- De thans 35-jarige [eiser] is op 22 mei 1995 in dienst getreden van Aldi voor onbepaalde tijd (productie 1 bij dagvaarding). Laatstelijk was [eiser] werkzaam in de functie van filiaalleider tegen een salaris van € 2.272,44 bruto per maand, exclusief emolumenten, waaronder een filiaalpremie van gemiddeld € 450,50 bruto per maand, een omzetpremie van gemiddeld € 430,00 bruto per maand en 8% vakantietoeslag;
- Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor Winkelpersoneel van Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen van toepassing (hierna te noemen “VGL-CAO”);
- Sedert juni 2002 is [eiser] voorzitter van de ondernemingsraad van Aldi;
- [eiser] is op 28 februari 2004 na afloop van zijn werkdag om 16.30 uur door drie districtsleiders van Aldi gehoord ter zake verdenking van frauduleus handelen. Dit horen door deze districtleiders heeft 2 tot 2 1/2 uur geduurd;
- Op 28 februari 2004 is [eiser] door Aldi mondeling geschorst vanwege verdenking van frauduleus handelen;
- Aldi heeft om haar moverende redenen afgezien van het doen van aangifte bij de politie tegen
[eiser] inzake haar verdenking van frauduleus handelen door [eiser];
- Bij brief van 1 maart 2004 (productie 3 bij dagvaarding) heeft Aldi [eiser] de schorsing op basis van artikel 19 lid 1 sub d van de VGL-CAO voor de duur van vier weken bevestigd en daarbij aangezegd dat het salaris voor de duur van drie weken zal worden ingehouden. Het salaris van [eiser] is vervolgens daadwerkelijk drie weken ingehouden;
- Artikel 19 lid 1 aanhef en sub d en artikel 19 lid 2 van de VGL-CAO luiden voor zover hier van belang:
“1. De werkgever mag in afwijking van artikel 7:628 van het Burgerlijk Wetboek een werknemer schorsen met inhouding van loon bij:
d. verdenking van een grond, dat een dringende reden tot ontslag, alsbedoeld in artikel 7:678 van het Burgerlijk wetboek zou kunnen zijn, met een maximum van vier weken, de inhouding van loon kan maximaal drie weken duren.
2. In het in lid 1 onder d bedoelde geval zal onmiddellijk een onderzoek worden ingesteld of het vergrijp inderdaad is begaan. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan zal het ingehouden loon alsnog worden uitbetaald en zal de werknemer worden gerehabiliteerd.”;
- Bij brief van 4 maart 2004 (productie 5 bij dagvaarding) van zijn gemachtigde heeft [eiser] geprotesteerd tegen de aangezegde schorsing en zich bereid en beschikbaar gesteld voor zijn werk;
- Bij brief van 8 maart 2004 (productie 8 bij dagvaarding) reageert (de gemachtigde van) Aldi op voormelde brief van [eiser] van 4 maart 2004, hierin wordt onder meer aangekondigd, dat [eiser] nogmaals in de gelegenheid zal worden gesteld om zich jegens de verdenking van frauduleus handelen te verweren;
- Op 12 maart 2004 heeft [eiser] bij de politie district Bergen op Zoom / Team Bergen op Zoom aangifte gedaan van bedreiging door drie districtsleiders op 28 februari 2004 (productie 14 bij dagvaarding);
- Op 15 maart 2004 heeft [eiser] zich in het bijzijn van zijn gemachtigde ten kantore van Aldi kunnen verweren tegen reeds genoemde verdenking. Op het moment van de mondelinge behandeling bestond hiervan nog geen verslag;
- Op het moment van de mondelinge behandeling, te weten 18 maart 2004, had Aldi nog geen nadere (rechtspositionele) beslissing genomen met betrekking tot de geschorste [eiser].