ECLI:NL:RBBRE:2004:AO7717
Rechtbank Breda
- Kort geding
- J. Poerink
- A. Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Loonvordering en ontslag als statutair directeur in kort geding
In deze zaak, die op 16 maart 2004 door de Rechtbank Breda is behandeld, vorderde eiser, een werknemer die ook statutair directeur was van de BV NH Corporate, betaling van loon over de periode van 1 december 2003 tot en met 31 januari 2004. Eiser stelde dat hij zijn functie als statutair directeur had neergelegd, maar dat zijn arbeidsovereenkomst met de BV nog steeds van kracht was. De voorzieningenrechter moest zich buigen over de vraag of er sprake was van een arbeidsovereenkomst en of eiser recht had op loon na zijn ontslag als directeur. De rechtbank oordeelde dat er inderdaad een arbeidsovereenkomst bestond, die niet rechtsgeldig was beëindigd. Eiser had zich beschikbaar gesteld voor werkzaamheden als gewone werknemer, maar NH Corporate had nagelaten om hem instructies te geven over zijn werkzaamheden. Hierdoor kon het niet verrichten van werkzaamheden niet aan eiser worden tegengeworpen. De vordering tot betaling van loon over de gevorderde periode werd toegewezen, met een wettelijke verhoging van 10%. Daarnaast werd NH Corporate veroordeeld tot het teruggeven van een laptop en tankpas aan eiser, met een dwangsom voor het geval van niet-nakoming. De kosten van het geding werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten droeg.