ECLI:NL:RBBRE:2004:AO8690

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
30 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
130773 / KG ZA 04-127
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.M. Steenbeek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op gebruik lichtreclame door IKEA in Breda

In deze zaak hebben eisers, bewoners van de Liesboslaan te Breda, een voorlopige voorziening gevraagd tegen de gedaagden, IKEA B.V. en de Ondernemingsvereniging Woonboulevard Breda, met betrekking tot de hinder die zij ondervinden van de lichtreclame van IKEA. De eisers stellen dat de verlichting van de reclame en de grote letters op de gevel van het woonwarenhuis hen onrechtmatig hindert, vooral in de avonduren. De voorzieningenrechter heeft op 30 maart 2004 uitspraak gedaan na een zitting op 23 maart 2004, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht. De voorzieningenrechter heeft besloten tot een gerechtelijke plaatsopneming in de woning van eiser sub 1 om de situatie ter plaatse te beoordelen. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagden onrechtmatig handelen door lichtreclame te voeren zonder de vereiste vergunningen. De voorzieningenrechter heeft gedaagden veroordeeld om de verlichting van de lichtreclame tussen 22:00 en 07:00 uur te doven en heeft een dwangsom opgelegd voor elke dag dat zij in gebreke blijven. De kosten van het geding zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan in het kader van een kort geding, waarbij de spoedeisendheid van de situatie door de rechter is erkend.

Uitspraak

130773 / KG ZA 04-127 RECHTBANK BREDA
31 maart 2004 Sector handelsrecht
Voorzieningenrechter
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eisers],
allen wonende te Breda,
e i s e r s,
procureur: mr. M.A. Buntsma,
t e g e n :
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IKEA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
procureur: mr. E.C.M. Wagemakers,
advocaat: mr. R.J.G. Bäcker te Rotterdam,
2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
ONDERNEMERSVERENIGING WOONBOULEVARD BREDA,
zetelend te Breda,
procureur: mr. W.L.H. Janssens,
g e d a a g d e n.
1. Het verloop van het geding.
Dit blijkt uit de navolgende, door partijen ter vonniswijzing overgelegde stukken:
- de dagvaarding d.d. 17 maart 2004;
- de pleitnota en producties van mr. Buntsma;
- de pleitnota’s en producties van mrs. Bäcker en Janssens.
Partijen hebben ter zitting van 23 maart 2004 hun stellingen nader toegelicht. Nadat de behandeling van de zaak enige dagen is aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een minnelijke regeling te beproeven, hebben eisers bij brief van 26 maart 2004 vonnis gevraagd. De datum van uitspraak is bepaald op heden.
Ter zitting is gebleken dat de naam van gedaagde sub 2 dient te worden gelezen als: Ondernemingsvereniging Woonboulevard Breda.
2. Het geschil.
Eisers vorderen om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. gedaagden sub 1 en 2 te veroordelen om onmiddellijk na betekening van dit vonnis de (reclame-)verlichting als aangebracht aan de oost- en zuidzijde van de reclamemast, gelegen naast het pand Kruisweide 1 te Breda, te doven en gedoofd te houden, op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per keer dat de verlichting na betekening van dit vonnis nog brandt;
2. gedaagde sub 1 te veroordelen om uiterlijk een week na betekening van dit vonnis over te gaan tot verwijdering van de zich op de zuidgevel van het pand Kruisweide 1 te Breda bevindende letters IKEA (formaat 6,5 meter) althans de huidige (gele reflecterende) kleur te verwijderen en in kleur gelijk te maken met de blauwe achter-grond dan wel een zodanige kleur te geven dat er geen hinderlijke contrastwerking overdag of ’s avonds optreedt;
3. subsidiair, voor het geval het onder 2 genoemde niet wordt toegewezen, gedaagde sub 1 te veroordelen om onmiddellijk na betekening van dit vonnis de verlichting welke de letters IKEA op de zuidgevel van het pand Kruisweide 1 te Breda verlicht te doven, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per keer dat de verlichting na betekening van dit vonnis nog brandt;
4. gedaagde sub 1 te veroordelen om uiterlijk een week na betekening van dit vonnis over te gaan tot verwijdering van de zich op de zuidgevel van het pand Kruisweide 1 te Breda bevindende witte scherm/bord met de aanduiding van de openingstijden van IKEA, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per dag dat dit scherm/bord na betekening van dit vonnis nog op deze gevel hangt;
5. subsidiair, voor het geval het onder 4 genoemde niet wordt toegewezen, gedaagde sub 1 te veroordelen om onmiddellijk na dit vonnis de verlichting welke aanlicht het zich op de zuidgevel van het pand Kruisweide 1 te Breda bevindende witte scherm/bord met aanduiding van de openingstijden van IKEA te doven en gedoofd te houden, op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per keer dat deze verlichting na betekening van dit vonnis nog brandt;
6. gedaagde sub 1 te verbieden enig deel van haar zuidgevel (met door haar in werking gesteld kunstlicht) te verlichten, aan te lichten of licht te doen uitstralen, op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per keer dat enige gevelverlichting na betekening van dit vonnis brandt;
7. gedaagden sub 1 en 2 te veroordelen in de kosten van het geding.
