de voorzieningen-rechter als volgt. BN/DeStem c.s. is aansprakelijk voor de onrechtmatige daden die ondergeschikten, zoals de hoofdredacteur en de journalist, plegen bij het verrichten van de werkzaamheden, waartoe zij hen gebruikt. Op grond van die aansprakelijkheid kan zij ook gedwongen worden tot het plaatsen van een rectificatie in het door haar uitgegeven dagblad. De omstandigheid dat uitsluitend de hoofdredacteur de inhoud van de redactionele pagina’s bepaalt, staat daaraan niet in de weg nu het duidelijk is dat een publicatie, waartoe een uitgever bij rechterlijk vonnis wordt gedwongen, niet onder verantwoordelijkheid van de hoofdredacteur valt, zodat hij zich daartegen ook niet zal kunnen verzetten.
3.5
Ter beantwoording van de vraag of de publicaties van 17 november 2004 en 19 november 2004 onjuist, onvolledig en misleidend zijn, dient rekening gehouden te worden met in beginsel twee tegenover elkaar staande belangen. Aan de ene kant staat het belang dat Sortrans niet door publicatie in de pers wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen en aan de andere kant het belang dat niet, door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek, mogelijke misstanden die de samenleving raken kunnen blijven voortbestaan. Aan welk belang de doorslag behoort te worden gegeven, hangt daarbij af van de in onderling verband te beschouwen concrete omstandigheden van het geval.
3.6
Alle omstandigheden van het geval afwegende komt de voorzieningenrechter tot het navolgende oordeel over de publicatie van 17 november 2004. Weliswaar behelst deze publicatie slechts een summier deel van het ter zitting besprokene, dit maakt de publicatie echter nog niet onvolledig of misleidend aangezien het de keuze van de journalist is om te bepalen wat relevant is voor zijn lezerspubliek. Door Sortrans is voorts onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de publicatie zodanig onjuist of onvolledig is dat zij als onzorgvuldig is aan te merken. Immers is door Amphia in het eerdere kort geding aangevoerd dat de door de Keuringsdienst van Waren beboete maaltijden uit voedselverdeelwagens van Sortrans afkomstig waren en dat Amphia ook op dit moment nog problemen had met de temperatuur van maaltijden die uit Sortrans haar wagens kwamen. Of die mededeling als juist is aan te merken, is in beginsel niet relevant nu de bron in het artikel is vermeld. Dat de maaltijden niet van Sortrans zelf afkomstig zijn, is voldoende duidelijk geworden uit het eveneens opgenomen commentaar van Sortrans. Juist is dat ten onrechte de indruk wordt gewekt dat volgens Amphia de maaltijden die afkomstig zijn van de wagens van Sortrans ook uitdrogen, hetgeen niet correct is aangezien dit door Amphia over een andere leverancier is gezegd. Deze foutieve zinsnede is echter van een zodanig ondergeschikt belang in de gehele publicatie, dat zij niet tot gevolg heeft dat de publicatie als in relevante mate onjuist is aan te merken, mede gezien de nadere publicatie op 19 november. Aangezien ook de mening van Sortrans over de voedselproblematiek bij Amphia al in de publicatie is verwerkt, is voorts niet voldoende aannemelijk geworden dat de publicatie onvolledig is. Nu tenslotte de journalist op geen enkele wijze een mening, oordeel, conclusie of verband aan de stellingen van partijen heeft verbonden, is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de publicatie op 17 november 2004 onjuist of onvolledig of misleidend is geweest, zodat BN/DeStem c.s. hiermee niet onzorgvuldig jegens Sortrans heeft gehandeld.
3.7
Wat betreft de omissie aangaande de uitdroging van maaltijden is door de publicatie van 19 november een mogelijk schadelijk effect daarvan voldoende hersteld. Die publicatie is ook overigens niet als onzorgvuldig aan te merken. Immers is hierin het kort geding uitvoerig besproken en is door de journalist voorafgaand hieraan nogmaals de standpunten van partijen, en zelfs een derde, onderzocht. Het beginsel van hoor en wederhoor is bij de publicatie dan ook juist toegepast aangezien de journalist bij het opstellen van het artikel reeds in het bezit was van de mening van Sortrans door de fax en email van 18 november 2004 zodat hij kon volstaan met het opvragen van de pleitnota van Amphia. Verder is niet alleen de mening van Sortrans in het artikel uitvoerig weergegeven, ook is de gehele door Sortrans ingezonden rectificatietekst als lezersbrief naast het artikel geplaatst.
3.8
Nu onvoldoende aannemelijk is geworden dat BN/DeStem c.s. middels de publicaties op 17 november 2004 en 19 november 2004 onzorgvuldig jegens Sortrans heeft gehandeld, zal de vordering tot rectificatie worden afgewezen.
4. De kosten.
Sortrans dient als de in het ongelijk te stellen partij te worden verwezen in de kosten van het geding.
5. De beslissing in kort geding.
De voorzieningenrechter:
weigert de gevorderde voorzieningen;
veroordeelt eiseres in de kosten van het geding, deze voor zover aan de zijde van de wederpartij gevallen, tot op heden begroot op € 1.057,00, waaronder begrepen een bedrag van € 816,00 aan procureurssalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Steenbeek en uitgesproken ter openba-re terecht-zit-ting in kort geding van 3 december 2004, in tegenwoordigheid van mr. K. Weijers, waarnemend griffier.