ECLI:NL:RBBRE:2004:AO6162
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van verbeurde boete door Koninklijke Nederlandse Voetbalbond aan voetbalsupporter wegens opruiend gedrag tijdens wedstrijd
In deze zaak vordert de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) veroordeling van een voetbalsupporter tot betaling van een boete van € 450,- wegens opruiend gedrag tijdens de wedstrijd NAC-Willem II op 23 september 2001. De KNVB stelt dat de supporter, een minderjarige, zich schuldig heeft gemaakt aan het gooien van voorwerpen op het veld en naar het gastenvak, wat in strijd is met de standaardvoorwaarden van de KNVB. De kantonrechter moet beoordelen of er een overeenkomst bestaat tussen de supporter en de KNVB en of de standaardvoorwaarden van toepassing zijn.
De kantonrechter oordeelt dat door het kopen van een toegangsbewijs voor de wedstrijd, de supporter niet alleen een overeenkomst heeft gesloten met de betaaldvoetbalorganisatie NAC, maar ook met de KNVB. De rechter stelt vast dat de standaardvoorwaarden, die op de toegangskaart zijn vermeld, van toepassing zijn op de rechtsverhouding tussen partijen. De verdediging van de gedaagden, die aanvoert dat de supporter geen kennis heeft kunnen nemen van de standaardvoorwaarden en dat hij minderjarig is, wordt door de kantonrechter verworpen. De rechter concludeert dat de KNVB voldoende mogelijkheden heeft geboden om kennis te nemen van de voorwaarden.
De zaak wordt verder behandeld, waarbij de KNVB in de gelegenheid wordt gesteld bewijs te leveren van het opruiende gedrag van de supporter. De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar een volgende zitting voor het aanleveren van bewijs. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van minderjarigen in het kader van overeenkomsten en de geldigheid van standaardvoorwaarden in dergelijke situaties.