ECLI:NL:RBBRE:2004:AO7729
Rechtbank Breda
- Kort geding
- Ides Peeters
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de executie van een ontruimingsvonnis na ontdekking van nieuwe feiten
In april 2003 werd op de zolder van een gehuurde woning een wietplantage aangetroffen. De kantonrechter te Breda heeft op 18 februari 2004 de vordering tot ontruiming van de woning toegewezen. De vrouw, eiseres, startte een kort geding om de executie van dit vonnis te voorkomen. De voorzieningenrechter hanteerde als toetsingskader dat er nieuwe feiten of omstandigheden moesten zijn die na het vonnis bekend zijn geworden en die een noodsituatie voor de eiseres zouden veroorzaken bij tenuitvoerlegging van het vonnis.
Eiseres, die sinds augustus 2002 de woning huurt, voerde aan dat zij kampt met verslavingsproblematiek en fysieke gezondheidsproblemen, waaronder een hernia. Zij stelde dat het hebben van een woning essentieel is voor haar stabiliteit en resocialisatie. Gedaagde, de woningstichting, voerde aan dat er geen nieuwe feiten waren en dat de ontruiming noodzakelijk was voor de veiligheid van het woningbestand.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er na het vonnis nieuwe feiten bekend waren geworden, zoals de fysieke problemen van eiseres en haar resocialisatietraject. Deze omstandigheden maakten het aannemelijk dat de ontruiming zou leiden tot een noodtoestand voor eiseres. De voorzieningenrechter besloot daarom de executie van het vonnis op te schorten totdat het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch uitspraak zou doen in het hoger beroep dat eiseres had ingesteld.
De voorzieningenrechter wees de kosten van het geding toe aan gedaagde, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd geweigerd.