Gedaagden hebben de vorderingen van eisers gemotiveerd bestreden.
3. De voorlopige beoordeling en de gronden daarvoor.
3.1
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
- Op het bedrijventerrein Steenakker te Breda, gelegen aan de oostzijde van de rijksweg A16, is onder meer een conglomeraat van woonwinkels gevestigd, plaatselijk bekend als Woonboulevard Breda. Deze woonboulevard wordt in stand gehouden door gedaagde sub 2, verder te noemen: de Ondernemingsvereniging.
- Ikea B.V. exploiteert woonwarenhuizen onder de handelsnaam IKEA. Deze handelsnaam wordt meestal weergegeven met gele hoofdletters op een blauwe achtergrond.
- Met vergunning d.d. 30 juli 2002 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda heeft Ikea B.V. een groot woonwarenhuis gebouwd aan de zuidrand van het bedrijventerrein Steenakker, op een locatie die plaatselijk bekend is als Kruisweide 1. Het bedrijfspand heeft opvallend blauwe gevels met aan elke zijde de handelsnaam IKEA in gele hoofdletters. De letters op de zuidelijke gevel hebben een hoogte van 6,5 meter en worden in de avonduren vanaf de onderzijde beschenen door drie lampen. Op de zuidelijke gevel bevindt zich tevens een nog iets hoger wit bord met daarop in zwarte letters en cijfers de openingstijden van het woonwaren-huis.
- Van het bouwplan maakt tevens deel uit een reclamemast van 42 meter hoogte, met bovenaan een vierzijdige lichtreclame met de naam IKEA in gele letters tegen een blauwe achtergrond. Deze reclamemast staat links van de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis.
- Met toestemming van Ikea B.V. heeft de Ondernemingsvereniging op de reclamemast onder de lichtreclame van Ikea B.V. een lichtreclame van gelijk formaat gebouwd, met daarop de tekst Woonboulevard Breda in witte letters tegen een achtergrond van oranje en paars.
- Eisers zijn allen eigenaar van een door hen bewoonde woning aan de Liesboslaan te Breda. De woningen van eisers liggen parallel aan de zuidelijke gevel van het woon-warenhuis op een afstand van gemiddeld 125 meter daar vandaan. Deze woningen zijn met de achterzijde gericht naar het woonwarenhuis. Hun achtererven worden van het woonwarenhuis gescheiden door de nog in aanleg zijnde vierbaansweg Verlegde Ettense Baan. Naar verwachting zal de Verlegde Ettense Baan op 26 april 2004 voor het verkeer worden opengesteld.
- Sinds 20 augustus 2003 is het woonwarenhuis IKEA geopend.
- Bij brief van 8 december 2003 aan Ikea B.V. heeft de raadsman van eisers gesteld dat eisers hinder ondervinden van de reclameverlichting op de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis en op de reclamemast, dat voor het voeren van deze verlichting een milieuvergunning is vereist en dat de grootte van de letters van de handelsnaam op de zuidelijke gevel in strijd is met het advies van de welstandscommissie. Vervolgens is Ikea B.V. gesommeerd om binnen veertien dagen na dagtekening van deze brief de lichthinder te staken en de grootte van de letters op de zuidelijke gevel aan te passen. Aan deze sommatie heeft Ikea B.V. geen gehoor gegeven.
