ECLI:NL:RBBRE:2004:AP1333
Rechtbank Breda
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Eenzijdige wijziging van arbeidsovereenkomst door werkgever niet toegestaan
In deze zaak, die voor de Rechtbank Breda werd behandeld, vorderde eiser, een werknemer van de Zuid-Nederlandse Ramenfabriek B.V. (ZNR), in kort geding zijn terugplaatsing in zijn functie als voorman. Eiser was sinds 14 november 1995 in dienst bij ZNR en had sinds 1 juni 2002 de functie van voorman. ZNR had eiser per 19 april 2004 teruggeplaatst in de functie van monteur met een lager salaris en zonder de ter beschikking gestelde bedrijfsbus en mobiele telefoon. Eiser was van mening dat deze terugplaatsing onrechtmatig was, omdat deze zonder zijn instemming was doorgevoerd en er geen gegronde redenen voor waren.
De procedure begon met een dagvaarding op 14 mei 2004, gevolgd door een mondelinge behandeling op 25 mei 2004. Tijdens deze zitting werd duidelijk dat partijen niet tot een onderlinge regeling waren gekomen. ZNR voerde aan dat het vertrouwen in eiser als voorman ontbrak en dat er klachten waren over zijn functioneren. Eiser betwistte deze claims en stelde dat ZNR zich niet als goed werkgever gedroeg.
De kantonrechter oordeelde dat voor een wijziging van de arbeidsovereenkomst instemming van beide partijen vereist is. ZNR had niet aangetoond dat zij gerechtigd was om de arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen. De rechter concludeerde dat de vordering van eiser in een bodemprocedure waarschijnlijk zou slagen en wees de vordering toe, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen. ZNR werd veroordeeld in de proceskosten en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.