ECLI:NL:RBBRE:2004:AP1021

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
26 mei 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/2721
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Minderjarigheid en rechtsgeldigheid van rechtshandelingen zonder toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 26 mei 2004, stond de vraag centraal of een minderjarige zonder toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger rechtshandelingen kan verrichten. De eiseres, vertegenwoordigd door de gerechtsdeurwaarders L.C.J. Netten, L.W.J. Danen en J.H. Vekemans, had een minderjarige gedaagde gedagvaard. De gedaagde was niet verschenen op de zitting. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding niet rechtsgeldig was, omdat de minderjarige zonder toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger niet bekwaam is om rechtshandelingen te verrichten. Dit is in overeenstemming met de wet, die bepaalt dat in dergelijke gevallen de wettelijk vertegenwoordiger moet worden gedagvaard. De kantonrechter verklaarde de eiseres niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat zij een handelsonbekwaam persoon had gedagvaard. Dit vonnis benadrukt het belang van de rol van de wettelijk vertegenwoordiger bij rechtshandelingen van minderjarigen en de noodzaak om de juiste procedure te volgen in dergelijke gevallen.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Sector Kanton – locatie Bergen op Zoom
VERSTEKVONNIS
in de zaak van:
de stichting
STICHTING CENTRALE ZORGVERZEKERAARS GROEP, gevestigd te Tilburg,
eiseres,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarders L.C.J. Netten, L.W.J. Danen en J.H. Vekemans te Tilburg,
tegen:
[gedaagde], wonende [adres]
gedaagde, niet verschenen.
Gezien de dagvaarding van 29 april 2004, waarvan de inhoud hier als ingelast wordt beschouwd.
BEOORDELING:
Uit de dagvaarding blijkt dat gedaagde [gedaagde], geboren [geboortedatum] minderjarig is.
Een minderjarige is, zonder toestemming van zijn wettelijk vertegenwoordiger, niet bekwaam rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt. Hieruit volgt dat niet de minderjarige zelf, maar zijn wettelijk vertegenwoordiger in die hoedanigheid dient te worden gedagvaard. Nu eiseres een handelsonbekwaam persoon heeft gedagvaard, zal zij niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
BESLISSING:
De kantonrechter:
Verklaart eiseres niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 26 mei 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.