- Bij brief van 9 december 2003 aan de Ondernemingsvereniging heeft de raadsman van eisers gesteld dat eisers hinder ondervinden van de lichtreclame op de reclame-mast en dat voor het voeren van deze verlichting een milieuvergunning is vereist. Vervolgens is de Ondernemingsvereniging gesommeerd om binnen veertien dagen na dagtekening van deze brief de lichthinder vrijwillig te staken. Aan deze sommatie heeft de Ondernemingsvereniging geen gehoor gegeven.
- Bij brief van 8 januari 2004 aan de raadsman van eisers heeft Ikea B.V. aangeboden om voorlopig het vermogen van de verlichting van de handelsnaam op de zuidelijke gevel te verminderen en om dagelijks na 22:00 uur de verlichting van de zuidelijke gevel en de lichtreclame aan de oostzijde van de reclamemast te doven, mits eisers afzien van verdere acties en klachten. Dit voorstel is door eisers verworpen.
3.2
De vorderingen van eisers zijn gebaseerd op de stelling dat sprake is van een hinder-situatie als bedoeld in artikel 6:162 BW juncto artikel 5:37 BW. Ter toelichting hebben eisers met name gesteld dat gedaagden lichtreclame voeren zonder reclamevergunning, dat eisers door de uiterst dominante kleurstelling en het reuzenformaat van de letters op de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis overdag hinderlijk worden geconfronteerd met de reclameboodschap IKEA, dat zij door de verlichting van die letters na zonsondergang niet meer van de duisternis kunnen genieten en hun tuinen, achtergevels en achter-kamers ongewenst worden verlicht en zelfs het dag- en nachtritme van de vogelpopulatie wordt verstoord, dat de oost- en zuidzijde van de lichtreclame in de mast zijn gericht op de woonwijk Princenhage maar voor passanten op de rijksweg vrijwel geen functie hebben, en dat de lichtreclame van de Ondernemingsvereniging zonder vergunning is geplaatst.
3.3
Ikea B.V. en de Ondernemingsvereniging hebben zich tegen de vorderingen onder meer verweerd met de stelling dat zij gerechtigd zijn reclame te maken. Op die weren zal zo nodig later worden ingegaan. Daarnaast heeft de Ondernemingsvereniging het spoed-eisend belang van eisers betwist met het oog op de aanstaande opening en verlichting van de Verlegde Ettense Baan.
3.4
Reeds de enkele stelling van eisers dat zij thans hinder ondervinden van de (licht)reclame van gedaagden rechtvaardigt het vorderen van een voorlopige voorziening. Het feit dat binnenkort de Verlegde Ettense Baan voor het verkeer zal worden opengesteld en dat de straatverlichting daarvan invloed zal hebben op hun ervaring van de verlichting van Ikea B.V. en de Ondernemingsvereniging, betekent niet dat eisers thans geen spoedeisend belang hebben bij het verbieden van de thans door hen ervaren hinder.
3.5
De voorzieningenrechter ziet zich gesteld voor de vraag of eisers als directe buren van het woonwarenhuis IKEA en de woonboulevard hinder ondervinden van de door gedaagden gevoerde verlichting en (licht)reclame en zo ja, of gedaagden door het handhaven van die verlichting en (licht)reclame onrechtmatig jegens eisers handelen. Of gedaagden onrechtmatig jegens eisers handelen, hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder voor eisers alsmede van de omvang van de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval.
3.6
Dat eisers hinder ondervinden van de (licht)reclame van gedaagden, hebben zij trachten aan te tonen aan de hand van foto’s en het vertonen van twee filmopnamen. Aan de hand daarvan heeft de voorzieningenrechter echter nog onvoldoende inzicht gekregen in de mate waarin eisers feitelijk hinder ondervinden van die (licht)reclame. Om die reden zal een plaatsopneming worden gelast in de woning van eiser sub 1, die stelt last te hebben van zowel de (verlichting van) de letters op de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis als van de lichtreclame in de mast. De voorzieningenrechter nodigt beide partijen uit om met een afvaardiging daarbij aanwezig te zijn. Gedaagden wordt verzocht om voor alsdan zodanige voorzieningen te treffen die het mogelijk maken om desgevraagd tijdens de plaatsopneming de reclameverlichting en de verlichting van de letters op de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis tijdelijk te doven. In afwachting van de plaatsopneming zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.
4. De beslissing in kort geding.
De voorzieningenrechter:
gelast een gerechtelijke plaatsopneming ten huize van eiser sub 1 aan de Liesboslaan 30 te Breda;
bepaalt dat voornoemde plaatsopneming in aanwezigheid van een afvaardiging van beide partijen zal worden gehouden op dinsdag 6 april 2004 om 21:00 uur (zomertijd);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Steenbeek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openba-re terecht-zit-ting in kort geding van woensdag 31 maart 2004, in tegenwoordigheid van mr. M.A.M. de Baar, waarnemend griffier.
Naar aanleiding van de gerechtelijke plaatsopneming in de woning van eiser sub 1 en aan de hand van de door eisers overgelegde foto’s en de door hen getoonde filmopnamen is genoegzaam aangetoond dat eisers aan de achterzijde van hun woningen, derhalve aan de private zijde, onvrijwillig worden geconfronteerd met een groot wit bord met de openingstijden van het woonwarenhuis en met de handelsnaam IKEA in letters van 6,5 meter hoog, dat die letters in de duisternis worden verlicht en dat het schijnsel van die verlichting en van de lichtreclame op de mast de achtererven van eisers verlicht en door de ramen schijnt. Gedaagden weten welke eiser in welk huis woont. Afhankelijk van het huis waarin de betreffende eiser woont hebben zij meer last van de lichtreclame dan wel van de grote letters op de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis. Tussen partijen is niet in geschil dat elk der eisers met beide bronnen van hinder wordt geconfronteerd. Daarom valt niet in te zien wat de relevantie is van een nadere specificatie van de ervaren hinder per huis.
3.8
Bij de beantwoording van vraag of het door gedaagden veroorzaken van hinder jegens eisers onrechtmatig is, zullen buiten beschouwing worden gelaten de eventuele gebreken die aan de aan Ikea B.V. verleende bouwvergunning en vrijstelling van het bestemmings-plan kleven, nu tegen de verlening van die vergunning met vrijstelling voor eisers een met waarborgen omklede rechtsgang open heeft gestaan en eisers daarvan geen gebruik hebben gemaakt. De suggestie van eisers dat Ikea B.V. heeft gebouwd in afwijking van de verleende bouwvergunning, is door Ikea B.V. gemotiveerd betwist. Tegenover deze gemotiveerde betwisting hebben eisers de juistheid van hun suggestie niet nader aange-toond. Onder deze omstandigheden zullen het witte bord met de openingstijden en de grootte van de letters IKEA op de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis alsmede de lichtreclame met IKEA op de mast als een gegeven worden beschouwd.
3.9
Uit de gedingstukken blijkt dat Ikea B.V. een reclamevergunning heeft voor het voeren van lichtreclame. Blijkens artikel 71 van de APV van de gemeente Breda heeft ook de Ondernemingsvereniging voor het voeren van haar lichtreclame een reclamevergunning nodig, tenzij voor het bouwen van de lichtreclame een bouwvergunning is verleend. In beginsel is in gevolge artikel 44 Woningwet voor ieder bouwwerk een vergunning nodig. Het bouwen van lichtreclame is niet uitgezonderd van de vergunningplicht in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Aannemelijk is derhalve dat de Ondernemingsvereniging voor het bouwen van haar lichtreclame aan de mast van Ikea B.V. een vergunning nodig heeft. Ter zitting is gebleken dat die bouwver-gunning niet is aangevraagd, zodat de lichtreclame illegaal is gebouwd. Het toebrengen van hinder aan buren door het gebruik van een bouwwerk waarvoor de vereiste vergun-ning niet is verkregen, kan worden aangemerkt als onzorgvuldig en onrechtmatig. Het enkele feit dat zicht bestaat op legalisering van dat bouwwerk, maakt zulks op dit moment niet anders. Onder deze omstandigheden weegt thans het belang van eisers bij het gedoofd blijven van deze lichtreclame in de avond en nacht zwaarder dan het belang van de Ondernemingsvereniging bij het gebruik van haar lichtreclame in de avond en nacht. De voorzieningenrechter zal daarom bepalen dat de lichtreclame van de Onder-nemingsvereniging in de avond en nacht gedoofd moet blijven totdat (het gebruik van) dit bouwwerk is gelegaliseerd. Daarna dient hetzelfde te gelden als voor de lichtreclame van Ikea B.V.
3.1
Niet aannemelijk is geworden dat eisers terecht stellen dat voor het voeren van (licht-) reclame een milieuvergunning is vereist. Weliswaar hebben eisers onweersproken gesteld dat het woonwarenhuis een inrichting is in de zin van de Wet Milieubeheer, maar niet is uit te sluiten dat Ikea B.V. voor het in werking hebben van die inrichting kan volstaan met een enkele melding. Dat de melding- of vergunningplicht in het kader van die wet verband houdt met het gebruik van lichtreclame is bovendien niet waarschijnlijk.
3.11
Voor het gebruik van verlichting bestaan geen normen, wel aanbevelingen. Gedaagden hebben onweersproken gesteld en voorgerekend dat de door hen gevoerde verlichting in de avond en nacht binnen de aanbevolen waarden blijft. Bij gebreke van andere belastende omstandigheden moet worden aangenomen dat de door eisers ondervonden hinder van de door Ikea B.V. gevoerde verlichting niet onrechtmatig is. Ter zitting heeft Ikea B.V. nog gesteld dat zij het witte bord met de openingstijden op de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis vooralsnog niet zal gaan belichten. Verder heeft zij zich bereid verklaard om de verlichting van de zuidelijke gevel van het woonwarenhuis en die van de oostzijde van de lichtreclame op de mast uit te houden vanaf 22:00 uur, aan welke toezegging zij kan worden gehouden. Gelet op deze bereidheid en de betwisting van eisers dat de verlichting van de oostzijde van de lichtreclame eerder is gedoofd, zal de onder 1 gevorderde voorziening in deze zin worden toegewezen. Toewijzen om verlichting van zuidelijke gevel alsmede de lichtreclame oost- en zuidzijde uit te doen en houden vanaf 22:00 uur tot 7:00 uur.
4. De kosten.
Aangezien partijen over en weer in het (on)gelijk worden gesteld, zullen de kosten van het geding worden gecompenseerd als na te melden.
5. De beslissing in kort geding.
De voorzieningenrechter:
veroordeelt gedaagde sub 1 om de verlichting van de oostzijde van haar lichtreclame op de mast aan de Kruisweide 1 te Breda dagelijks te doven en gedoofd te houden tussen 22:00 uur en 7:00 uur;
veroordeelt gedaagde sub 2 om de verlichting van haar lichtreclame op de door gedaagde sub 1 aan de Kruisweide 1 te Breda gebouwde mast te doven en gedoofd te houden totdat (het gebruik van) deze lichtreclame door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda zal zijn gelegaliseerd;
veroordeelt gedaagde sub 2 om, na legalisering van voornoemde lichtreclame, de verlichting van de oostzijde van haar lichtreclame op de mast aan de Kruisweide 1 te Breda dagelijks te doven en gedoofd te houden tussen 22:00 uur en 7:00 uur;
bepaalt dat de betreffende gedaagde een dwangsom verbeurt van € 1.000,- per dag dat de betreffende gedaagde in gebreke blijft aan één van voormelde veroordelingen te voldoen, met bepaling dat aan dwangsommen maximaal € 100.000,- per gedaagde kan worden verbeurd;
compenseert de kosten van het geding aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
weigert het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Steenbeek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in kort geding van dinsdag 30 maart 2004, in tegenwoordigheid van mr. M.A.M. de Baar, waarnemend griffier.